Jansmabergum.nl 
op zoek naar betekenis 

Hoofdstuk 26. Wytske van der Meulen in Raerd en Easterwierrum en de emigratie van haar 6 kinderen naar de VS na 1905


Op 7 april 1905 vestigden Wietske, Douwe en Jantje zich in Raerd (Raerd 145 a, gereformeerde kerk). Op 10 april 1905 schreven Wytske (54 jaar) , Jantje (16 jaar)  en Douwe (12 jaar)  zich in bij de registers van Rauwerderhem.














Sjoerd Tijsses Jansma en Hieke Lycklama á Nijeholt waren getrouwd in mei 1904 en woonden in al in Raerd. Tijdens hun huwelijk in het voorjaar 1904 was het gezin nog compleet en bij hun huwelijk, maar in juli stonden ze bij het graf van hun vader Tijs Sjoerds Jansma in Bergum. Het najaar en de winter van 1904 zal gebruikt zijn om na te denken hoe de toekomst er uit moest zien. Wytske kwam met de kinderen naar Raerd.

Wytske en de kinderen hoorden bij de gereformeerde kerk, maar de andere kinderen schreven zich in Rauwerderhem in als Nederlands Hervormd en een als gereformeerd. Klaas schreef zich op een gegeven moment na zijn huwelijk in als ‘geen godsdienst’.

Wytske en de jongste kinderen Jantje en Douwe gingen wonen in het huis van Sjoerd en Hieke in april 1905, want het jonge echtpaar had beiden een betrekking gevonden in Ysbrechtum ( registratie 12 mei 1905). Wytske’s zuster Jantje van der Meulen woonde ook in het dorpje Raerd en in maart 1905 was haar man de smid Doeke van der Hoek overleden was (maart 1905). De smid was al geruime tijd ziekHier werd boelgoed gehouden. Jantje van der Meulen is na het boelgoed verhuisd naar Skarnegoutum, in de buurt van Sneek.   




De kinderen en hun werk als landarbeider en dienstmeisjes. 

Klaas Jansma woonde en werkte al in Raerd maar was toen nog niet getrouwd. Jelmer Jansma werkte en woonde in Oldeboorn en Okke  Jansma woonde en werkte in Oosterwierum - in het dorp waar eerst zijn broer Sjoerd  Jansma werkte. Okke Jansma stond voor een beslissing; of hij verlengde het arbeiderscontract in mei 1905 of hij ging emigreren. Waarschijnlijk was hij al naar de bijeenkomsten op de avonden geweest waar vol vuur werd gesproken over het nieuwe land in Amerika. In die tijd waren velen van hem al voorgegaan, vooral naar Pella in Iowa en daar kwamen goede berichten vandaan. Vanuit Bergum vertelde familie van zijn moeder Wytske (Tjibbe Gearts van der Meulen) meeslepende verhalen. Tjibbe Gearts had er een lied over geschreven en was hoofdredacteur bij de krant. Het lied heet: ‘Lânferhuzerssang’(1881). Tjibbe Gearts was op dat moment al een oudere man van 81 jaar, maar zijn verslag over zijn reis naar Amerika zal wel te verkrijgen zijn geweest. Okke was ongehuwd en niets hield hem tegen in Friesland, dus hij besloot te emigreren naar Noord Amerika. Hij ging daadwerkelijk in november 1905. De neef van Wytske’s vader, Tjibbe Gearts van der Meulen, was een warm voorstander van emigratie naar Noord Amerika. Tjibbe was een aanzienlijk man en hij gaf de Burgummer krant uit en was al in Noord Amerika geweest. Wytske en de kinderen kenden hem goed , want hij woonde ook in de Schoolstraat van Burgum, en Tjibbe gaf waarschijnlijk lezingen over emigratie. Okke Jansma zal hier ook warm voor gelopen hebben omdat de economische toestand in Friesland erg slecht was. De jongens Jansma, liepen elk jaar van boer tot boer en ze bouwden niets op. Drie volwassen kinderen van haar schoonvader, Sjoerd Tijsses Jansma, uit Uithuizermeden, waren al naar Amerika  en Argentinie geemigreerd; het was niet altijd zeker dat de reis werd overleefd of dat de bestemming welvaart opleverde. Zo stierf met 18 jaar, in  1896, bij aankomst een van de ze kinderen (zie hoofdstuk 21). 

Wytske’s dochter Jantje zal een betrekking gezocht hebben met 16 jaar evenals Douwe van 12 jaar. Waarschijnlijk was Douwe klaar met de lagere school en kon hij werken. 

Okke 29-5-2012

"Oh ja in protte doarpen hienen merken fansels hjir hast in pear wert de Jansma Jonges wol ris hinne west ha moast tinke:
Oldeboorn – 29 Mei Jaarmarkt.
Oosterwierum – 11 Juni Paardemarkt.
Poppingawier – 25 September Jaarmarkt
Rauwerd – 7 September Jaarmarkt".

 

Zoon Jan Jansma, 19 jaar, droeg al vol bij aan het gezin. Nog ongehuwd vertrok hij (19 dec 1906) uit Raerd waar hij werkte ( nr 4) naar een boer in Oldeboarn. Zijn broer Jelmer Jansma woonde en werkte daar als boerenarbeider en waarschijnlijk was er voor de jongen Jan ook plaats. 

  

Sikke werkte nog door als boerenarbeider in Burgum, al vanaf zijn 15e jaar en verhuisde eerst niet mee naar Raerd. Vanaf zijn 16e jaar zocht hij werk meer in de buurt van familie en kwam eerst in Jorwert en daarna in Grou  bij een boer terecht. Ondertussen schreef hij zich wel in  Raerd in toen hij 17 jaar was, maar werkte dagelijks in Grou. Toen Sikke 19 jaar was, schreef hij zich weer in het arbeidersregister in van Raerd. Direct daarna werd hij bewoner van Poppingawier (23 juni 1909) waar hij woonde en werkte bij S.W. Swierstra (huis nr 4, persoonskaart landarbeider). Sikke huwde later, op 23 jarige leeftijd, een dienst meisje uit Ysbrechtum, ook ingeschreven in Raerd. De meeste jonge mensen troffen elkaar zondags in Raerd. Sikke schreef zich in als Nederlands hervormd. Misschien is deze Swierstra familie van de Amerikaanse Grace Swierstra, getrouwd met een zoon van Jelmer. Meerdere van deze Swierstra jongens zijn ook naar Noord Amerika geëmigreerd. 

Jantje woonde in Raerd bij haar mem en zij werd dienstbode in de buurt. Volgens haar zoon Thijs Huisman, mijn vader, werkten Jantje en haar toekomstige man Luite, op twee verschillende boerderijen als arbeider en dienstmeisje. Ze bleken buiten naar elkaar te kunnen roepen. Ze trad in 1913 in het huwelijk, met Luite Huisman, boerenknecht uit Oosterwierum (Luite was 27 jaar en Jantje was 24 jaar). Tijdens het huwelijk in Raerd zijn de ouders van Luite aanwezig, wonende te Tijnje en Wytske kwam het huwelijk bijwonen vanuit Oosterwierum.    

Douwe kwam als kind van 12 jaar mee naar Raerd. Hij zal als jongen al snel hebben moeten meewerken. Op 8 december 1906 verhuizen van Raerd 135 naar Raerd 45 (13 jaar) . Op 1 juni 1907 werd hij weer als arbeider ingeschreven (hij kwam van Raerd 135 en bleef in Raerd 135). Douwe werd, net 21 jaar, ingeschreven als landarbeider (mei 1914) – geloof was gereformeerd - in Jorwert.  In december 1914 schreef hij zich weer uit. Hij werd boerenarbeider te Mantgum. Volgens registratie heeft hij gewerkt bij M. van der Hem, Raerd 47 (een versje in het poëzie album van zijn zusje Jantje Jansma  is van J. van der Hem, zie hoofdstuk 37). Tijdens zoeken stuitte ik op de de naam Marten van der Hem. Douwe werkte als boerenarbeider samen met de arbeider Albert Burenga en Akke Dijkstra vanuit ‘huizinge R 47” bij M. van der Hem; intern dus.  


Emigratie naar Amerika van haar kinderen en kleinkinderen tussen 1905 en 1915. 


In de roerige tijd van 1905 tot 1915 vonden emigraties plaats van haar 6 kinderen en 6 heel jonge kleinkinderen: Antje/ Anna en Maaike , Thijs en Thijs, Jan en Wietske. In Amerika werden  nog meer kleinkinderen geboren die Wytske niet in levende lijve zal zien, alleen op foto’s waarschijnlijk. Toen haar dochter Jantje en haar jongste zoon Douwe het huis uitgingen, verhuisde Wytske om bij haar dochter Aafke en haar gezin in te trekken. Wytske is dan 61 jaar.

In Friesland bleven haar dochters Aafke en Jantje wonen en trouwden daar. Van haar zoons bleef alleen Klaas in Friesland, waar hij met zijn gezin woonde op een mooie boerderij  in Poppingawier. Wytske moet toegeleefd hebben naar de brieven van haar kinderen uit Amerika.  


Op 12 mei 1912 verhuisde Wytske naar Aafke in Oosterwierum, waar ze tot haar dood in januari 1918 bleef. Wytske Jansma - van der Meulen’ man Tijs Sjoerds Jansma lag begraven in Burgum, zelf wilde ze in Oosterwierum begraven worden, waar haar dochter woonde, maar dat kon niet vanwege haar Hervormde geloof. Oosterwierum was gereformeerd en er werden geen Hervormden begraven. Er is toen een noodsprong gemaakt naar Mantgum waar de gemeente haar wel wilde begraven. Wytske maakte voor de tweede keer een probleem met haar geloof mee, gelukkig de tweede keer niet als levende. 
















Een oude foto van Easterwierum, toen met de middeleeuwse kerktoren op de terp,  maar later is het dorp verplaatst naar waar het nu ligt. Hier wordt de terp aarde afgegraven.   















1905- Easterwierrum, Singel, met school.

Tijs werd begraven op het kerkhof in Burgum, maar Wytske overleed in Oosterwierum in januari 1918 bij haar dochter Aafke. De tweeling die bij Wytske werd begraven waren de kinderen van haar kleindochter Wietske Platt- Bijlsma, de tweeling werd geboren in 1945. In 1950 emigreerde kleindochter Wietske met haar man Sipke Platt, de bakker uit Oosterwierum, ook naar Amerika.


Okke 3-10-2010

" It gref fan Wietske van der Meulen en derby setten de 2 berntsjes fan Sipke Platt en Wietske Bijlsma.

De bern hienen miskien byset wurde moaten yn it gref fan Afke en Rients mar dat koe doe net want greven meie oar it algemien oan de Sudkant fan in hof net earder iepen wurde makke as 15 jier letter en oan de Noardkant faak sa'n 5 jier letter.

   

It is der kalder en in lyk untbynt dus ek stadiger ".













Boelgoed nadat Wytske was overleden:

...'Op 4 februari namiddags om 1 uur, ten sterfhuize van weduwe Thijs Jansma te Oosterwierum. Boelgoed a contant van de door haar nagelaten inboedel waaronder eikenhouten secretaire, grote kleerkast, penantkastje, 2 tafels, 6 nieuwe stoelen, stoven, spiegel, lampen, stoelen, naaimachine met tafeltje, vloerkleed met kleedje, Friese klok met dubbele kap, 2 veren bedden, kook en kolom kachel, turfbak, kippenhok, koper- , blik-, tin- en aardewerk en wat wordt meer aangeboden; voorts breed gouden oorijzer met knoppen en spelden'...


Gouden oorijzer

het oorijzer werd gedragen op zondag naar de kerk en op speciale dagen. Het werd gedragen op opgebonden haar.  Daarover een zwarte muts met daarover het gouden oorijzer, in variaties smal of breed. Daarover komt een witte muts met kant rand of gehaakte rand.







































Gouden oorzijzer. Fries museum. 

















Wytske, de foto die allen kinderen meekregen wanneer ze naar Amerika vertrokken. De foto zal in 1905 zijn gemaakt. 



























Wytske's graf in Easterwierum, met 2 kleinkinderen (van haar dochter Aafke jansma, zie hoofdstuk Aafke)



Okke: 1-3-2012

'Tresoar hat it lest jier in soad wurk dien oer emigranten ut Fryslann en sa ha’k de gegevns fan Burgum ek wat neisjoen.
Yn 1848/1849 binne der sa’n dik 25 minsken ut Burgum nei Amerika gien en hast allegearre nei Pella, en dat hie allegearre te dwaan mei de skieding yn de tsjerke, dus wat letter de Doleantie wurde soe yn 1886.
Der sieten al Ned. dumnys yn Pella doe en grutte mannen sa as Worp van Peyma en oaren binne der ek hinne trokken.
Foar safier as ik utmeitsje kin, wie dat de grutste oarsaak – geloof en ek ni tinken dat der mear geloofs frijheid wie yn Amerika, en de jirpelsykte wie gjin grutte spiler yn de emigraasje, wol mei de Ieren fansels.
In grutte emigraasje flecht wie ek wer tusken 1882 – 1889 doe sa’n lyts 30 minsken nei Amerika gien binne en dan mear nei it Easten ta – reden ek wer de tsjerke mei de Doleantie, mar folle mear troch in lanbou crisis.
Nei de Civil War yn Amerika 1861/1865 kaam Amerika wier oerein en ferbouwde der in ofgriislik protte weet dat ek nei Europa eksportearre waard en boppedat Ruslan waard doein grutte not eksportearder foaral ut de Oekraine – de tsjer nozem ( swarte ierde) streken wienen de breakoer ommers ek al foar Romeinske keizerryk.
De Frieske boeren mei harren alderwetske wize fan buorkjen rekken sa dus yn de lytse luge, en protten boeren waarden sa of arbeider, kastelein, feekeapman, lyts winkelmantsje, of sels fuorman en de boeredochters gongen nei Utert, Noard – en Sud Hollan ta te tsjinjen by de welgestelden.
Dy emigraasje fan de 1880’er jierren is eins ek trochgien oan de 1930’er jierren ta en wer oanset nei WO 2 yn 1947/1948 ensa oan’t de 60/70’er jierren ta en doe waarden de tastannen yn Ned. safolle better.
Ik seach ek nei de emigranten fan Sumar en skrok ek dat der safolle weigien binne en meastaL nei Canada, USA en seach myn namme der ek stean – 19 Des. 1956, ien fan de 2 dyt nei Aust gien binne de oar wie Atse( Flutsje) Keuning yn 1951'.





 Okke: 4-4-2012

"Je witte bytiden wert je ophalde moatte want us foaralders ha harren tige goed by it Alde Skrift holden hear – Ga Voort en Vermeenigvuldigd U en it alde sechje fan – der is nea gjin earemoed under de tekkens is wier.

  De Jansmas der yn de VS ha der net alle junen djip sliept en alhoewol ik hiel wat utfun ha binne der ek dochs nog in pear wyte plakken der ik net folle oer utfun ha"



Okke 9-7-2012 Hoe giet it- wij fluitsje wer blinder'

"Nog in pear stikjes ut de LC - moai eins dat dy krante digitalisearre is he.
Ik woe wol dat se dat ek dienen mei de Burgumer Krante fan Tjibbe Gearts van der Meulen.
Dizze man wie froeger ek reis agent yn Burgum en hat de reizen foar 100 den minsken fersoarge fansels en dat him ek gjin wynaaien lein ju.
Ptotten ut dy omkriten binne ek nei Pella VS emigrearre en ha der, sawol as op oare plakken grutte Fryske mienskippen festige, letter is dat ek bart mei in Grand Rapids en de griffemearden hienen der ek harren eigen skoallen en universiteit.
Myn freon Hindrik Baron ( Wrede Paradys ek) hat der ek prof west, syn broer Sytze is der gods smoarryk wurden.
Dat wie eins ek sa mei de Thys Sjoerds joinges der ommers - dy rieden yn de 30'er jierren ek al yn grutte autos en hienen harren eigen buorkerijkes.
Yn it Fryslan dat se achterlitten hienen, hienen har alde wurkjowers nog net iens autos en de Pachtwet wie der doe ommers ek nog net iens.
De komelkers op de klaai hienen niks yn te bringen en guon waarden sa fan de pleats set - ik wit ferdomme earleik net werom de Pachtwet nets earder ynfiert wurde koe as 1937, mar ja Fryslan wie doe ek wat in achter gebleven gebied en de Denen ha de Friezen doe ek it suvel wurk leart en as it net oan de oan in Jongsma lein hie wa wit hoe lang it doe ek nog duorje soe eart it Frysk stamboek foar fee en hynders der kaam.
Sa'k my herinnerje kin wie dat yn 1897 yn de moaie alde kroeg by Reduzem - De Drie Romers - godkens wat ha wy der froeger in protte dunse.
T'Deel wie ien fan deade gemeentes yn Fryslan - fol mei dy griffemearde famme ferkrachters, mar yn Idaarderadiel wie it wille - Reduzem, Jirnsum, Grou, Akkrum, Aldeskoat.
Wat ha wy eine offytst en famkes thusbrocht op ofleine buorkerijen yn it Grouster en Wergeaster Leechlan.
Myn neef Douwe Janma fan Idaard wie doe ek de grutte feestmakker en sweefde de hiele wrald ek of mei syn maten yn de Citroen Traction Avant.
Douwe rekkene ek net yn gunen hear mar yn gleskes bier.
Moaie dagen en wike einen by omke Japik en tante Liifke der op de polle yn Idaard - edele minsken en myn leafste omke oan heite kant".

















Een kort overzicht van de emigratiejaren van de zonen van Tijs en Wytske:  

Jaartal

Naam

Wie gaan mee

Woonde in

Gaat naar

Oktober 1905

Okke    Jansma (23 jaar) 

     

Poppingawier

Noord Amerika.

November 1910

Jelmer Jansma (27 jaar)

Aafke Jansma(24 jaar), Antje (1,5 jaar)

Oldeboarn

California.

Mei 1911

Sjoerd Jansma (37 jaar)

Hieke (35 jaar)  en   Maaike (5 jaar)  en Tijs (1 jaar).

Ysbrechtum

Montana, Billings

Februari 1914

Jan    Jansma (27 jaar)

Wietske (27 jaar) , Jan (bijna 3 jaar)  en Wietske (13 maand).

Oldeboarn

Montana, Billings

Februari 1914

Sikke  Jansma (23   jaar)

Wietske (23 jaar).

Oosterwierum

Montana, Billings

1915

Douwe (22 jaar)

Na de dood van Sjoerd Jansma gaat Okke Jansma terug naar   Friesland voor bezoek en neemt Douwe Jansma mee.

Poppingawier

California.



Okke 4-4-2013

"Je wurde suver wei yn de Jansmas yn de VS en ek yn Fryslan trouwens.
Hienen us foaralders mar wat tuker west foar 1911 en in oare namme oannommen sa as by foarbyld Burguma dan soe it hjoed de dei in kald keunske weze dy tizeboel fan Jansmas ut te pluzjen he". 





American photos
rond 1900
America Photos 1900's.pps (6.23MB)
American photos
rond 1900
America Photos 1900's.pps (6.23MB)





Okke 12-1-2014

"Juster ha wy hjir wer in grutte vintage machinery dei han en it wurd elts jier grutter.
in pwear plaatsjes fan wat ald en nij ark IMG 0055 in MB truck fan 1958, IMG 0030 in houten trein en alles wurket( it hout is Huon Pine) , mar gjin stoom yn de tsjettel fansels, IMG 0039 in 1/3 skaal home built trekker – de makker hie in swiere jun han mei maten op de Show Grounds en ek wat te djip yn’t gleske sjoen – in dikke kater, IMG 0044 in Jelbart trekker ut 1907 en net restaureart – in 2 takt motor en ek nog supercharged. Ik ha jierren lyn in 5 pk. Jelbart stationaire motor fan 1912 han en dy ek restaureart – pracht motors en se waarden yn Ballarat makke.
Ik ha dy motor foar $A 750 ferkocht yn 1996 en se binne no mear as $A 3500 wurdich – domme set he it fan de han te dwaan he – ik hie gjin romte mear.
IMG 0053 in boskje kreaze Fergie trekkers – hjir binne no ek in soad fan dy Fergie klubkes en se wurde moai restaureert en sjogge der moaier ut dan doe se spiksplinternij wienen – se binne oer restaureert en dat dogge dy fanaten no ek mei autos en motorfytsen ensa, derom fyn ik dy alde Jelbart sa moai – de patina fan de tiid straalt der ut en it rint as in klokje en knalt sa moai.
It wurd in gleone wike en sil it restich oan dwaan tink.
No de tun yn en de plantsjes wat wetter jaan".



Sijtie 11-9-2015  

"Hoi Okke, dy family dwarsferbannen der mot je it yn sykje. As de soan fan Tjibbe Gearts ut Burgum gie, dan wist hiel Burgum dat. Jantje sil mei Markus der hinnen gien ha omdat Markus syn omke (warskynlik, Harm Lubberts (begrafen op East Drente cementry) der al wie. Sa giet de iene de oare efternei.

   

It soe ek wese kinne dat Okke yn 1905 direkt nei California gean is, der wiene fanut de Swierstra’s wer febannen. Jantje myn beppe en Douwehar broer ha ek bij Swierstra wurke yn Rauwerderhim (dat mot ik no neisykje as’t witte wolst) en derfan gienen ek soannen nei California. De fraach is werom Sjoerd en Sikke en Jan direkt nei Montana gienen, soe it mei geloaf te meitsjen ha". 


Okke 11-9-2015

"Hoi Sytie,
Hast totaal gelyk – der binne safolle dwers ferbiningen en dat sjochst ek wer ast nei de emigraasje sifers sjochst ut de ferskillende doarpen yn Fryslan en ek yn Grins trouwens.
Wy witte bygelyks dat Sjoerd Tijsses en ek Tijs Sjoerds nei Uithuizen en Uithuizern]meeden teint binne en dernei binne der ek famylje fan se der ek hinne gien en der bleaun en it neiteam wennet der no nog.
Sjochst ek hoefolle minsken der wei nei Sud Amerika gien binne en dus Riekle en Jantje ek folge.
Us famylkje yn de VS itselde her en wy moatte ek net ferjitte dat der doe ek al in pear bruorren fan Hieke Lycklama a Nijeholt sieten mei famyljes ensa en dy ha , nei it it ferstjerren fan Sjoerd, doe ek goed op se past en yn feite Hieke hat der in pear jier as hushaldster by Douwe har broer tsjinne.
Hieke hat ek nog ris werom west yn Fryslan mei har bern Anna en Tijs, Hieke ek nea wer trouwt en foar safier as ik wit is de ienigste, utsein dan fan hast sweager Okke dyt yn 1915 werom west hat, dyt it alde honk wer opsocht ha".





Okke 2012

"Moarn Sytie,
De moaie sinnige hjerst dei is hast wer oer en hjoed noflik wat yn de achtertun mei myn laptop sitten te griemen en bargjen.
Ik tocht sa it begjin fan de emigraasje fan de soannen fan Thys Sjoerds Jansma en Wietske Klazes van der Meulen mar efkes op papier sette.
De skiednis fan de skippen ha’k ut ferskillende boarnen weihelle en de bron fan oankomst yn de VS binne de registers fan Ellis Island.
Dat is bytiden ek net maklik ut te sykjen want der wurde in soad fouten makke mei de nammen fan minsken sawol as doarpen/steden troch de Amerikanen.
 
It is tapassend dat it hjoed 100 jier is dat de s.s. Titanis sonken is ( it jier dat us mem Bartje de Boer yn Frederiksoord berne is) en ek dat de NOORDAM sawol as de RIJNDAM troch deselde werf bouwt binne as de TITANIC.
Boppedat is it ek moaui te betinken dat de NOORDAM op 15 April 1912 de TITANIC nog telegrafysk seint hat en dat skip warskoge hat foar iisbergen, miskien der gji ntysje fan nommen en sa as se sizze – the rest is history.
Ik ha de plaatsjes fan de skippen en ek it gref ( foar nijsgjirrigens) fan Wypke Lycklama hjir ek mar by oanheake – it makket de hiele saak wat ynteressanter en jowt it ek wat kleur ensa.
Samar foar no en folle leafs fan us en ik kom letter wol werom oer it begjin fan de Jansmas yn Burgum en dernei ek wat oer de fiere foargongers fan ien kant, de oare kant is in tsjuster paad en ein dyt mei der tige goed mei helpe koe en ek in ald Eastermarder – Reid van der Ley is in skoftsje lyn stoarn.
Goed oppasse en ferjir ek net ris nei de blomkes te ruken he.
May the force be with you and yours". 
 

 

1. Yn 1915 is Okke wer nei Fryslan werom gien en nimt dan syn jongere broer Douwe mei nei Amerika.
Douwe wie boere arbeider yn Oosterwierum em ik tink dat wy ek wol oannimme kinne dat Okke ek wol in skoftsje by syn mem ut fan hus west hat yn Easterwjirrum en boppedat der ek syn takomstige frou Trijntje Ferwerda moete hat of miskien wer kontakt mei makke hat – ik bin der net wis fan mar sil nog rid wat neisykje.
Hawar, Douwe is nog frijgesel fansels en beide geane mei de s.s NOORDAM op 19 Juli 1915 ut Rotterdam en komme op 29.7.1915 op Ellis Island oan
 
2.Sikke, boerearbeider yn Oosterwierum, frou Willemke ( sa is de namme oanjun yn de registers fan Ellis Island – mar it wie Wietske), gjin bern, geane mei de s.s NOORDAM op 16 Feb 1914 ut Rotterdam wei en komme op 26.2.1914 oan op Ellis Island yn de VS.
 
3. Jan, boerearbeider yn Oldeboorn, mei frou Wietske en lytse bern Jan en Wietske reizgje tegearre mei Sikke en Wietske op de s.s. NOORDAM.
 
4. Neidat Okke Sjoerds Jansma stoarn is yn Billings Montana giet syn widdowfrou Hieke Lycklama a Nijeholt ( 40 jier) mei de 2 bern Maaike ( 10 jier) en Thys (6 jier) wer nei Fryslan op besite it begjin fan 1916, want op 22 Juni 1916 komt se ut  Oosterwierum, via Rotterdam wer oan op Ellis Island mei de s.s. NOORDAM.
Ik wir fjirder ek niks oer dy besite en miskien wit jim heit der nog wat fan te fertellen miskien.
Sa fier as ik utfine kint ha is Hieke nea wer trouwt mar hat in protte te dwaan han mei har 2 bruorren Douwe en Wypke en suster Trijntje der yn de VS en har broer William ( Wypke) hat ek nog yn de 1ste Wrald Oarloch fochten.

 


















The "Noordam" was a 12,531 gross ton vessel built in 1901 by Harland & Wolff, Belfast for the Dutch company, Holland America Line. Her details were - - length 550.3ft x beam 62.3ft, one funnel, two masts, twin screw and a speed of 15 knots.
There was accommodation for 286-1st, 292-2nd and 1,800-3rd class passengers. Launched on 28/9/1901, she sailed from Rotterdam on her maiden voyage to New York on 1/5/1902.
On 17/10/1914 she was damaged by a mine in the North Sea, but repaired and resumed sailing on 26/3/1915. On 3/8/1917 she was again damaged by a mine and was then laid up for the duration of the war.
She resumed service between Rotterdam, Plymouth, Brest and New York on 9/3/1919, and commenced her last voyage between Rotterdam and New York on 24/1/1923. She then went to the Swedish America Line, who refitted her to carry 478-cabin class and 1,800-3rd class passengers and renamed her "Kungsholm". On 15/3/1923 she started sailings between Gothenburg and New York, and on 7/11/1924 between Gothenburg, Halifax and new York.
On 6/10/1926 she went back to her previous name of "Noordam" and resumed sailing between Rotterdam and New York and in December of that year, became a third class passenger ship only.

She commenced her last voyage on this service on 16/4/1927, was then sold and scrapped at Hendrik Ido Ambacht (The Netherlands) in 1928.

 
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5. Okke, boere arbeider yn Poppingawier gjit mei de s.s. Potsdam ut Rotterdam op 1 Okt. 1905 nei Amerika en komt op 10 Okt 1905 oan op Ellis Island.
6. SJOERD ( boerearbeider yn Ysbrechtum) , frou Hiek en bern Maaike en Thys, geane op 19 Maaie ut Rotterdam mei de s.s. POTSDAM nei Amerika ta en komme op 29.5.1911 yn Ellis Island oan.
 


 
Potsdam Bouwjaar : 1900 Werf : Blohm & Voss Bruto tonnage : 12.606 ton L x B x D : 174,65 x 18,90 x 9,70 meter Snelheid : 15 knopen Passagiers : 282 I, 208 II, 1914 III Bemanning : 255 Het ss Potsdam was het eerste schip dat de HAL in Duitsland bestelde bij de werf van Blohm & Voss in Hamburg. Twee maanden na deze bestelling werden 2 nagenoeg identieke schepen besteld bij Harland & Wolff, de Rijndam (1) en Noordam (1) De kiel voor de Potsdam werd op 4 mei 1899 onder bouwnummer 139 gelegd. De tewaterlating vond plaats op 15 december 1899. Precies 1 jaar en 1 dag na de kiellegging vond op 5 mei 1900 de officiële proefvaart plaats. De Potsdam had 2 masten, 7 ruimen met 18 stoomlieren. In de machinekamer stond en 4 dubbel- en 3 enkele cilindrische ketels met 33 vuren. Deze leverden de stoom voor 2 triple expansie-machines. Op 17 mei 1900 vertrok de Potsdam voor het eerst uit Rotterdam met bestemming New York. Deze reis was geen succes. Tijdens de voorjaarsstormen op de Atlantische oceaan bleek dat het bovendek daar niet tegen bestand was. De bovenbouw moest in Hamburg op kosten van de werf (600.000 goudmark) worden verwijderd om het dek te verstevigen. In de winter van 1901 werd de schoorsteen met 7 meter verlengd om de vuurtrek te verbeteren. Door deze verlenging kreeg het schip een bijzonder uiterlijk en de bijnaam ss Pijpdam. In 1912 werden 8 extra sloepen aangebracht op het achterdek. De Potsdam werd op 2 december 1915 verkocht aan de Sverige-Nordamerika Rederij in Stockholm en herdoopt in ss Stockholm. In 1928 werd het schip verbouwd tot walvisvaarder en kreeg de naam ss Solglimt. In 1941 werd de voormalige Potsdam door de Duitse koopvaardij-raider Pinguin in de Zuidelijke IJszee aangehouden en opgebracht naar Bordeaux. Nadat het schip onder Duitse vlag was gebracht werd haar de naam Sonderburg gegeven. Tijdens Britse luchtaanvallen in Cherbourg werd het schip op 15 september zwaar beschadigd. In 1944 werd het schip door de Duitsers tot zinken gebracht in de haven van Cherbourg. Na de oorlog werd het schip teruggegeven aan de Hvalfangerselskap die het schip in 1947 liet lichten en in Engeland heeft laten slopen. (Rob Holdermans, HALlo 5-2000)

   
 
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
7. Jelmer, boerearbeider yn Rauwerd ( Raerd ), mei frou Akke Liemburg ( alde Eastermarder famylje wert ik de stambeam ek fan ha trouwens) en lytse Antje geane op 13Nov ut Rotterdam mei de s.s RIJNDAM en komme op 23.11.1910 op Ellis Island oan.










s.s.RIJNDAM – 1901 TO 1929.
A four full deck, steel passenger ship that could rig one triangular boom sail. Construction began in November of 1899 with the laying of the keel. The ship was launched in May 1901, delivered on October 3 of that year and sailed on her maiden voyage, Rotterdam to New York, on October 10 (1901). Eight lifeboats were added aft, including a boat deck to store them, as a result of the Titanic disaster.

The ship had an eventful career. In September 1915 two crew members died from suffocation in Hatch #2 because of 925 boxes of flower bulbs which were eminating carbon dioxide and seriously reducing the amount of available oxygen.

In January 1916 the ship hit a mine laid by a German submarine. The explosion killed three crew. Emergency repairs were made in England and final repairs made at the Wilton yard in Rotterdam. (Photos of the mine damage taken by the Wilton yard can be viewed on the attached page.)

In the autumn of 1916 the ship was towed into New York due to heavy damage from a collision that occurred off the American coast. Three days after the United States entered World War I, the ship was seized on June 20, 1917 by the U.S Government and allocated by the U.S. Navy. She was converted to a troopship and renamed the USS Rijndam in March 1918. During the short time she was a troop carrier, the ship transported 17,319 persons. Rijndam was released from service and returned to the Holland America Line in October 1919.

After a refit she returned to her prewar route with her first voyage from Rotterdam June 31, 1920. In May 1925 the accommodations were changed from the layout listed in the below chart to become Cabin and Tourist classes only. In 1926 this again changed to Cabin, Tourist and Third classes.

On September 18, 1926 the ship began a seven month world cruise as a floating university in charter for the University of New York, carrying 506 students. (More on the University World Cruise on the attached page.) "University World Cruise" was painted on both sides of the hull.

The ship was sold as scrap in December 1928, arriving in Hendrik Ido Ambacht, Netherlands in April 1929. Demolition being done by N.V. Frans Rijsdijk's Industriele Ondernemingen.