Jansmabergum.nl 
op zoek naar betekenis 





Hoofdstuk 8. Huisraad van de winkel in Sumar 1852 van Janke Wadman, vrouw van Okke Tijsses Jansma


In de archieven van Tresoar bevinden zich vrij veel stukken die betrekking hebben op Okke Tijsses Jansma.  Vooral Okke, mijn mede site maker, heeft gezocht naar meer aanknopingspunten over het veerschip, de snikke 'De Fortuin'.  Gaandeweg blijkt ook de beschrijving van de inventaris uit die tijd een mooi stukje geschiedenis. Ik heb hieronder een overzicht wat er in het winkeltje in 1852 te vinden was. 

Er was een winkeltje in het woonhuis, er was een loods, een achterhuis, een echtelijke kamer, een hok en een zolder. Kleine dingen kleuren de werkelijkheid van die tijd, zo had Janke op zolder spek hangen om te drogen, theekisten met inhoud, appeltjes om te drogen. In het achterhuis stonden koffiekannen en een koffiemolen en de wasketel. In de echtelijke kamer stond een vogelkooi met kanarie en glasgordijntjes, een tafel met 16 stoelen, er hing een spiegel met bruine rand, er hing een staartklok en er was een vuurhaard. In de kast stond het aardewerk zoals glaasjes.  Om de voeten te warmen stonden er 7 stoven onder de tafel. In het deel waar een wit schaap stond, lagen de aardappelen opgeslagen en waren er spullen zoals een kindergemak en het linnenrek. Okke en Janke sliepen in de bedsteden net als iedereen in die tijd. 

Janke had een gouden oorijzer die ze op speciale dagen droeg, met een 3 strengs gitten ketting met gouden slot. Prachtig moet dat geweest zijn, met een gekleurde tipdoek en gouden muts en doekspelden, een schoudermanteltje en kousen aan de voeten. Okke droeg petten voor door de week en hij had een hoed voor speciale gelegenheden met een lakens pak. 


Boedelbeschrijving:

...'Boedelbeschrijving Janke Jansma Wadman  6 april 1852. Op verzoek van Okke Tijsses Jansma, veerschipper en koopman, wonende te Suameer, voogd zijner minderjarige kinderen met name Antje, Jan, Tijs en Dieuwke Okkes Jansma welke eenig en alleen geregtigt zijn en zich gedragen als erfgenamen, ieder voor een vierde gedeelte,

In bijzijn van Pieter Jans Wadman, herbergier, wonende te Hardegarijp, qualiteit toeziend voogd van gemelde minderjarigen. 

Ten huize gequoteerd nummer 22 te Suameer:



   

Eenige stukjes zilver, waardig 40 cent

0,40

Voorts 3 streng bloedkoralen

4,50

En een kerkboek, zonder zilver

2


     

     

     

     

In den winkel


 gulden      

     

Op het bovenste bord:

     

     

3 stuks dweilgoed

4,50

     

4 blikken bussen en 2 dito trompen

2,55

     

2 kistjes rozijnen, een pot geele kandij en een partijtje   boter

10,50

     

Een pakje kwasten

1

     

Op het tweede bord:

     

     

15 pond   tabak

7,50

     

Een partijtje koek en 2 gember potten

2,20

     

16 zakdoeken en 11 hoteldoeken

4,40

     

Op het derde bord:

     

     

2 dozen met rozijnen en pruimen, en 4 fleschen, waarin   peper en nagelgruis, kaneel en indigo

3,25

     

5 fleschen, waarin sterke drank, bitter en azijn, 2   kistjes eau de cologne

4,60

     

4 kistjes met lint en band, een dito klosje met gaarn, een   dito met knoopen, een dito met langet, en 2 zijden en 2 katoenen mutzen

10,50

     

Op het vierde bord:

     

     

4 winkeldozen met kandij, suiker en lakmoes

5

     

Kaas en spek, een pot met mostaard en een sieroop gieter

3,30

     

Noten en vijgen

1,50

     

Een mand met porseleinen pijpen, koppen en mondstukken

3

     

Een dito met kammen, naalden kokers en messen

1,10

     

Voorts nog in den winkel:

     

     

2 vaten cichorei

9

     

Groene erwten en paardenbonen

9

     

Gort en rijst

20

     

Een blikken bus met koffijbonen

9

     

Een dito met thee

9

     

Een vat met meel, een dito met zout en een dito met zeep

13,10

     

Een oliebekken met maten en olie, een kan een vaatje en   een mandje

3,50

     

Potäsch, een pot met vet, een mand met eijeren en een vat   met beschuit

6

     

Touw, halsters en spantouw

20

     

Eenige temsen, vegers, kwasten en kaasraspen

7,25

     

Een paar koperen en een paar houten schalen met evenaars   en gewicht, tinnen maatjes en trechters, en houten maten

13

     

2 mandjes pijpen, houten lepels en sleven

3,50

     

Eene partij nieuw steengoed

33,18

     

  



Op den zolder:

Eene zijde droog spek

22

Eene kist met thee

25

Verfstoffen (?), schrobbers, zwavelstokken en een vaatje   met blauwsel

4

Cichorei zaad

10

Wollen garen en pakpapier

5,20

Een plaatstoof, een vuurpot, en eenige romling (?)

7,35

Een vierkante tafel

2,25

2 cichorei grijpen

2,80

Een kistje met appels, een partijtje stamboontjes en turf   en eenige romling

4

In de Loots:

Sterke drank

15

Azijn, siroop en olie

5

Eenige ledige vaatjes

2

In het kamertje:

Kaas

15

2 mandjes met doeken, band, garen en lint

5

Een tafel, een kastje, een koekpan en eenig steengoed

2,80

Het achterhuis:   

Een koperen waschketel, 3 dito koffijketels en een   koffijmolen

7

2 blikken ketels, 3 dito lampen, 2 dito koffijkannen, een   tinnen boterklip, eenig steengoed en een doofpot

2,30

Een mandje met lepels en vorken

2

Een ijzeren potje, 3 vaatjes, een bijl, zaag en boor, een   engster en een weinig turf

3,75

Een tinnen kamerpot

0,75

Het hok:

Een partij turf en hout

26,50

Het huis:

2 houten emmers, een tob, een linnenrak en een kruiwagen

5,20

Een partij groote en kleine aardappelen

9

Een vuurhaardje, een heuvel, een ijzeren braadspan, eenige   oude manden en zakken

4,30

2 tuinklauwen, 4 schoffels en een hark

1,70

Een kindergemak

0,40

Een wit schaap

10

Penningen:

In onderscheidene spetie

40,30

Vorderingen

De aangegeven verklaarde, dat door onderscheidene   personen, volgens gehoudene aantekening wegens aan hen geleverde   winkelgoederen verschuldigd is

299,37

En dat verschuldigd is door Pieter Jansma man voornoemd,   blijkes onderhandse schuld, bewijs van den 8 e dec 1842, eene som   van

600

Rente 5 ten honderd in het jaar, onbetaald sedert den 8 dec dor vorigen jaars. Voorts   verklaarde de aangever dat tot den gemeenschappelijke boedel behooren, de volgende schuldvorderingen afzonderlijk tot   last van hem op zijne kinderen, als:

a. tot last van hem   requirant: vooreerst de somme van 137, 50 en een halve cent, uit   gemeenschappelijke gelden genomen tot voldoening der kosten van een   koopcontract met cesfie (?) van eht huis hierna gemeld

137,59

b. ten anderen: 119,23 betaald arbeiderslonen voor   bewerking, van nu door den requirant gehuurde landen

119,23

Te samen 256,82

                            256,82

c. tot last van zijne kinderen:

1. 50 gulden, uit gemeenschappelijke gelden betaalt   wordend, schuld en begrafeniskosten, bij gelegenheid van het overlijden   hunner moeder

50

2. 12,44 guldenbetaalde kosten, gevallen op benoeming, van hunner toeziend   voogd, te samen 62,44

12,44

                               62,44

Veer en beurt   schip:

De gerechte heeft van het veer en beurtschip, varende van   Suameer op Leeuwarden en terug met zeil en treil en verder toe en   aanbehooren, aangekocht volgens koopcontract, voor mij gepasseerd 4 dec 1841,   naar behoren geregistreerd, zijnde de koopprijs, volgens quitantie op het   afschrift, voldaan gesteld de waarde van 1000 gulden

1000

Toebouw

De toegezaaide roggevrucht van ruim 1 bunder land te   Suameer, waardig, na aftrek van de verschuldigde huur

30

Bedragen te zamen

3132,06

Schadelijke staat

Den koopman Schrijnhout te Leeuwarden, competent wegens   geleverde winkelgoederen

2

Den cichoreifabrikant Koopmans te Marrum, wegens geleverde   cichorei

5

Den koopman k tigler wijbrandi te Leeuwarden, wegens   winkelgoederen

4,55

Willem Adema te Bergum, wegens geleverde groene erwten

6

Bedragen samen 17,55

                         17,55

Eindelijk verklaarde de aangever, dat door hem op zijne   naam is aangekocht, het huis met erf en tuin, te Suameer in het gebuurte, bij   hem in gebruik, blijkens koopcontract, voor mij notaris gepasseerd op 3 dec   des vorigen jaar, behoorlijk geregistreerd, waarvan de koopprijs, ten bedrage   van 1500 gulden, nog geheel verschuldigd is.

Gevaceerd tot het opmaken van het hoofd en het   inventariseren der goederen, tot des avonds 6 uur, en niets meer gevonden en   aangegeven zijnde op dit proces verbaal te worden gebragt, is het zelve   gesloten, en heeft de aangever verklaard, alles getrouw aangegeven en niets   verduisterd te hebben, noch te hebben gezien of te weten, dat iets   verduisterd is geworden, welke verklaring hij met de eede, in handen van mij   notaris afgelegd, heeft bevestigd.

Waarna alles gelaten is in het bezit en bewaring, van den   requirant, die verklaarde zulks te erkennen, en zich te belasten dat alles te   verantwoorden en te voorschijn te brengen, wanneer en aan wier zulks behooren   zal. Aldus gedaan en verleden op tijd en plaats voormeld, in tegenwoordigheid   van Ebe Douwes Veenstra, landbouwer, wonende te Suameer, en Teunis Rienk   leistra, kantoorbediende te Bergum, als getuigen, en is deze minuut   onmiddellijk na voorlezing ondertekend door den requirant, den toeziend voogd   de tapateur (?), de getuigen en mij   notaris.