17. Sjoerd Tijsses Jansma en Maaike Wadman
Sjoerd Tijsses Jansma (21 december 1816 Burgum - 25 juni 1902 Burgum) was getrouwd met:
- Maaike Douwes Wadman (21 september 1811 Tytsjerk - 12 februari 1855 Burgum)
- Jantje Rykels Linthorst/Lindhorst (27 mei 1832 Niezijl – 11 april 1902 Uithuizen). Over zijn tweede huwelijk gaat hoofdstuk 20.
Vader: Tijs Sjoerds Jansma, kleermaker en leerling boomkweker in Bergum. Tijs was zo nu en dan boom aanplanter bij de Bosgra's, maar het merendeel was hij net als zijn voorvaders kleermaker.
Moeder: Antje Okkes Bosgra, dochter van de boomkweker O.T.Bosgra uit Bergum.
Sjoerd Tijsses Jansma had na de dood van zijn eerste vrouw Maaike Douwes Wadman te maken met zijn stiefkinderen Grietje, Welmoed en Douwe de Boer, zijn eigen 7 kinderen waaronder een zuigelingetje. In totaal zorgde Sjoerd voor 18 kinderen, maar niet elk kind overleefde de kindertijd. Tijdens zijn overlijden op 85 jarige leeftijd, leefde nog 1 stiefdochter en 3 eigen dochters.
Het leven van Sjoerd Tijsses Jansma is uitgebreid onderzocht aan de hand van data uit notariële akten en kaarten uit die tijd. Enkele nauw verweven families zijn Wadman en Bosgra uit Burgum en directe omstreken. In de tijd van de Industriële Revolutie was Sjoerd volwassen en de wereld veranderde sterk. Zo zijn twee volwassen kinderen geëmigreerd naar de VS en Argentinië. Zijn dochter Jantje en haar twee kinderen zijn naar de VS gegaan, al vóór 1900, dus echte pioniers. Het is een lange zoektocht geworden om een spoor van Jantje en de kinderen te vinden, maar het is gelukt. Zijn zoon Rykele is met zijn gezin naar Argentinië geëmigreerd, aangelokt door mooie verhalen, maar van hen is geen spoor te vinden, ondanks een stevige zoektocht. Sjoerd was ambitieus te noemen.
Sjoerd woonde met zijn eerste vrouw en kinderen in Bergum, aan de Zomerweg en aan de nieuwe Straatweg. Met zijn tweede vrouw in Uithuizermeeden. Als oude man van 85 jaar is hij door familie weer naar Bergum gehaald en zal hij bij hen hebben ingewoond, waarschijnlijk aan de Zomerweg.
De familie van de broers Sjoerd en Okke. Sjoerd, rood vakje, is de voorvader van Sijtie. Blauw, Okke, is de voorvader van Okke, mijn mede schrijver. De schrijvers verschillen 6 generaties met elkaar.
De jeugd van Sjoerd Tijsses Jansma
Sjoerd groeide op in de Schoolstraat in Burgum met veel broertjes en zusjes. De kinderen zullen vaak op straat gespeeld hebben met neefjes en nichtjes en andere kinderen rondom de Schoolstraat en Lageweg.
Sjoerds' moeder was 19 toen hij geboren werd, en zijn vader was 28 jaar. Zijn pake van moederskant was de bekende boomkweker Okke Tietes Bosgra uit Bergum. Pake Okke woonde vlakbij, bij de grote boomkwekerij en hoewel al Sjoerd oom was, waren een aantal kinderen van zijn pake ook van zijn leeftijd. Zijn pake was hertrouwd met een fleurige huishoudster en Sjoerd zal haar tante Tjitske genoemd hebben. Tante Tjitske kreeg 4 kinderen met pake Okke. Pake Okke had al 8 kinderen die ouder waren dan Sjoerd. Sjoerds moeder was al op haar 17 e zwanger van Sjoerds zusje, en daardoor moest er getrouwd worden. Het was een schande waar nog generaties lang over werd gesproken. Desondanks hadden Sjoerds ouders een gelukkig en vruchtbaar huwelijk. Van vaders kant waren de grootouders, kleermaker familie, al overleden. Ook zij hadden rond de Schoolstraat gewoond, dus neven en nichten waren er genoeg.
Sjoerd is geboren na de Napoleontische tijd en men was bezig om het land weer op te bouwen na de verwoestende overheersing en oorlogen van de Fransen. Zijn ouders, Tijs Jansma de kleermaker en Antje Bosgra wisten nog hoe het was toen alles in het teken stond van de Franse overheersing; bakkerijen moesten bakken voor het leger en kleermakers moesten soldaten kleding herstellen en wassen. Zijn grootmoeder van vaders kant, de weduwe Antje Tijsses, was ook wasvrouw in Bergum voor het Napoleontische leger geweest; een harde manier om als weduwe in het levensonderhoud te voorzien. Maar zij was al overleden voordat Sjoerd werd geboren.
Pake Okke Bosgra had het druk met zijn steeds maar uitdijende kwekerij. De rijken legden buitenplaatsen aan en wilden de moderne Engelse tuinen met slingerende paden en vijverpartijen. Niet meer de strakke geometrische tuinvormen van de Franse tijd. De tuinarchitect Roodbaard leefde in de tijd van Sjoerds' vader en waarschijnlijk heeft zijn vader ook opdrachten uitgevoerd via Bosgra om Roodbaards' tuinen aan te leggen bij een aantal buitens rondom Bergum. Na Roodbaards' overlijden nam de noordelijke tuinarchitect Gerrit Vlaskamp de opdrachten over. Deze Vlaskamp was een tijdgenoot van Sjoerd en Sjoerd moet ook voor hem hebben gewerkt. In hoofdstuk 5 over Tijs en Antje staat meer over de tuinarchitect Roodbaard. In dit hoofdstuk komt vooral Gerrit Vlaskamp als tuinarchitect naar voren.
Sjoerd werd geboren in 1816 en dat was de tijd van paard en wagen, hoepels, en kinderen die speelden op zandwegen en de weilanden rondom Burgum en soms rond het oude klooster. Spelen bij het klooster zal wel niet gemogen hebben maar spannend was dat wel. Er was genoeg water om in te zwemmen zoals bij de Burgummerdaem. De Burgermerdaem zal wat gevaarlijker zijn geweest omdat daar ook boren voeren, maar nog niet aangedreven door stoom. Alle grotere vervoer ging nog over water naar Leeuwarden (Zwette en Potmarge) of Groningen (trekvaart naar Stroobos en het Hoendiep). De koetsweg van Leeuwarden naar Groningen ging via Bergum, langs de Zomerweg; een mooie bomenlaan met een paar bekende uitspanningen. Hier werden in de nazomer vaak harddraverijen en ringstekerijen gehouden, want het paard was zeer geliefd. In de zomer was de Zomerweg een geliefd wandelpad. Veel familie woonde toen al aan de Zomerweg, met winkeltjes, arbeidershuisjes of de herberg. Toen Sjoerd volwassen werd, werd ook het gebied van de heide rondom Bergum ontgonnen, en werden er nieuwe boerderijen gebouwd. De Straatweg Leeuwarden- Groningen werd aangelegd en arbeiders uit Burgum konden een dagloon verdienden door een stuk mee te straten.
De Schoolstraat
De Schoolstraat was en is nog steeds de hoofdstraat met veel woningen en winkels aan weerszijden. In de tijd van Sjoerd woonde zowat iedereen aan die straat of aan de zijstraat de Lageweg, uitlopend naar de Burgummerdaem aan het water. In die huizen woonden vaak meerdere gezinnen. Om iets bij te verdienen ontstonden in de woonhuizen winkeltjes en kroegjes aan huis. Als er maar een kamertje vrij was kon daar weer een kostganger in. Het gebeurde regelmatig dat een jong getrouwd stel de eerste jaren na hun huwelijk bij de ouders introk en dat bejaarde grootouders weer opgenomen werden in het huis van hun volwassen kinderen. Mensen waren gewend aan grote gezinnen en grootouders hoorden daar als vanzelfsprekend bij. De mannen verdienen hun geld door een ambacht uit te voeren aan huis of als arbeider bij een baas.
Een bekende plaats voor nieuwtjes was de herberg Het Roodhert, een van de vele kroegjes en herbergen. Op de tweede verdieping was het gemeentehuis gevestigd en de vrederechter zetelde er een tijd. Een eerder gebouwd deel achter Het Roodhert was een soort boerderij, met koeien op stal. Ook al omdat eten en drinken direct ter plaatse waren. Als er getrouwd werd in Het Roodhert kon beneden gelijk een slokje worden besteld. Er werden ook aankondigingen betreffende verkopingen en opkopingen zoals boelgoed opgehangen. Omdat de meeste mensen liepen waren de afstanden op loopafstand en had een dorp of stadje vaak meerdere beroepsbeoefenaren in korte omtrek zoals bakkers en kasteleins.
Scholing
De kinderen Jansma zijn wel naar school geweest, omdat hun mem Antje Bosgra als kind van een grote tuinder toch redelijk veel onderwijs had genoten. Onderwijs was voor moeder Antje dus normaal. Sommigen kinderen in Bergum gingen alleen s winters naar school, omdat ze zomers op het land nodig waren. Onderwijzers werden niet gekeurd en veel pedagogisch inzicht hoefden ze ook niet van hen te verwachten. De klassen waren groot en meerdere leeftijden werden bij elkaar gezet. De klompjes bleven buiten. In de winter stond er een grote kolenkachel. Wie stout was moet een tijd in het kolenhok opgesloten. Na de basisschool was er nog geen vervolg onderwijs zodat de Jansma kinderen de school verlieten rond 12 jaar en aan het werk gingen.
Sjoerd was echter geen jongen die het oude familieberoep kleermaker wilde oppakken. Hij hielp zijn vader liever toen deze arbeider was bij een aantal tuinprojecten van zijn oom Tiete Okkes Bosgra bij de tuinderij Frisia. Maar Sjoerd had meer de neiging zich op te houden bij de vele kroegjes en cafés in de Schoolstraat en Lageweg. Er waren immers ook familieleden die het kasteleinsvak uitoefenden naast timmerman of koemelker. Zodra de jongens goed in handelen en rekenen waren was het voor de hand liggend dat ze koopman werden genoemd.
De Lageweg in Burgum waar zijn ouders hebben gewoond (De Barak) en het pand ernaast waar Sjoerd's neef Tijs Veenstra later de herberg De Ster had.
Okke 23-11-2014:
..... 'De 2 cafes oan de Legewei ha’k dy al oer ferteld en yn de Barak ha Thys en Antje Okke Bosgra ek yn wenne'. ....
In Sjoerds jeugd waren de eigenaars van herberg "Het Roodhert" aan de Schoolstraat in Burgum Jan Douwes Wadman en zijn vrouw Rinske Smid. De Wadmans waren een bekende familie in Burgum (zie hoofdstuk 7) evenals de Bosgra’s en de Jansma’s. En allemaal kinderrijke gezinnen. Jan Wadman had 7 kinderen en 5 wezen van zijn neef opgenomen. Zijn neef en de vrouw, de herbergiersfamilie bij de brug van Hurdegaryp, overleden vlak na elkaar, waardoor de herbergier van Het Roodhert deze kinderen vanzelfsprekend opnam. Jan Douwes Wadman was bedreven in het 'slokje skinken' wanneer het erom ging nieuws te horen over verkoopbare onroerende goederen in de streek. Jan handelde zelf ook in deze zaken en dan was het handig alvast wat voorinformatie te hebben. Beneden in deze herberg kon gegeten en gedronken worden, en op de eerste verdieping bevond zich het gemeentehuis. In het huis tegenover het Roodhert was de kantonrechter gevestigd. Vroeger zat de rechter in het bovenzaaltje bij Het Roodhert maar dat was gezien het lawaai en de zuiperij beneden niet zo handig.
Jan Douwe Wadman en zijn vrouw waren eigenaars van het Roodhert van 1800- 1854.
Geschilderd door Albert Anker (1831-1910), hoewel een Zwitsers schilder, geeft het mooi de sfeer weer van de trouwplechtigheden, die vaak in bovenzaaltjes van een herberg werden gesloten.
Het Roodhert Bergum: de herberg, en de connecties met de familie Wadman
Ik schrijf in dit hoofdstuk uitgebreid over Het Roodhert, omdat er nogal wat verbindingen met deze herberg bestaan. Ten eerste omdat Sjoerds eerste vrouw familie was van de herbergier Jan Douwes Wadman, en Sjoerds broer Okke trouwde met haar nichtje, een van de wezen die Jan Douwes Wadman opnam. Verder heeft Sjoerd deze herberg in bezig gehad als herbergier.
In het Roodhert was dus het gemeentehuis gevestigd en vonden er verkopingen plaats en verhuringen van landerijen en huizen. Verder werden er huwelijken bekrachtigd, en geboortes en gestorvenen bijgeschreven in dikke akten boeken. Een herberg was een plaats waar veel gebeurde op het economische en sociale vlak. Na het huwelijk kon er beneden gefeest worden. Iedereen kende iedereen en vele mensen hadden bijnamen in die tijd.
Kastelein Jan D. Wadman was verplicht om de soldaten van Napoleon rond 1812 van eten en slaapplekken te voorzien op hun doortocht naar Rusland. Aan te nemen valt dat hij blij was dat soldaten van het Franse leger voorgoed uit Burgum vertrokken.
Kastelein Jan Douwes Wadman uit Burgum was de neef van Jan Hendriks Wadman, kastelein bij de brug, aan de westelijke kant van de Zomerweg uit Hurdegaryp. Neef kastelein Jan Hendriks Wadman en zijn vrouw overleden vlak na elkaar (1827 en 1829) en lieten 8 wezen na. De jongste 5 kinderen werden kwamen zo bij de herberg Het Roodhert terecht.
Behalve familie banden tussen Jansma’s en Wadman’s werd er ook over een weer van elkaar gekocht en aan elkaar verhuurd in Bergum. Hun hooi- en weidlanden lagen vlak bij elkaar aan de Zomerweg of in het oude centrum van Burgum. Ook op koopmans- en kasteleinsvlak zullen ze elkaar vaak zijn tegengekomen. De Wadmans, de Jansma's, de Wyminga's; het waren bekende handelaren in roerende en onroerende goederen. Het meeste land bezat kastelein Jan Douwes Wadman en dat zal hem ook tot een goede koopman hebben gemaakt. Hij had het voordeel over veel transacties te horen die in zijn café beschreven werden.
Een oude foto van de Schoolstraat in Bergum.
Er is een leuke site waarin de historie van de herberg wordt beschreven. Thans is het een goed lopend café restaurant- zalencentrum en heet nog steeds ‘Het Roodhert. http://www.hcrtroodhert.nl/index.php/historie).
Inmiddels heb ik naar Het Roodhert geschreven dat Sjoerd Tijsses Jansma eigenaar was van 28 september 1854 tot 24 september 1856, en dat staat nu ook op hun site.
Maaike Douwes Wadman.
In hoofdstuk 18 is de reconstructie van Maaike's leven geschreven.
Maaike Douwes Wadman was op 28 jarige leeftijd weduwe geworden in juli 1840. In zeer korte tijd had zij haar man Dirk Jans de Boer verloren en haar 5 jarig zoontje Jan, waarschijnlijk door de uitbraak van een ziekte, misschien TBC. Maaike en haar 3 overlevende kinderen woonden op Huis Ter Heide aan de Zomerweg in Bergum, samen met Maaikes moeder Grietje Wadman-Sikkema, die dit uitspansel in haar bezit had. In november 1840 werd er op Huis ter Heide ingebroken en werden er waardevolle zilveren trofeeën gestolen, de prijzenkast was geplunderd van de harddraverijen, die gewoonlijk op de Zomerweg werden gehouden. Alleenstaande bemiddelde weduwen trokken natuurlijk allerlei mannen aan, de goede niet te na gesproken. Tot overmaat van ramp stierf ook haar dochtertje in december 1840, en het meisje was 1,5 jaar oud. Misschien een combinatie van vatbaarheid, met een verzwakte moeder in rouw.
Overzicht van het gezin van Maaike Wadman. Sjoerd Jansma werd de nieuwe echtgenoot van Maaike. Haar kinderen die ze meenam in het huwelijk waren:
- Grietje de Boer, geboren 21-2-1830
- Welmoed de Boer geboren 31-5-1832
- Douwe de Boer geboren 29-1-1837
Huis Ter Heide, Zomerweg
Huis Ter Heide aan de Zomerweg in Bergum, door mij lichtelijk ingekleurd. In 1912 afgebroken omdat er de tramlijn voor in de plaats kwam.
Okke: 23-11-2014
...'It alde cafe fan Sjoerd Thysses en de koetsier Albert Veenstra, net kint mar wol syn dochter Eke en Sjoerd, hij wie in hiel beste freon fan us heit. Moaie Snein nog he en kinst heit dit plaatsje ek efkes sjen litte by de kofje'...
Rondom Huis ter Heide was veel werk te verrichten. Een beschrijving van het Huis ter Heide in 1838 (een paar jaar voordat Maaike weduwe werd):... ‘schuur (deels afgebrand) , tuin en boomgaard, paardenstalling, zomerhuis, overdekte kolfbaan, hovinge en plantage’..... De schuur zal hersteld zijn in de loop der tijd.
Okke 22-9-2014:
..."Blinder hast al wer yn Burgum west sjoch ik wol - nea witten dat dy dobbe fan Sjoerd en Maaike west hat - it is in hiele alde dobbe, ja eins ek net in dobbe hjer want it is in pingo en datearret dus ut de iistiid wei. Der binne wol mear fan dy alde pingos yn de Walden.
It cafe "Huis Ter Heide" is yn 1912 al ofbrutsen hjer want doe is de trambaan fan Burgum nei Feanwalden der lans kaam.
It cafe stie op de hoeke fan de Simmerdyk en de grutte dyk nei Quatrebras en oan de rjochterkant fan de dyks ast nei Quatrebras giest, mei de foargevel nei de Simmerdyk dus de SE hoeke. Ik moat dy nog in foto kopij stjure fan it cafe - komt nog wol'...
Huwelijk Sjoerd en Maaike
Sjoerd was 24 en op zoek naar werk, misschien dat Grietje Wadman- Sikkema, Maaikes moeder hem heeft aangenomen voor los werk, of hij kan natuurlijk ook als vaste knecht in dienst zijn geweest. Maaike was een begerenswaardige partij als jonge weduwe met bezit. En ze kenden elkaars families.
Okke:
….”en Sjoerd Tysses wie der al rillegau oer de flier mei de skonken under de tafel”…
Kennelijk konden Sjoerd en weduwe Maaike het met elkaar vinden. Het betekende voor Sjoerd dat hij met een vermogende, maar rouwende weduwe en moeder trouwde op 2 december 1841. Gebruikelijk was dat er getrouwd werd in mei, maar ze zijn in december getrouwd. Misschien vanwege de belasting dacht ik eerst maar het kwam omdat de boedelbeschrijving van Maaikes erfenis duidelijk werd in november 1841. Volgens het huwelijks document moest voor de voltrekking ook de overlijdensakte van Dirk Jans de Boer overhandigd worden. Beide echtelieden zeiden uitdrukkelijk ja op hun huwelijke rechten en plichten, staat er geschreven.
Sjoerd en Maaike zetten Huis ter Heide voort vanaf 1842. Het is onduidelijk of Grietje Sikkema er nog woonden, maar waarschijnlijk is dat wel. Ze was immers nog niet dood en de herberg was van haar. Voor Sjoerd betekende het dat hij 3 stiefkinderen kreeg en inwoonde bij zijn schoonmoeder. Het meisje Grietje de Boer, vernoemd naar haar beppe Grietje Sikkema, was 11 jaar tijdens het huwelijk, Welmoed was 9, en Douwe was 4 jaar. Sjoerd’s ouders waren ook aanwezig bij het huwelijk in Burgum. De getuigen waren Gerrit van Maanenenberg, 62 jaar, schoenmaker te Bergum en Alle Pieters Tjepkema, 44 jaar, zonder beroep te Oostermeer (bij Suamar) en Folke Coenradi, 44 jaar en agent van politie te Bergum en Jan Geerts Blom, 38 jaar, koopman te Bergum.
Tresoar: Akte 206: 1841(huwelijk)
Voor ons Adrianus Alma, openbaar notaris residerende te Bergum, arrondissement Leeuwarden, provincie Friesland, in tegenwoordigheid der nagenoemde getuigen, compareerden:
- Sjoerd Tijsses Jansma, oud vier en twintig jaren, zonder bepaald beroep, wonende te Bergum, bruidegom ter eener:
- Maaike Douwes Wadman, oud dertig jaren, kasteleines, wonende op het Huis ter Heide onder het bekoor van Bergum, weduwe van Dirk Jans de Boer, bruid van andere zijde.
Een bijzonderheid is dat anderhalve week voor het huwelijk, op 23-11- 1841 een boedelbeschrijving van Dirk Jans de Boer (overleden 1839) werd opgesteld. (noot: dit staat vermeld in de boedelbeschrijving 1856 van Maaike Douwes Wadman, hoofdstuk 18). Kennelijk moesten er zaken geregeld worden bij familie de Boer, omdat Maaike nogal wat bezit had geërfd via haar overleden man Dirk en haar kinderen recht hadden op de erfenis van hun vader, en indirect van het roerende bezit van hun grootouders de Boer. De kinderen van Maaike hadden voogden die bij haar overleden man in de familie waren, dus die zullen zich bij dit huwelijk hebben geroerd. Meteen na de boedelbeschrijving trouwden in gemeenschap van goederen. Een andere bijkomstigheid uit de erfenis van Maaike, is dat ze zitplaatsen in de kerk had geërfd via haar vader, in de Kruiskerk van Bergum; een mannen- en vrouwenzitplaats in de oosthoek.
Een ander logement aan de Schoolstraat was het toen bekende 'Boschuis', waar zondags veel vermaak was. De ongeplaveide straat is de Zomerweg, waar vaker paardenrennen werd gehouden. Ook dit was in bezit van Maaikes ouders.
Enkele notariële transacties tussen 1841 en 1850
Koop en verkoop chronologisch van de opmerkelijkste aktes:
Okke 24-8-2014
...."Hoi Sytie,
Dit is wol moai hjer en ik sjoch wol du hast dy goed ferdjippe yn it notariele archief.
Ik tink dat Sjoerd T. wolsa'n 50 x yn it archif stjit en dus in soad te garjen en oer te setten.
Spytich dat dat archief net digitalisearre is want dan koe eltsenien it samar opnimme en no moast derfoar nei Ljouwert reizgje.
Je krije hast de yndruk dat sa mei de tiid Sjoerd T. achterut buorket mar ik kin der ek best fout mei weze en du kinst de wierheid wat tichter besjen tink.
Ik ha de kans net han om de Burgumer krante nei te sykjen want dy is allinnich mar yn te sjen yn Ljouwert op fiches leauw'k. Der soe in soad oer us famylje yn te finen weze tink"....
1842
Tresoar 1842 Bergum, notaris W. Tromp Gemeente: Tietjerksteradeel Provisionele en finale toewijzing. Betreft de verkoop van perceel 1 te Bergum, koopsom fl. 677
- Sjoerd Thijsses Jansma te Bergum, verkoper in kwaliteit
1842
Tresoar 1 oktober 1842, Provisionele en finale toewijzing, betreft de verkoping van 14 percelen onroerende goederen te Bergum, koopsom fl 15.999. Sjoerd Tijsses Jansma, koper.
Bijzonderheid: veel Bosgra’s kochten of verkochten, want Okke Tietes Bosgra was overleden (de pake van Sjoerd), en het kan zijn dat Sjoerd ook een paar duiten erfde van zijn pake. In ieder geval koopt Sjoerd land voor een erg groot bedrag in die tijd!
1844
Tresoar 31 januari 1844, verhuring, verhuur van 21 percelen huursom fl. 1269. Sjoerd Tijsses Jansma wordt als huurder van een perceel genoemd.
Notaris Gerrit Wilhelmij en zijn broer te Groningen, verhuurden ‘vastigheden’ te Bergum en er waren kennelijk veel gegadigden. Sjoerd had al veel land gekocht en kennelijk wilde hij dit er ook nog bij huren.
1846
Tresoar 6 mei 1846 Bergum, notaris Adrianus Alma Gemeente: Tietjerksteradeel
Verkoping. Betreft de verkoop van roerende goederen:
- IJsbrand Epkes van Dijk te Bergum, verkoper
- Sjoerd Jansma te Bergum, koper; en anderen .
1846
Tresoar 10 november 1846, obligatie. Sjoerd Tijsses Jansma schuldenaar en Sjoerd Binnes Algra te Suameer schuldeiser.
Er zit kennelijk een grote uitgave aan te komen omdat Sjoerd een bedrag leent. Algra was familie van de kinderen de Boer en toeziend voogd. Er werd in de loop van 9 jaren veel geleend van de Algra familie. De Algra’s zijn landbouwers met veel land rondom de wegen in Bergum, en waren vaak kerkvoogd. De andere rol die de Aglra's speelden in onze familie, staat bij hoofdstuk 12.
In de eerste jaren van het huwelijk woonden Sjoerd en Maaike, en Maaikes kinderen met beppe Grietje Sikkema in Huis ter Heide. 4 Kinderen van Sjoerd en Maaike, die verderop allemaal worden beschreven, werden er ook geboren: Okke, Jan, Antje en Tijs Jansma. In juli 1847 kwam er een flinke erfenis vrij omdat Grietje Wadman- Sikkema overleed. De inventaris zal rond september 1847 opgemaakt zijn, en de boedelscheiding van Grietje kwam rond in 1847. Misschien dat Sjoerd en Maaike daarna meer land konden verhuren. Sjoerd leende wel weer een bedrag van Sjoerd Binnes Algra de landbouwer, onbekend hoeveel. Dit zou bij Tresoar opgezocht kunnen worden. Het wekt de indruk dat Sjoerd ambitieus speelde met geld en land en dat hij steeds fortuinlijk was.
1847
Tresoar: augustus 1847 Bergum, notaris Adrianus Alma Gemeente Tietjerksteradeel. Verkoping. Betreft de verkoop van roerende goederen - Maaike Douwes Wadman te Bergum, gehuwd met Sjoerd Tysses Jansma, verkoper.
Maaike verkoopt een aantal goederen van haar pas overleden moeder.
1850
Tresoar, 1850: Sjoerd en Maaike kopen een huis nabij Huis ter Heide.
(Aangekocht via finale verkoping door Sjoerd op 28-10-1850, gekocht van Klaas Roels Wyminga te Hurdegaryp, 1200 gulden, B 761= 10 roede, B 762= 5 roede 80 el , B 763= voor 6 roede en 40 el.
“Eene huizinge en erf met tuin, nabij het Huis ter Heide, bekend bij het kadaster der gemeente Bergum”. In 1855, 5 jaar later, was dit huis 1500 gulden waard volgens de inventaris na het overlijden van Maaike, dus goed in waarde gestegen.
1850
Tresoar, maart 1850 Bergum, notaris Adrianus Alma Gemeente: Tietjerksteradeel Huurcontract.
Betreft de verhuur van een huis en land voor 5 jaar te Bergum en elders, huursom fl. 700 - Sjoerd Tysses Jansma te Bergum, gehuwd met Maaike Douwes Wadman, verhuurder
1850
Tresoar, augustus 1850 Bergum, notaris Adrianus Alma Gemeente: Tietjerksteradeel Koopakte.
Betreft de verkoop van een stuk weiland te Bergum, koopsom fl. 214
- Sjoerd Tysses Jansma te Bergum, verkoper
- de Afgescheiden Gemeente te Bergum, koper - Pieter Pieters Wallinga te Hardegarijp, schuldeiser
Waarschijnlijk werd op dat stuk een nieuwe kerk gebouwd, de kerk van de Afgescheidenen. Waarschijnlijk is dat nu het land achter Het Roodhert en tegenover de Lageweg Burgum, van de protestantse kerk. Dat weet ik niet zeker, want de kerk werd op de heide gebouwd. De advertentie hierover staat verderop in dit hoofdstuk.
1850
In 1850 werd een huis gekocht nabij Huis ter Heide (B 761, B 763), waarschijnlijk, na veel gepuzzel, lag dat waar nu de Oude Commissieweg ligt. Het land tussen de Straatweg en de Zomerweg was lang en smal en lag tussen deze twee wegen.
Er werd in 10 jaren behoorlijk wat land geërfd en bijgekocht. Na 1850 veranderde het beroep van Sjoerd van kastelein in ‘landbouwer’.
1853
Ondertussen kreeg stiefdochter Welmoed de Boer verkering met Wybe Edzes van der Meulen, een koopman- en kasteleinzoon uit Suamar, waar ook Sjoerds’ broer Okke en zijn vrouw Janke woonden ook in Suamar. Okke was beurtschipper en zijn vrouw Janke had er een winkeltje. De van der Meulens en de Jansma’s zullen elkaar goed gekend hebben kwamen elkaar tegen in zaken en in elkaars herbergen. Welmoed en Wybe trouwden in 1853. In de akten staat vermeld dat het jonge paar aan Sjoerd Tijsses Jansma huur moesten betalen voor een huis (waarschijnlijk B 761), het huis nabij Huis ter Heide.
Mijn zoektocht naar 'Huis ter Heide'.
In het begin van de reconstructie van de stamboom, had ik geen idee waar Huis Ter heide lag. Alsof het van de aardbodem was verdwenen. Dat was het ook, want het bleek rond 1912 te zijn afgebroken omdat de verbindingsweg te moest komen: de Oude Commissie wei.
.
Voor mensen uit de omgeving van Burgum waarschijnlijk zeer bekend, maar voor mij betekende het, dat ik er heen moest om te kijken hoe de situatie erbij lag en dat ik oude kaarten moest raadplegen. Het is mij nu duidelijk, Huis ter Heide is afgebroken in 1912, omdat de doorgang van Burgum naar het noorden gemaakt moest worden. De poel of pingo op de oude kaart is er nog steeds en voor mij was het bijzonder daar bij te staan en een foto te maken.
(Kadastrale nummers A 62 is Huis ter Heide. Op de Zomerweg staat nog een gebouwtje waarschijnlijk de zogenaamde ‘trochreed’ oftewel een ‘wagenhuis op den weg’. De gastenkoets kon daar droog staan zodat gasten konden uitstappen.
B 743 is weidland en rondom de poel is B 745 op de kaart van 1832. De poel ligt dus tegenover Huis Ter Heide aan de drukke Oude Commissieweg. Het huis, B 761, werd aangekocht 1850. Het huis is waarschijnlijk ook gesneuveld door de aanleg van de Commissieweg).
Kadastraal bekend in 1832 onder nummer B 743 in 1832. Locatie is tegenover het oude Huis ter Heide. Foto van Sytie.
De poel ten zuiden hiervan, B 745, de pingo. Daarachter een stuk bouwland; B 741, aangekocht door Sjoerd. Misschien zwom de jeugd hier wel vroeger. In ieder geval kon het vee en de paarden van de reizigers hier drinken. De poel ligt achter in het land van de vorige foto.
In het verlengde A 62, het weidland. Huis ter Heide moet hier gestaan hebben, op de plek waar nu de Oude Commisieweg is, en waar auto’s langs razen.
De kinderen van Sjoerd en Maaike en het beroep van Sjoerd
Sjoerd en Maaike kregen samen 7 kinderen:
- Okke Sjoerds Jansma, geboren 20-10-1842. Sjoerd is ‘zonder bepaald beroep’
- Jan Sjoerds Jansma, geboren 19-03-1844. Sjoerd ‘herbergier’
- Antje Sjoerds Jansma, geboren 15-03-1846. Sjoerd ‘kastelein’
- Thijs Sjoerds Jansma, geboren 09-11-1848. Sjoerd ‘kastelein’
- Sikke Sjoerds Jansma, geboren 30-11-1850. Sjoerd ‘landbouwer’
- Trijntje Sjoerds Jansma, geboren 04-04-1853. Sjoerd ‘landbouwer’
- Maaike Sjoerds Jansma, geboren 10-02-1855. Sjoerd ‘landbouwer’. Maaike’s moeder Maaike Douwes Wadman stierf een maand nadat het meisje geboren werd.
De Burgummerheide rond 1850.
Hieronder een advertentie, van een kerk die op de Burgummerheide moest worden gebouwd. Er woonde veel volk rondom Burgum zonder enige vorm van geloof; er is zelfs een weg die 'Goddeleloaze Singel' heet. De bewoners van de Burgummerheide waren analfabeet en gingen zeker niet ter kerke. Sjoerd en Maaike woonden niet op de heide, maar er wel vlakbij. Een mooi boek wat gaat over het leven op de Burgummerheide is van Abe Brouwer: ‘Marijke’. Wie de kerk gaat bouwen wordt niet duidelijk in de advertentie, maar in de herberg van Atze Kuipers aan de nieuwe Straatweg werd de aanbesteding gedaan en in de herberg van Sjoerd Jansma te Burgum en in de herberg van Folkert Fennema (zwager) konden de briefjes worden ingeleverd. De Burgummerheide moest nog ontgonnen worden en de bewoners leefden in grote armoede in plaggenhutten. Er werd veel gebedeld en sociale voorzieningen waren er niet, of het moest vanuit de diaconie zijn. De kerk gaf alleen als men zich bekeerde en dat verdomde het merendeel.
Sjoerd had dus een stuk land in 1850 verkocht aan de Afgescheiden Gemeente Burgum.
Een schilderij van de heide, niet zo goed te zien. ‘Ontginning heide’. Een schilderij dat A. Uitgewrongen in 1854 maakte van de ontginning van de Bergumerheide (www.noardburgum.nl).
Okke: 28-3-2011
...'IK HA HJIR EK NOG BURGUMER KRANTE KNIPSELS UT DE JIERREN 1880/90 OER DE SUMARREHEIDE WERT GUON MISKEN DOE EK NOG YN SKIEPEHOKKEN WENNE EN DAT IN NEEF FAN TSJIBBE GEARTS VAN DER MEULEN HJIR MEI FAKANSJE WIE UT DE VS EN SA MEI SYN OMKE DER OER DE HEIDE KUIERDE EN IN STIK SKREAU OER DE PRAIRIE FAN SUMAR EN DAN TE BEGRIPEN DAT DY HEIDE TUSKEN DE HARSTE EN GARYP NEA GRUTTER WIE 400 –450 HA.!!!!
GJIN WUNDER DAT IN DOMELA NIEUWENHUIS SA POPULER WIE YN DE WALDEN EN EK YN JUBBEGEA – HIJ WAARD SJOEN AS IN SOARTE JEZUS – DE FERLOSSER DUS. IK WIT EK NOG DAT YN DE JIERREN 1945 /55 DER NOG MINSKEN YN HOUTEN BARAKKEN WENNEN YN DE HARKEMA EN HOUTIGEHAGE ENSA – NO BINNE IT BLOEIENDE DOARPEN WURDEN'....
Faillissementen? Akten tussen 1851- 1854.
Advertentie in de plaatselijke krant. Eerder dachten Okke en ik dat Sjoerd en Maaike failliet waren gegaan, maar na onderzoek blijkt dat Sjoerd geld spaarde voor een veel grotere aankoop. Sjoerd en Maaike woonden ondertussen aan de nieuwe Straatweg in Burgum - de nieuwe verbindingsweg tussen Leeuwarden en Groningen. Maar er werd nog een nieuwe boerderij gebouwd aan de Straatweg, en daar was een pachter voor nodig. Waar was de andere boerderij van Ypey dan gesitueerd?
1851
In april 1851 is er een belangrijke verkoping van vee te Burgum. Er worden 48 gezonde koeien verkocht, 30 rieren en een stier; een grote stal voor die tijd. Het is een pachtboerderij van Ypey aan de Straatweg onder Burgum (Sjoerd is 35 jaar), waar Sjoerd en Maaike woonden aan de Straatweg in Burgum. Sjoerd wilde naar de nieuwe boerderij 'Groot Veldlust'. Deze boerderij werd gebouwd en pas opgeleverd in 1852, en hiervoor moest Sjoerd wel de pacht kunnen opbrengen. De huur was 1000 gulden per jaar. De Burgummerheide werd ontgonnen en het plan van grootgrondbezitter Ypey was om er een grote boerderij neer te zetten, voor die streek een enorme ontwikkeling en daar wilde Sjoerd bij zijn.
Hoe was de situatie in het gezin van Sjoerd en Maaike in 1851?
In april 1851 hebben Sjoerd en Maaike 4 jonge kinderen; Okke, Jan, Antje, Thijs en is Maaike is 2 maand zwanger van Sikke. Sjoerds stiefkinderen:
- Grietje de Boer is 21 jaar. Ze zou dienstbode kunnen zijn, Grietje trouwde echter pas op haar 29e jaar met een weduwnaar. Waarschijnlijk hielp Grietje haar moeder in de huishouding en met de pachtboerderij. Welke pachtboerderij aan de nieuwe Straatweg is mij niet duidelijk;
- Welmoed de Boer is 18 jaar. Ze woonde misschien nog thuis, maar kan ook al dienstmeisje zijn. Ze trouwde in mei 1853 op 20 jarige leeftijd met de zoon van een koopman -kastelein uit Suamar.
- Douwe de Boer is 14 jaar en zal zijn stiefvader Sjoerd veel hebben meegeholpen op het land
Er waren ook nog steeds inkomsten vanuit Huis Ter Heide, misschien doordat Welmoed hier veel werk in verrichtte, misschien ook omdat haar dat werk wel lag. Ze trouwde ook met een kastelein en zelf hadden ze later café Het Roodhert. De uitspanning Huis Ter Heide werd in oktober 1854 verhuurd.
Okke 28-3-2011
...."SJOERD WAS KASTELEIN VAN DE KROEG EN OOK BOER OP HUIS TER HEIDE EN IK DENK DAT HET ZAAKJE DAAR OOK OP DE FLES IS GEGAAN DOOR VESCHILLENDE OMSTANDIGHEDEN.
WAT ER ECHT GEBEURD IS KUNNEN WE, DENK NOOIT TE WEET KOMEN WANT, VOOR ZOVER IK WEET HEBBEN ZE GEEN GESCHREVEN STUKKEN ACHTERGELATEN EN ALS ER AL EEN ORALE TRADITIE IS OVERGEBLEVEN BIJ DE NAZATEN DAN ZAL DIE VAST OOK WEL VERDUND OF HERSCHAPEN KUNNEN ZIJN.
AAN EEN FAILLIET GAAN HANGT VAAK EEN SOORT SCHAAMTE, DIE GOEDE MENSEN, TOCH MET DE TIJD PROBEREN TE VERSCHUILEN – DAT GEBEURDE OOK MET MIJN FAMILIE, WAAR IK OOK OPZETTE LEUGENS VOND DIE MIJN VADER EN OMKE JAN IN 1995 ERG VERBAASDEN. IK HAD DE PAPIREN EN DIE LOGEN DUS NIET. IK DENK DAT OM EEN BEETJE DICHTER BIJ DE WAARHEID TE KOMEN IS HET ALTIJD VAN PAS HET OOK IN DE SPIEGEL VAN DE TIJD BEKIJKEN SYTIE".....
...."STOOMBOTEN VERANDERDEN HET VERKEER EN DE BURGUMERDAAM WERD DRUKKER EN HET KRUISPUNT DRACHTEN – DOKKUM EN LEEUWARDEN ( DAAR LAG HET HUIS TER HEIDE) – GRONINGEN ZO VEEL STILLER.
DE NIEUWE WEG LEEUWARDEN – GRONINGEN WERD IN DIE TIJD OOK AANGELEGD EN GING TOEN VIA QUATREBRAS ENZ.
DE GROTE HARDDRAVERIJEN DIE OP HUIS TER HEIDE GEHOUDEN WERDEN ZIJN IN DIE JAREN OOK GESTOPT, EN DE KEGELBAAN BIJ HET HOTEL DAT IN DIE TIJD OOK VEEL BEZOEK KREEG VAN DE LEEUWARDERS GING TOEN OOK DICHT OMDAT ER OP ZWARTEWEGSEND ( AAN DE NIEUWE STRAATWEG) OOK EEN SOORTE VERTIERTUIN WERD AANGELEGD.
ZE HADDEN ER OOK EEN BOERDERIJ BIJ EN IK DENK DAT IN DIE JAREN DE ECONMIE OOK NIET ERG DAVEREND WAS.
WE WETEN BV DAT HET IN DE TIJD VAN DE AARDAPPELMOEHEID ( PHYTOPHTHERA INFESTANS) WAS, GRAAN PRIJZEN VIELEN, VOORAL NA 1865 TOEN DE BURGEROORLOG IN DE VS EINDIGDE EN DE AGRARISCHE INDUSTRIE IN DE VS MET GROTE SPRONGEN VOORUIT GING EN OOK DAT NA 1880 HEEL VEEL GRAAN GEIMPORTEERD WERD UIT RUSLAND ( DE TSJERNOZUM – ZWARTE AARDE VOORAL UIT DE OEKRAINE).
VELE BOEREN KONDEN HUN HOOFD NIET BOVEN WATER HOUDEN EN VELEN EMIGREERDEN NA 1845 UIT BERGUM EN OMGEVING NAAR PELLA IN DE VS EN BEGONNEN MET EEN VAN DE EERSTE FRYSKE GEMEENSCHAPPEN.
GODDIENST VRIJHEID IN DE VS VERGELEKEN MET HET ENGE FRIESLAND / GRONINGEN WAS OOK EEN REDEN WAAROM SOMMIGEN VERTROKKEN.
HEEL VEEL JONGE MANNEN EN OOK MEISJES ZOCHTEN WERK IN DE GROTE STEDEN ZOALS VOORAL AMSTERDAM EN DEN HAAG EN DIE STUURDEN DAN GELD TERUG NAAR HUN OUDERS.
DAT GEBEURDE OOK MET DE OUDERE ZUSSEN VAN MIJ GROOTMOEDER.
OP 3 JULI 1846 KOOPT SJOERD T. NOG EEN STUK LAND VOOR 1500 GULDEN VAN AGE ALLES FOKKEMA ( TOEGANGS NUMMER 26, INVENTARIS NUMMER 79030, REPERTOIRE NUMMER 1612 DD 3 JULI 1946) EN IN MEI 1847 EEN OBLIGATIE VAN FL 650 AAN WILLEM SYBRENS LAUTENBACH IN L’DEN ( TOEGANGS NUMMER 26, INVENTARIS NUMMER 79031, REPERTOIRE NUMMER 1858 DD 7 MEI 1847).
IN 1949 EEN OBLIGATIE VAN FL 1000 AAN CISKA BLAUPOT, WEDUWE VAN LODEWIJK NOE UIT L’DEN ( TOEGANGS NUMMER 26, INVENTARIS NUMMER 79036, REPERTOIRE NUMMER 2657 DD 5 JULI 1849).
DAARNA BOELGOED ENZ ENZ. EN VERDERE OMSTANDIGHEDEN WEET IK, NOG, NIET.
OOK VERMOED IK DAT DRANK GEBRUIK OOK WEL EENS EEN ROL HEEFT GESPEELD IN DAT DRAMA DAAR IN DIE JAREN. MAAR DEFINITIEF BEWIJS HEB IK NIET SYTIE – ALHOEWEL DAT IN DIE ZWARE TIJDEN NIET ONGEWOON WAS EN VAAK NU NOG IS OOK".
Het is de vraag of Sjoerd het boelgoed moest doen of wílde doen, ik neig naar het laatste. Omdat hij naar mijn idee zijn oog had op de mooie, nieuwe, grote boerderij 'Groot Veldlust', in 1851.
En dan gaan de ontwikkelingen snel:
Boerderij Groot Veldlust werd afgebouwd in 1852, nu Rijksstraatweg 16 Noordbergum. De boerderij staat er nog steeds, en de naam van ‘Groot Veldlust’ staat op een hek bij de ingang. Sjoerd en Maaike zijn de eerste bewoners geweest. In de boedelscheiding van 1856 (bij het overlijden van Maaike Wadman) staat wel vaker het bedrag van 1000 gulden als geleend geld; van Sjoerd Bonnes Algra, de landbouwer, uit Suamar leende Sjoerd die 1000 gulden sinds 12 november 1853, want de huur van Groot Veldlust moest altijd in november betaald worden. Kennelijk had Sjoerd er zelf geen geld voor en leende hij dat eerst van Sjoerd Bonnes Algra. In 1854 werd trouwens weer een bedrag van 1000 gulden geleend.
De onderste golvende weg is de oude Zomerweg, de noordelijke strakke weg daar boven is de nieuwe Straatweg. Het rose deel daartussen (in 1832 was dat heide) is Groot Veldlust geworden vanaf 1850. Ypey kocht het van het armenbestuur. De noordelijke kop van de boerderij ligt aan de Straatweg en het zuidelijke deel ligt aan de Zomerweg. Oostelijk ligt in 1832 nog alle heide. Huis ter Heide en Nieuw Veldlust lagen dus praktisch in elkaars achtertuin.
www.frieslandwonderland.nl Ten westen van het dorp ligt de Ypeij-boerderij, ‘Veldlust’. Aan de voorzijde van de stelpboerderij zijn de vensters dichtgemetseld, maar er zitten wel vertellende gevelstenen in. De ene vermeldt dat de eerste steen door de zoon van dr. Ypeij, de 16-jarige Age Looxma Ypeij is gelegd op 3 april 1850. De andere geeft te lezen: ‘Gedenksteen ter eere van het bezoek van Z.M. den Koning, Willem III aan de boerderij en ontgonnene gronden, Veldlust en Klein Veldlust genaamd; op den 22sten April 1852: zijnde bij die gelegenheid de eigenaar, Dr. N: IJpeij, door Z.M. benoemd tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw.’
Foto van site: www.noardbergum.nl. Straatweg in Burgum.
Foto's Sijtie, september 2014 bij Groot Veldlust. Een foto nadat ik toestemming had gevraagd. men was bezig de boerderij te voegen en op te knappen.
Okke 22-9-2014:
.."De Friezen, foaral de Waldpiken, litte je fuort net yn hus - altiten alk sa west achterdochtig en wat achterlik folk moast tinke.
It is my ek in pear kear oerkaam yn 1995 en 1997 mei famylje undersyk en ien yn Eastermar, in Hiemstra, klapte de doar samar tich ald kring dan in wiif der op't Heechsan"....
Schilderij van de illustrator Jacob Jansma (1893- 1972). Het is niet duidelijk of hij tot deze familie behoorde. Hij schilderde en tekende voornamelijk kaarten, en kinderboeken. Dit schilderij lijkt erg frappant op 'Groot Veldlust', maar er kunnen meer van dit soort plaatsen geweest zijn.
Jaartallen 1853 en 1854 toen ze op Groot Veldlust woonden met het gezin.
- Sjoerd vroeg Sjoerd Bonnes Algra uit Suamar hem 1000 gulden te lenen op 12-11-1853 zodat hij Nicolaas Ypeij kon betalen voor de huur van Groot Veldlust. Op de site ‘Noordbergum in woord en beeld’, staat dat de pacht Groot Veldlust betaald moet worden op St Maarten. In mei 1853 had Sjoerd het land bij 'Groot Veldlust' al bemest in het vroege voorjaar.
- Inkomsten haalden Sjoerd en Maaike uit de verhuur nog van van Huis ter Heide, van de verhuur van een woning, landvruchten en landverhuur.
- In mei 1854 trouwden Welmoed de Boer en Wybe Edzes van der Meulen in Bergum. Zijn stiefdochter Welmoed de Boer en Wybe waren flinke aanpakkers en bespraken met Sjoerd en Maaike waar ze hun eerste woning konden betrekken. Het kan zijn dat ze Huis ter Heide huurden van Sjoerd en Maaike.
1854
'Wybe Edzes van der Meulen voornoemd, wegens huur van een huis en tuin bij het Huis ter Heide te Bergum, bedragende op den 12- 5 1857’ (acte boedelscheiding van Maaike Jansma- Wadman 1856).
1854
- Op 28 september 1854 werd er een heel grote slag geslagen en de vraag rijst of het een verstandig beslissing is geweest. Sjoerd had ook interesse in herberg Het Roodhert, met land en de bijbehorende Koemarkt. Er werd een enorm bedrag voor gevraagd en de verkoopster was de weduwe van Jan D. Wadman; Rinske Pieters Smids, de bewoonster van Het Roodhert. Haar man was al 10 jaar geleden overleden en Rinske had met haar zoons de herberg in Burgum draaiende gehouden. De hele boel werd gekocht door Sjoerd voor 16.000 gulden, en per jaar 1600 gulden rente (‘nu of nooit’). Familie Wadman (hoofdstuk 7).
1854
Tresoar: 28-9-1854 Bergum, notaris Adrianus Alma Gemeente: Tietjerksteradeel Koopakte Betreft de verkoop van een huis, herberg en enig land te Bergum, koopsom fl. 16.000
- Rinske Pieters Smids te Bergum, weduwe van Jan Douwes Wadman, verkoper; en anderen
- Sjoerd Tijsses Jansma te Bergum, gehuwd met Maaike Douwes Wadman, koper; en anderen.
- Eene huizing en herberg (Roodhert nr -7), met stalling, schuur doorreed en erf, benevens de zoogenaamde paardenkamp, en een perceel weiland, de Strijpe genaamd, staande en gelegen te Bergum in het gebuurte, gemeente Bergum sectie B nr 597, 598, 599 en 60
- Een perceel bouwland met tuin en boomgaard, ten oosten van het vorige, het Lodemahof genaamd, sectie B nr 601, groot 92 roede en 50 el
- De zogenaamde Koemarkt aldaar, bij het gebuurte sectie B nrs 573 en 574.
- Een perceel weidland, ten zuiden van het vorige het middelste elshof genaamd, sectie B nr 943, groot 31 roede en 20 el
- Een perceel dito en tuin aldaar, het zuidelijke elshof genaamd, sectie B nr 945, groot 32 roede en 20 el. Zijnde perceelen nrs 2 tot en met 6 aangekocht, volgens koopcontract, voor mij notaris geparafeerd den 28-9-1854, behoorlijk geregistreerd en overgeschreven, te Leeuwarden den 14-10-1855 deel 279 nr 2.
Sjoerd moet allemachtig aan het rekenen zijn geslagen. Hij verkoopt land wat hij vanuit de erfenis van Grietje Sikkema, zijn schoonmoeder , had verkregen.
1854
Tresoar: acte 7 oktober 1854 Sjoerd Tijsses Jansma en Maaike Wadman zijn verkoper van enige landen te Burgum/ Hardegarijp/Tietjerk.
1854 Bergum, notaris Adrianus Alma Gemeente: Tietjerksteradeel Provisionele en finale toewijzing .
Betreft de verkoop van enige landen te Bergum, Hardegarijp en Tietjerk, koopsom fl. 9705
- Rinske Pieters Smids te Bergum, weduwe van Jan Douwes Wadman, verkoper; en anderen
- Sjoerd Tijsses Jansma te Bergum, verkoper
- Maaike Douwes Wadman te Bergum, verkoper
- Tjalling Haitsma te Bergum, koper; en anderen
Deze verkoping zou de hele erfenis zijn van Maaike Wadman. Dat is een erg gewaagde stap om de hele erfenis van zijn vrouw te verkopen.
1854
Hij besluit verder een openbare verkoping te houden op 30 oktober 1854.
Na deze openbare verkoping stond nog zoveel geld uit ( fl 7821 gulden opbrengst ) van klanten die boerenspullen, en land hadden gekocht tijdens het boelgoed, maar ze móesten nog wel betalen.... De landerijen die in de verkoop waren op 7 oktober 1854 waren waarschijnlijk nog niet meteen verkocht..Hij wilde beslist de herberg kopen.
Het was zeker een enorme gok om Het Roodhert te kopen met de Koemarkt en weidlanden rondom ...
Schilder Frederik Engel 'melkende boer bij 3 rood en 1 bonte koeien', (1872-1952).
Sjoerd was meer koopman dan boer.
Er moest acuut contant geld komen.
Sjoerd besloot Huis ter Heide te verhuren voor de duur van 2 jaar. Er kwam een advertentie (rond 25 oktober 1854) waarin mensen konden inschrijven om deze herberg te huren. Ik denk dat Sjoerd's plan was om Welmoed en met haar man Wybe laten wonen in Het Roodhert. Het zal in zijn achterhoofd hebben meegespeeld dat de stiefkinderen nog steeds geld moesten krijgen uit de erfenis van hun vader Dirk de Boer. Welmoed en Wybe moesten ook hun leven samen opbouwen, en misschien dacht Sjoerd, en Maaike, dat zij daar eerst gratis konden wonen en Sjoerd zo de erfenis terug kon betalen. Hij kon onmogelijk anders hun uitbetalen.
1854
Op 7 oktober 1854 wordt te huur aangeboden (voor 2 jaar) een huis met tuin en boomgaard een herberg, een schuur met stalling en 2 bunder land, genaamd Huis ter Heijde. Het perceel lag, zoals eerder genoemd, aan de Zomerweg en tot de nieuwe Straatweg, een groot complex dus (Sjoerd is 38 jaar). De nieuwe huurder werd Jan Jans de Hoop voor 2 jaar, van oktober 1854 tot oktober 1856, de jaarlijkse huur te betalen in mei, bedrag fl 735.
Gezin: Sjoerd en Maaike hadden inmiddels nog een zoontje en dochtertje gekregen (Sikke en Trijntje). Maaike was 5 maand zwanger van haar laatste kind Maaike.
Sjoerd verkoopt meer land zodat ze aan geld kunnen komen om de grote som van Het Roodhert in Bergum kunnen betalen.
1854
Tresoar 26 oktober 1854, verhuring.
Verhuur van een huis en enige landen voor 2 jaar te Bergum en Hardegarijp, huursom fl. 1747 gulden, verhuurder Sjoerd Tijsses Jansma en Gaele Tadema huurder en anderen.
(A 61, land B930. Er zat meer land bij dan deze kadastrale nummers.)
Sjoerd krijgt het voor elkaar, de koop Van Het Roodhert is officieel een feit.
1854
Tresoar 26 oktober 1854 provisionele en finale toewijzing. Betreft de verkoop van enige landen te Bergum, Hardegarijp en Tietjerk, koopsom fl. 9705. Verkoper: Rinske P. Smids te Bergum, weduwe van Jan D. Wadman, verkoper en anderen. Sjoerd Tijsses Jansma en Maaike D. Wadman verkoper. Tjalling Haisma te Bergum, koper en anderen. (Dit is Het Roodhert)
Op 4 december 1854 kocht Sjoerd nog een huis, en dit huis stond aan de Schoolstraat vlakbij Het Roodhert. Wat was hij van plan? Waarschijnlijk wilde hij hier zijn stiefzoon Douwe in laten wonen. Douwe was ongehuwd en 17 jaar.
‘een huis met erf en tuin in het gebuurte te Bergum sectie B nr 578, groot 2 roede en 20 el , aangekocht volgens koopcontract, voor mij geparafeerd den 4-12-1854, naar behoren geregistreerd, en overgeschreven te Leeuwarden den dier maand’.
Tresoar : koopakte 4 december 1854 Bergum, Klaas Roels Wymenga te Hardegarijp verkoper en koper Sjoerd Tijsses Jansma, koper. Het betreft de verkoop van een huis te Bergum, 1200 gulden. (B 758). In 1855, 5 jaar later, is dit huis 1500 gulden waard.
Het huis werd gekocht van Klaas Roels Wyminga, de koopman uit Hurdegaryp. Wyminga had wel steeds op strategische plekken huizen en land trouwens als strijkgeldschrijver.
Het huis B 578 lag aan de Schoolstraat Burgum ongeveer tegenover Het Roodhert, aan de zuidelijke kant van de straat.
Samenvattend wat de reden voor al deze koop en verkoop, ruil en verhuizingen is geweest.
Welmoed trouwde in mei 1854 met Wybe van der Meulen. Beiden ondernemende jonge mensen, en Wybe kwam ook uit een familie met kasteleins en koopmannen. Welmoed, net als haar zuster en broer, hadden geld nodig, en zij hadden beiden nog steeds recht op de erfenis van hun overleden vader. Sjoerd had dat niet vrij kunnen maken omdat het in de vorm van land steeds werd gebruikt en verhandeld. Welmoed en Wybe hadden even Huis ter Heide gehuurd, maar dat was niet was de beiden voor ogen hadden. Ook zij wilden wat voor zichzelf kopen. Zo zal de constructie tot zijn gekomen. Veel land verkopen tot de grote som van Het Roodhert bijelkaar was. En natuurlijk het juiste moment gebruiken om het van weduwe Rinke Wadman-Smit te mogen kopen. In oktober 1854 was het een feit. Ook werd de woning tegenover Het Roodhert gekocht, waarschijnlijk voor Douwe de Boer.
Indien ik goed heb geteld langs de Schoolstraat Burgum, zou de tegenwoordige Hema huis B 578 moeten zijn, gekocht door Sjoerd en verkocht door KL Wyminga in december 1854. Nu heet de straat westelijk van de Schoolstraat de Tjibbe Geartsstritte.
Okke 22-9-2014
.."du koest wol gelyk ha mar ik soe eins earst de strjitte numering sjen wolle ut dy tiid as se der nog binne fansels en dat hus is miskien ek wol in pear kear ferbouwt, der binne mar in pear panden ut de 19de ieuw oerbleaun yn of de Legewei, Skoalstrjitte, Daam ensf.
Us Rixt en har man Siebe van der Knaap ha It Luifeltje ek ris han en der in bakker yn en letter Jan Kokje van der Meer"...
Sjoerd had een enorm risico genomen in 1854; een overzicht
- de jaarlijkse huur van 1000 gulden voor de boerderij 'Groot Veldlus' aan de Straatweg in Burgum moest opgebracht worden sinds november 1853. Hij leende het geld van Sjoerd Bonnes Algra uit Suamar in 1853.
- De koopakte van Roodhert en de Koemarkt en de landen rondom in Burgum hadden een flinke bres geslagen in hun bezit
- Nog steeds moesten de drie stiefkinderen uitbetaald worden vanwege de erfenis van hun vader, en Welmoed was de eerste die trouwde in 1853, de tijd drong want ook Grietje en Douwe de Boer hoorden hun erfenis binnenkort te krijgen. Alle geld zat in roerende goederen
- Maaike was zwanger van het 7e kind van Sjoerd en het kind zou in februari 1855 op Groot Veldlust worden geboren.
- Hij kocht de herberg Roodhert met huis en land (september 1854) en organiseerde een openbare verkoping (oktober 1854) en verkocht land (oktober 1854) . De schulden moesten geïnd worden van de openbare verkoping, en dat was deels in september 1856 nog niet binnengehaald. Dit werd een groot probleem. Kerk (de afgescheidenen) en particulieren betaalden jaren later nog niet (..!) Huis ter Heide en bijbehorend land werd verhuurd (oktober 1854)
- Hij kocht een huis nabij Roodhert (december 1854)
- Er werd enorm met geld en land heen en weer geschoven, mensen waren laat betalen in die tijd maar en dat gold ook voor Sjoerd zelf. Soms werd er door de notarissen gehandeld en geld geleend, maar ook waren er flinke transactie kosten bij de vele aktes. Die werden vaker verrekend weer in de volgende akte.
december 1854
Tresoar:
Openbare toespraak op de Boereplaats te Bergumerheide bij gelegenheid eener uitdeeling van levens-middelen op den 19 December 1854 / N. Ypey.
Nicolaas Ypey had als eigenaar nog een stevige vinger in de pap, omdat hij de mooie kamer gebruikte voor zijn jachtgezelschap, hij zal er rondleidingen hebben gegeven, en hij gebruikte de boerderij ook voor zijn weldadigheden voor de streek. Echt vrij als pachtboer zul je daar ook niet geweest zijn want Ypey keek mee over de schouder. Hij had een onderscheiding van de Koning gekregen om de heide te ontginnen maar daar had hij ook de middelen voor.
Door mij ingekleurde foto van herberg Het Roodhert Burgum. Ervoor Familie Terpstra (1885-1908, archief Roodhert) dus deze foto is genomen nadat Sjoerd het had verkocht. Er staat nog een wagenhok naast met waarschijnlijk een paardenstal.
Het Roodhert enkele jaren later. De 4 bomen staan er nog. Het tramspoor ligt er nu voor.
De zoektocht naar het Roodhert. Natuurlijk koffie drinken met elkaar in Het Roodhert van nu.
Het overlijden Maaike D. Wadman 1855.
Het kan zijn dat Maaike niet fit was na de bevalling van 10 februari 1955 van hun dochtertje. Maaike had 12 bevallingen meegemaakt vanaf haar 18e jaar…. Ze had een druk gezin en haar man Sjoerd was erg ambitieus, hij kocht, verkocht en huurde en verhuurde dat het een lieve lust was. Ze verhuisden meerdere keren. Veel financiële kosten werden met nog niet geïnde pachten en huren betaald, de erfenis van Maaike was nog niet afgehandeld rondom haar overleden man want Grietje, Welmoed en Douwe wachten nog op hun uitbetaling..Het liep met roerende en onroerende zaken erg door elkaar, er waren nog schulden van jaren her, en er werden al weer nieuwe aangegaan en er stond nog erg veel geld uit bij kopers.
In ieder geval kwam de het treurige nieuws dat Maaike overleden was (12 februari 1855), en in de advertentie staat dat ze erg gemist werd. Hun oudste kind Okke was 12 jaar en de jongste, ook Maaike genoemd, net 2 dagen. Het kan zijn dat het jongste kind achteraf naar haar moeder werd vernoemd omdat zij net was overleden….Een enorme tegenslag voor Sjoerd, economisch en emotioneel..
Okke 16-5-2013
...."Ek nog in advertinsjes ut de LC – dy hiest miskein ek al tink.
Sa oansprekkelik ek dy fan S.T.Jansma oer it weigean fan syn frou Maaike – he ju, he ju en sokke moai oanspreklike wurden – it hie wol sa graach kinne wolt he.
Syn dochter Maaike is ek net ald wurden he.
Du soest in pear jier frij ha moatte en ik der in huske hiere foar in pear jier en dan oan de slach mei in pear meiwurkers – it soe hast wol in boek yn 2 dielen wurde tink.
Ir. Johannes Swierstra hat dat jierren lyn ek dien mei syn famylje"....
1955
Vanaf februari 1855 veranderde er noodgedwongen veel. De pacht van Groot Veldlust moest betaald worden in de volgende november 1855. Precies 1000 gulden werd geleend van mejuffrouw Weduwe Noë te Leeuwarden in mei 1855. Sjoerd was begonnen met het afbetalen van de grote som geld betaald voor Het Roodhert en omringende landen aan weduwe Jan D. Wadman in Bergum, maar de verkopers wilden natuurlijk de rest ook hebben. De landerijen moesten worden ingezaaid en de jonge kinderen verzorgd. Het was onmogelijk dat Sjoerd dit allemaal zelf zou kunnen doen, en waarschijnlijk sprongen familieleden bij. De leeftijd van de kinderen:
- Grietje de Boer, 24 jaar, hielp waarschijnlijk in de huishouding
- Welmoed de Boer, getrouwd, 22 jaar.
- Douwe de Boer, 18 jaar, hielp waarschijnlijk zijn stiefvader in vaste dienst
- Okke Jansma, 12 jaar
- Jan Jansma. 10 jaar
- Antje Jansma, 8 jaar
- Tijs Jansma, 6 jaar
- Sikke Jansma. 4 jaar
- Trijntje Jansma, 1 jaar
- Maaike Jansma, 2 dagen.
Hypothetisch:
- Grietje de Boer paste op de kleine kinderen. Grietje woonde waarschijnlijk zelfstandig ( ‘onder het gebuurte Bergum’), ze was niet getrouwd maar kan een aantal jonge kinderen in huis hebben genomen. Haar stiefzusje Trijntje Jansma vernoemt later haar kinderen naar Grietje en Welmoed de Boer. Ik denk dat Grietje woonde in het huis vlakbij Huis Ter Heide, wat nu afgebroken is B 761.
- Pake Tijs Jansma en Beppe Antje Bosgra uit Burgum sprongen de eerste maanden bij, beiden ze zijn 66 en 58 jaar. Maar Tijs Sjoerds Jansma overleed in juni 1855.. misschien ook aan dezelfde epidemie..
- De voogden en toeziend voogden werden aangesproken, en dit waren familieleden.
- Sjoerd moest wel door blijven gaan met het land te bewerken omdat daar in de zomer en het najaar de opbrengsten vandaan gingen komen en omdat anders deze zouden vervallen aan de nieuwe eigenaren. Stiefzoon Douwe van 18 jaar zal meegeholpen hebben en de oudste zoon Okke Jansma van 12 jaar zal van school gehaald zijn.
- Het was in ‘het gebuurte Bergum’ en omgeving het gesprek van de dag want nu Maaike overleden was moest het bezit verdeeld worden. Oude erfenissen konden worden vereffend, schuldeisers konden worden betaald en Sjoerd zou dan nu over de brug moeten komen met geld. Voor een aantal mensen betekende het dat ze haast moesten maken om hun schuld aan Sjoerd te vereffenen. Er werden taxateurs benoemd en alles werd naar waarde geschat.
Inventaris en boedelscheiding van Maaike
Op 7 april 1855 werd inventaris aan de deelnemers uitgelegd. Dit was een lange en uitgebreide inventaris, en heeft waarschijnlijk nogal wat geld gekost. Het is daarna wel duidelijk wie wat erfde. In hoofdstuk 22 staat de uitgeschreven inventaris.Op 24 september 1856 kwam de boedelscheiding tot stand in een notariële akte. Hieronder worden de hoofdpunten beschreven wie wat krijgt uit de erfenis.
Tresoar acte 24 september 1856, boedelscheiding. De scheiding van enige vastigheden te Bergum van weduwe Maaike Douwes Wadman, zij als erflater en zij in leven eerder weduwe van Dirk Jans de Boer, erfgenaam; en de andere erfgenamen, met de waarde van 43.691 gulden.
De inventarisatie na het overlijden van Maaike Douwes Wadman.
Memories kantoor Hardegarijp, overl. jaar 1855 Gemeente Tietjerksteradeel Overledene : Maaike Douwes Wadman Overleden op: 12 februari 1855 Wonende te : Bergum Tekst: weduwe van Dirk Jans de Boer; vrouw van Sjoerd Tijsses Jansma, landbouwer; moeder van Grietje, Welmoed (vrouw van Wybe Edzes v.der Meulen, koopman/herbergier) en minderjarige Douwe Dirks de Boer (voogd is Sikke Pieters Sikkema, landbouwer Ternaard) (uit 1e huwelijk) en minderjarige Okke, Jan, Antje, Tijs, Sikke, Trijntje en Maaike Sjoerds Jansma (uit 2e huwelijk). Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap
In het kort, dus sterk vereenvoudigt weergegeven, de inventaris van april 1855 in guldens. Ter verduidelijking zijn de afkortingen van de letters STJ Sjoerd, en MDW Maaike.
A. Gemeenschappelijke boedel Dirk Jans de Boer en Maaike Douwes Wadman | |
De schulden van Dirk Jans de Boer; kosten en belasting | 5097 |
Waarde van het land en meubels van Dirk Jans de Boer. Dit wat er over was nadat STJ al verkocht had uit de boedel. | 3483 |
| 1609 schuld |
4 kinderen de Boer hebben recht op 1631 gulden, wat verrekend moest worden met de jongste overledene Trijntje de Boer met haar zusters en broer. |
|
Actief ( erfenis MDW) | 2053 |
Passief (betalen MDW) | 804- ------ |
opbrengst | 1253 |
B. de gemeenschappelijke boedel Sjoerd Tijsses Jansma en wijlen Maaike Douwes Wadman. ‘Terwijl door den comparant SJT niets is aangebragt dan zijne lijfdragt. Dat MDW is overleden, zonder achterlating van eenige uiterste wilsbeschikking, op den 12-2-1855, tot hare erfgenamen achterlatende: hare 10 kinderen, met namen Grietje, Welmoed, Douwe, Okke, Jan, Antje, Tijs, Sikke, Trijntje en Maaike, allen voornoemd, ieder voor een gelijk gedeelte’. | |
Waarde van de boedel van STJ en MDW, onroerend goed en spullen | 22.679 |
nog te betalen door STJ (leningen en niet uitbetaalde erfenis kinderen de Boer) | 22.480 - |
blijft over voor STJ | 199 |
C. Staat van nalatenschap Maaike Douwes Wadman: | |
Waarde van de onroerende goederen van MDW uit haar erfenissen | 26.179 |
oude schulden zoals een schuld aan haar moeder | 1232 – |
Waarde van het bezit, zonder verkoop | 24.947 |
Dit laatste bedrag is de erfenis voor de kinderen. De 3 kinderen de Boer: - per persoon 3053, dat is ¾ wegens hunner vader en 1/10 wegens hunner moeder De erfenis voor de 7 kinderen Jansma: - per persoon 2494, dat is 1/10 wegens hunner moeder |
De kinderen accepteerden, voorzover mondig, de schulden aan derden te accepteren en te betalen, en als erfenis onroerende goederen aan te nemen.
De zaak was duidelijk en overzichtelijk voor iedereen. Het grote probleem waren de onroerende goederen nog in bij Sjoerd in gebruik. Hij woonde nog op 'Groot Veldlust' en er moest nog geoogst worden. De constructie werd zo bedacht, dan de jongste 5 kinderen de meubelen kregen (alle meubelen brachten 1457 gulden op) en de weid- en hooilanden aan de Zomerweg. Maaike Jansma, 1 maand oud erfde Huis ter Heide. Op deze manier kon Sjoerd toch nog aan inkomen na 1855 blijven komen. De grootste klapper maakte Welmoed de Boer en haar man Wybe Edzes van der Meulen. Zij kregen hun erfenis en kochten tegelijk het Roodhert, de Koemarkt en de omringende landen op. Het Roodhert en de bijbehorende ‘huizinghe’ kochten ze voor 10.700 gulden (véle malen minder dan Sjoerd ervoor had betaald!) dat maakte samen met de andere onroerende goederen dat ze een bedrag van 18.400 gulden moesten betalen. Ze namen ook de meeste schulden over, zoals de schuld aan weduwe Jan D. Wadman voor 15.000 gulden. Welmoed en Wybe hebben Roodhert betaald uit de boedel van Sjoerd en Maaike. Sjoerd had het groots opgezet maar is aan betalen nauwelijks toegekomen door de plotselinge dood van zijn vrouw en het moeten uitbetalen van de erfenis aan de stiefkinderen.
- Grietje de Boer kreeg een weid- en hooiland (B 135 de Dekama), een vrouwzitplaats in de oosthoek van de Kerk te Burgum naast haar broer Douwe de Boer, en het huis nabij Huis ter Heide (B 761, B 762, B 763)
- Welmoed de Boer kreeg het Roodhert en omringende landen en betaalde dit ook af. Verder kreeg ze het gouden oorijzer van haar moeder.
- Douwe de Boer kreeg het huis (B 578) wat tegenover bij het Roodhert stond (waarschijnlijk de Hema van nu), een bouwland achter Huis ten Bosch (ooit van zijn vader geweest vanuit de erfenis van zijn grootouders de Boer en Sikkema) en een mannenzitplaats in de Kerk naast Grietje
- Okke, Jan, Antje, Tijs, Sikke, Trijntje Jansma, kregen land. Sikke van 4 jaar kreeg zitplaatsen in de noorderhoek van de Kerk in Burgum.
Er bleven nog genoeg weid- en hooilanden over voor Sjoerd en de kinderen om van de bestaan. Feit bleef dat het erg moeilijk was voor de kinderen - lees Sjoerd- om de schulden die de kinderen zouden moeten betalen uit het roerende goed te halen. Er zat niets anders op dan 'Groot Veldlust' te verlaten, en proberen de schulden af te lossen. Hij had wel bezit via de kinderen maar geen direct inkomen, of het moest het kasteleinswerk vanuit Huis ter Heide weer worden. Zoals uit de erfenis blijkt, bleef er voor Sjoerd de schamele 200 gulden over..
Volgens de site Noordbergum in woord en beeld konden de volgende bewoners van 'Groot Veldlust' pas na de oogst in 1856 hun land pachten, en het huis pas het volgende voorjaar.
Groot Veldlust na 1855
Er is trouwens op de site ‘Noordbergum in woord en beeld’ een aardig stukje over Groot en Klein Veldlust, boerderijen gebouwd door de grootgrondbezitter. (http://members.chello.nl/j.visser222/hoofdstuk2.htm). Volgens deze site nemen de navolgende bewoners de huur over voor de landerijen van Groot Veldlust op 5 maart 1857 en voor het huis op 12 mei 1857, met nu 1100 gulden huur per jaar, maar nog niet bewoond.
Op 3 oktober 1856 werd Veldlust bewoond (huur van 1100 gulden, trouwens Sjoerd en Maaike betaalden voorheen 1000 gulden aan N. IJpey) volgens de site, door de familie Atsma. Deze familie zal het stokje hebben overgenomen van Sjoerd en Maaike. De nieuwe huurders moesten wel aan bepaalde eisen voldoen zoals vlijtig zijn en de boerderij in goede staat houden, en de westelijke kamer afstaan aan de grootgrondbezitter wanneer deze met gezelschap wilde jagen (Nicolaas Ypey). ..'De bouwlanden waren dadelijk na het “rispen” van de vruchten in 1856 te aan vaarden. De greide- en hooilanden op Sint Petri (5 maart) 1857 en de huizinge op 12 mei 1857'..
Trouwens in het hoofdstuk 12 over het drama in Easterein van Rigtje en haar kindje Rypkje komt de naam van de rijke boerenfamilie Atsma ook voor. Pake Rypke Tjerks was kerkvoogd en later diaken bij de N.H. kerk in Suamar en in die hoedanigheid werd er veel grond, huizen en heide opgekocht. Na Sjoerd en Maaikes faillissement op Groot Veldlust huurde de oude Rypke Tjerks Atsma de boerderij voor zijn zoon Tjerk Rypkes Atsma (Suamar) in de herfst 1856. Tjerk Rypkes Atsma was getrouwd in datzelfde jaar en hij en zijn vrouw Willemke kregen hun zoon Rypke in 1 juni 1856. Tijdens het drama in Eastermar in mei 1882, waarbij de dochter van de koemelker, Rigtje Douma, zwanger werd van haar verwekker, deze boer Rypke Tjerks Atsma, hakte er bij de buurt in Eastermar nog jaren in. Rigtje verdronk zichzelf met haar kleine dochtertje Rypkje Tjerkje (de naam verwees zij naar haar verwekker), omdat hij niets met haar van doen wilde hebben. Deze rijke boerenzoon van 25 jaar had Rigtje als faem in dienst. De faem kon niet trouwen met de boer. De Algra mannen waren al jaren kerkvoogden, diaken en armvoogd in Bergum en omgeving en hielden zich bezig met de verhuring van sociale woningen. Ten tijde van het drama in 1883 was Rypke 26 jaar en dus nog ongehuwd. De familie moet zich hebben gebogen over een huwelijkspartner die snel gevonden moest worden en Rypke trouwde idaarom in mei 1884, met een 20 jarige boerendochter uit Surhuisterveen.
Wat kan de geschiedenis dicht bij elkaar liggen.. Rigtje Douma was het nichtje van Okke jansma's beppe en de familie Atsma waren de volgende bewoners na Sjoerd en Maaike. Het kindje zal verwekt zijn op Groot Veldlust ...
De boedelscheiding van 24 september 1856.
Verkorte weergave van de boedelscheiding na overlijden van Maaike.
Het hele huisraad werd beschreven, de waarde geschat en genoteerd als zijnde bezit. Het is interessant te lezen welke meubelen en boerengereedschappen zich in 'Groot Veldlust' bevonden. Er was trouwens geen sprake meer van vee en groot boerenmaterieel. Wat opvalt is dat Maaike erg van porseleinen servies goed moet hebben gehouden want daarvan zijn heel veel stukken zoals bonte en witte serviezen. Het goed werd per kast en per plank beschreven, zelfs de vogelkooi met vogel in de middelkamer. Een voorbeeld:
Vierde plank: |
|
4 bonte borden, een wit dito, een half dozijn theegoed met melkkan, suikerpot en kom | 3,20 |
Een bakje met lepels, vorken en messen, een tinnen trekpot, 2 blikken trompen en een lepelkistje | 6 |
In de westelijke bedstede: |
|
Een bed met peul, 4 kussens, 2 dekens en 2 lakens | 28 |
In de oostelijke bedstede: |
|
Een bed met peul, 4 kussens en 2 lakens | 40 |
Bedgordijnen | 1 |
Nog tegoed van kopers uit de openbare verkoping Op 30 oktober 1854: | 7821 gulden |
Onroerend goed wordt beschreven, en het Roodhert stond nog als bezit aangegeven,kennelijk hadden Welmoed en Wybe ook nog geen kans gezien de duizenden gulden af te lossen. Voor STJ bleef de jaarlijkse rente nog staan van 1600 gulden evenals de rente voor de landen rond Het Roodhert, 1471 gulden dat jaar te betalen aan weduwe Jan D. Wadman. Welmoed en Wybe kochten dit na de erfenis van Maaike af | |
Schulden aan mensen, omdat STJ geen geld kon onttrekken uit onroerende goederen | 25.674 gulden. |
|
|
|
|
|
|
Afgesproken werd dat de schulden, 25.674 gulden, betaald werden uit de erfenis door alle 13 kinderen. (Stel dat dit zou lukken, dan bleef een kleine schuld over. Als alle overige weid- en hooilanden met enige winst verkocht zouden worden, zou STJ uit de schulden zijn).
Sjoerd en de kinderen verhuisden vanuit Groot Veldlust en er bleef waarschijnlijk maar 1 optie over, namelijk terug verhuizen naar Huis ter Heide. Grietje de Boer woonde er waarschijnlijk tegenover en de jonge kinderen waren waarschijnlijk al tijdelijk onder familieleden verdeeld. Welmoed had een eigen dochtertje gekregen, jammer genoeg werd het tweede kind in 1856 als levenloos bij de gemeente aangegeven; misschien was haar de spanning te veel geworden rondom de dood van haar moeder en de zorgelijke tijd van haar stieffamilie en alle beslissingen rondom geld. Welmoed en Wybe, waren al verhuisd naar de woning bij het Roodhert in het centrum van Burgum.
Sjoerds vader, Tijs Sjoerds Jansma, overleed in juni 1855. Op de begrafenis zal hij zijn broers en zusters weer hebben gezien en al hun kinderen en kleinkinderen. Sjoerd was 38 toen zijn vrouw en vader vlak na elkaar overleden.Vader Tijs werd begraven op het gekochte graf bij de Kerk te Bergum, maar is nu geruimd want het is niet meer te vinden. Er zijn nog wel foto's van gelukkig (hoofdstuk 17).
Van alle plannen en grote investeringen was niets meer over. In 1856 werd Sjoerd ‘tuinman ‘genoemd, en waarschijnlijk heeft hij werk aangenomen bij de Bosgra’s.
november 1856
Overlijden van Sikke, 5 jaar.
Wat een volgende treurig feit is, dat zijn zoontje Sikke in november 1856 overlijdt. Kleine Sikke was 5 jaar en zal zeker zijn moeder gemist hebben. Sjoerd werd ten tijde van de aangifte van zijn overlijden weer ‘landbouwer’ genoemd. (Ik ben van mening dat Sikke zijn moeder heeft gemist en dat het jongetje sterk met haar dood bezig was en de daaropvolgende onzekerheid en komende verhuizing. Zijn vader had andere dingen aan zijn hoofd. Hypothetisch: in een onbewaakt ogenblik is er een fataal ongeluk gebeurd. Sjoerd moest alle alle veldvruchten van het land hebben gehaald in het najaar volgens afspraak, en de boerengereedschappen moesten worden verkocht, want Groot Veldlust moest opgeleverd worden. Er liepen taxateurs door het huis die de eigen spullen op waarde moesten schatten en dat kan erg bedreigend voelen voor een kind van 4/5 jaar).
Tresoar nr 2: 9 november 1956 overlijden Sikke, saldo fl 2.423. (noot: Sikke erfde 2490,70 in 1855). Er is nauwelijks iets van gebruikt, maar het kan ook geld zijn wat nog uitgekeerd moest worden.
Over de navolgende tijd, na het overlijden van zijn zoontje Sikke, is niet veel bekend. Sjoerd zal geoogst hebben van zijn landerijen, het land opnieuw bewerkt hebben, misschien wat kasteleinswerk gedaan hebben bij Huis ter Heide. In 1859 werd Sjoerd in akten weer genoemd als ‘herbergier’.
In 1857 overleed ook Maaike's oom Sikke Pieters Sikkema, waarschijnlijk als gevolg van de heersende epidemie. Hij liet een groot bedrag na een zijn broers en zusters. Maaikes moeder was al overleden en Maaike zelf ook, dus het geld ging naar de kinderen van Maaike, waardoor iedereen ongeveer zo'n 300 gulden op de rekening kreeg. Kleine Sikke was naar hem vernoemd en zal al eerder geld hebben gekregen. Het heeft er veel van dat deze oom van Maaike ongetrouwd was, en toen kleine Sikke overleed dit zijn oom Sikke verdriet heeft gedaan. Deze memories worden ook genoemd bij 'de inventaris van Maaike Douwes Wadman": Memories kantoor Holwerd
· Bron: Memories van successie 10-4-1857
· Soort registratie: Inschrijving Memorie van successie
· Plaats: Holwerd
Bijzonderheden:
Filmnummer: 163 Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap broer van Albert, arbeider Bergum, Kornelis, landbouwer Suameer, Wypkje (vrouw van Sipke Rinderts Algra, idem Hardegarijp), Elias (erft legaat) en wijlen NN Pieters Sikkema (moeder van wijlen Maaike Douwes Wadman, wed. Dirk Jans de Boer, vrouw van Sjoerd Thijssen Jansma, landbouwer Bergum; mdv: zie ad a). Saldo fl. 28.832,28. ad a: Grietje, te Bergum, Welmoed (vrouw van Wybe Edsers v.der Meulen, herbergier aldaar) en minderjarige Douwe Dirks de Boer (voogd is zwager Wybe) (uit 1e huwelijk) en minderjarige Okke, Jan, Antje, Thijs, Trijntje en Maaike Sjoerds Jansma (uit 2e huwelijk).
· Overledene
Sikke Pieters Sikkema overleden op 10-04-1857 wonende te Ternaard
1860
Tresoar nr 17: Koopakte 27 maart 1860. Sjoerd Tijsses Jansma (en anderen) verkoopt 1/3 deel land in 2 percelen bouwland te Bergum, koopsom 658 gulden. Koper is Wybe Edzes van der Meulen (zijn schoonzoon en herbergier van Het Roodhert)
Grietje de Boer.
Zijn stiefdochter Grietje de Boer trouwde op 18 februari 1860 met de timmerman en weduwnaar Meinte Poelstra. Grietje erfde het huis naast Huis ter Heide, en ze wilde trouwen maar had nog geen geld gezien na de erfenis maar had wel schulden om anderen uit te betalen. Grietje zal haar stiefvader om raad gevraagd hebben. Sjoerd rekende en kwam tot de conclusie dat er binnen de familie maar geschoven moest worden, en Welmoed en Wybe werden er weer bij werden betrokken. Waarschijnlijk kon Wybe ook niets met het land, maar op papier was het weer gered. Grietje kreeg haar geld en was uit de schulden, en kon trouwen.
Antje Bosgra
Beppe Antje Bosgra leefde ook nog, en zij zal zich zeker zorgen gemaakt hebben om het gezin van haar kleinzoon Sjoerd. Het moet een goede beppe en moeder geweest zijn, want veel kleinkinderen worden naar haar vernoemd. Beppe Antje Bosgra heeft via haar familiebanden met de Bogra’s waarschijnlijk gezorgd dat haar man Tijs Jansma zijn beroep kon veranderen van Kleermaker naar boomkweker bij de Bosgra’s alhoewel hij later toch weer het kleermakers beroep opnam. Na 1855 was werk voor haar kleinzoon Sjoerd ook noodzakelijk. Sjoerd was een handige kastelein en later landbouwer, maar nu kon hij weer aan het werk als bomen planter. Hij meldde zich bij de Bosgra’s voor werk. Vader Tijs Sjoerds Jansma overleed plotseling in juni 1855 en Sjoerd nam zijn werk over.
Werk in Uithuizermeeden, in de Groninger ontginning
1867 Uithuizermeeden. Noordelijk van het dorp liep de Oude Dijk. Van daar uit richting noorden werd land ontgonnen.
In het noorden van Groningen was veel werk te vinden. Er werd land van de zee gewonnen, vlas werd verbouwd en bomen en lanen werden ingepland. Daar waren mannen voor nodig en de Bosgra’s hadden wel 60 man aan het werk. De wegen waren zandpaden. Sjoerd had het werk van zijn vader overgenomen na diens dood in 1855, en Sjoerd werd na 1856 ‘tuinman' genoemd. Weduwnaar Sjoerd had veel bezit gehad, maar was eigenlijk alles kwijt al kon hij wel enkele jaren de vruchten plukken van ‘de erflaters’ oftewel zijn jonge kinderen. Hij verhuurde nog steeds land in Bergum voor zijn jonge kinderen.
De werkzaamheden in Uithuizermeeden waren inplanten en het aanleggen van bos, lanen en tuinen. Het land was drooggelegd en moest voor landbouw geschikt worden gemaakt. Er waren verschillende korenmolens actief om het graan te malen.
Volgens onderzoekers die de landbouw in die tijd bestudeerden, ging het om indijkingen, droogmakingen en ontginningen. Dezelfde werkzaamheden vonden ook plaats bij de Noord-Hollandse polders. Rond de tijd dat Sjoerd in de Groninger polder werkte, waren de meeste indijking al achter de rug ( 1840- 1850) en kwam het accent meer te liggen op ontginningen (1850-1860). De indijking en droogmaking van de Uithuizerpolder kwam gereed in 1827, en daarna volgde het planten. Voordat het land gebruikt kon worden en rendabel gemaakt, heerste daar grote armoede.
Bijzonder zijn de ‘tuinen van Vlaskamp’ een tuinontwerpen die met de planten, struiken en bomen van de leverancier Bosgra werkte.
http://www.rug.nl/research/kenniscentrumlandschap/eindrapport_vlaskamp_september_2013.pdf
De groene delen zijn ontginningingen, (Bosatlas 1848). De blauwe delen indijkingen, en het noordelijk deel van Groningen heet de Uithuizerpolder.
Reizen naar Uithuizermeeden
Hoe reisden de arbeiders van Burgum naar Uithuizermeeden? Misschien deels over water? De Straatweg was wel aangelegd naar Groningen, maar deze locatie was noordelijker.
De route Burgum naar Uithuizermeeden is hemelsbreed maar 55 km, maar waar Sjoerd langs ging is onbekend, waarschijnlijk via de Straatweg naar Twijzel over de Groote Weg van Leeuwarden naar Groningen via Buitenpost, Visvliet de Heirweg op, naar de Friese Straatweg, door Grijpskerk en Niezijl, Nordhorn, Zuidhorn Friese Straatweg volgend, Winsumerweg, Winsum, Baflo, Warffum, Usquert, Uithuizen, Uithuizermeeden.
Of per schip over de Burgumermar, Knillesdjip, Caspar di Roblesdiep, Stroobos trekvaart naar Groningen, Gerkesklooster, Hoendiep langs Grijpskerk, zuidelijk Hoendiep volgend langs Niezijl, noordelijk via Hoendiep langs Zuidhorn, Aduard, uitstappen dan langs de oude route Winsumerweg van Groningen naar Winsum en dan via Baflo naar Uithuizermeeden. De route kan mooi gevolgd worden via' Friesland wonderland', waarbij een oude kaart onder Google maps ligt. De keus over land of water is aan de lezer.
De weg in Grijpskerk naar Groningen. Een levendig dorp/stadje in die tijd. Bron: site Tymen Wierstra https://twierstr.home.xs4all.nl/
Hypothetisch. Sjoerd en de herbergen
Sjoerd kwam langs Grijpskerk en Niezijl en als echte herbergier zal hij een slokje hebben gedronken in de herbergen onderweg. Zo kan hij in contact zijn gekomen met de herbergier en koopman Rykel Geerts Linthorst uit Niezijl in de gemeente Grijpskerk. Bij Niezijl werden misschien in de herberg de nodige glaasjes gedronken op de terugreis eens per week. Misschien moest Sjoerd de mannen begeleiden en aan het werk houden als opzichter. Weekenden kenden ze toen nog niet, wel vrije zondagen om naar thuis en de kerk te gaan. In ieder geval hadden de kastelein Rykel Linthorst en zijn vrouw een ongetrouwde dochter die Jantje Linthorst heette. Het is de vraag of Jantje nog thuis woonde bij haar ouders. In de huwelijks advertentie staat dat Jantje in Dantumawoude woonde, bij Dokkum. Ze zal daar als dienstmeid gewerkt hebben. Zo kan Sjoerd met de dochter van de herbergier Linthorst in aanraking zijn gekomen. Jantje zocht namelijk ook werk als dienstbode.
Het kan ook zijn dat er een sociale dwarsverbinding lag in de relaties van Sjoerd met de eigenaar Tillema van de bakkers- graanmolens in de Uithuizerpolder. De molen was een belangrijke ontmoetingsplaats voor mensen die werkten in de landbouw. Er was een bekende molenaarsfamilie in Ulrum, de familie Tillema. Sjoerd kwam altijd langs Ulrum . De zus van Jantje Linthorst trouwde namelijk met een zoon van de molenaarsfamilie Tillema. En molenaars kennen meestal hun bakkers. De Meesterbakker uit Niezijl heet Tymen Broos, en de zoon van Tymen Broos, weduwnaar Jan Broos, bakker in Burgum, trouwde later met Welmoed de Boer, Sjoerds stiefdochter, en in 1887 weduwe geworden van Wybe van der Meulen.
In ieder geval komt Jantje Linthorst als huishoudster bij Sjoerd in het gezin. Jantje had nog een betrekking in Dantumawoude, nu Damwoude genoemd. In hoofdstuk 20 wordt het leven van Sjoerd, Jantje Linthorst en hun kinderen beschreven.
De volgende optie is dat Sjoerd gewoon een huishoudster in een advertentie zag, en haar bestelde. Toen het wat werd met die twee, en hij mee ging naar Jantjes familie rondom Niezijl, kreeg hij ook daar werk in de tuinen, want de Bosgra's onderhielden ook tuinen in Groningen. Jantje en Sjoerd zijn enkele jaren na hun huwelijk verhuisd naar Noord Groningen, omdat daar het werk was en Jantje misschien minder met het Fries op had.