Jansmabergum.nl 

op zoek naar betekenis 


4. De broers en zusters Doeke, Jouckje, Bauckje en Tijs Jansma rond 1811; rond de trouwerijen en de naamgeving. 

Doeke Sjoerds Jansma (1748 Twijzel- 1794 Bergum, 67 jaar) en Tijs Sjoerd Jansma (1788 Bergum- 1855 Bergum, 67 jaar).






Het gezin Van Doeke en Tijs.

Doeke Sjoerds Jansma was de oudste en Tijs Sjoerds Jansma de jongste van de kinderen van Sjoerd Doekes en Antje Tijsses. Daartussen zaten de zusjes Joukjen en Baukjen ( de Nederlandse schrijfwijze is Baukjen en Joukjen, maar ik houdt de Friese schijfwijze aan: Joukje en Baukje). Doeke Sjoerds Jansma was de oudste en Tijs Sjoerds Jansma de jongste van de kinderen van Sjoerd en Antje Tijsses. Beide broers verschillen 12 jaar. De naam Bauckjen werd 3 keer gegeven door hun ouders, waarschijnlijk omdat twee Bauckjens al jong overleden. Doeke en Tijs groeiden  op met hun zusjes Jouckjen Sjoerds Jansma en Bauckjen Sjoerds Jansma.

Doeke, Jouckjen, Bauckjen en Tijs groeien op in het kleermakersgezin (van 4 generaties kleermakers) aan de Schoolstraat in Bergum. Het noodlot slaat toe in 1794 als hun vader Sjoerd plotseling overlijdt met 45 jaar. Hun moeder Antje Tijsses blijft achter met de kinderen. Gelukkig is de oudste zoon Doeke al 18 jaar, zodat hij al mee kan verdienen, maar hij moest wel in de leer bij een andere kleermaker, waarschijnlijk kleermaker Procé aan de Lageweg. Jouckjen is 17 jaar, Bauckjen is 9 jaar en Tijs is nog maar 5 jaar. Jouckje zal ook hun deel hebben moeten verdienen als naaister. Doeke is al gezel kleermaker en gaat later ook voor de Meesterproef. Doeke zal als oudste broer de rol van vader voor Tijs op zich hebben genomen. Tijs wordt in eerste instantie ook leerling kleermaker, maar heeft een meer ondernemende inslag. Samen nemen de broers de naam ‘Jansma’ aan in 1811. Zus Jouckjen trouwt pas op 35 jarige leeftijd met de weduwnaar Tjeerd Poutsma, die al een zoontje had van 9 jaar. Jouckjen zal nog lang bij haar moeder Antje blijven om te helpen met naaien. Eind 1821, Jouckjen is dan 45 jaar verkoopt ze de ene helft van het huis aan haar broer de Meesterkleermaker Doeke aan de Lageweg omdat er schulden waren. Mem Antje heeft het huwelijk van haar dochter nog willen meemaken want een paar maand later sterft ze in augustus 1812. Mem Antje was wasvrouw geworden in de Franse tijd, niet gemakkelijk toen als weduwe. Zus Bauckjen, ook naaister, trouwt als ze bijna 30 jaar is met een 5 jaar oudere man in 1814, de veenbaas uit Tietjerk, zoon uit een schippersgezin; Albert van der Kooi.

Bijzonderheid is dat deze  broer en zus op dezelfde dag in het huwelijk treden op 29 november 1814:

- Doeke Sjoerds Jansma met weduwe Maria Procé, een kleermaker en een naaister. Ze hebben elkaar als kind gekend, en Doeke was in de leer bij de familie Procé aan de Lageweg;

- Bauckjen Sjoerds Jansma met Albert Teunis van der Kooi uit Tietjerk;

Beiden bruidsparen schrijven zich - in 1814 -  met de naam 'Jansma’ in de registers in. 

Samen nemen de broers de naam ‘Jansma’ aan in december 1811, en de naam werd waarschijnlijk gekozen vanuit de vader van hun moeder, pake Tijs Jans.  


1811 De naam Jansma wordt gekozen voor de familie.

Op vrijdag 27 december 1811, daags na Kerst tijdens de Napoleontische tijd, nemen Doeke en zijn broer Thijs de naam Jansma aan. Doeke was net een week geleden 36 jaar geworden, en zijn broer Thijs was 23 jaar. Op dat moment zijn beide mannen nog ongetrouwd. Of ze hun toekomstige vrouwen al kenden is mij onbekend. Hun zussen Jouckje en Bauckje zijn beide naaister en helpen hun moeder, de weduwe Antje Tijsses aan de Schoolstraat te Burgum. Waarom de naamgeving speciaal eind december, de laatste dag van het jaar, gebeurde is mij niet duidelijk (Keizerlijk Decreet 11 augustus 1811 verplichting familienaam). Okke en ik denken dat de naam komt van pake Tijs Jans, want de vader Doeke Sjoerds was al overleden. Doeke werd met 18 jaar al kostwinner, hij en zijn zusters nemen het kleermakersvak over. Ze zullen gebruik hebben gemaakt van de erfenis van de kinderloze tante Jouckjen die hun moeder Antjes Tijsses had opgenomen en opgevoed. Tante Jouckjen overleed in 1791 en hun vader Doeke in 1793. Moeder Antje Tijsses was meer als wees opgegroeid bij tante Jouckjen Jans. Toen de achternaam moest worden aangenomen, werd dat Jans en niet Sjoerds. Het had trouwens ook Bruins kunnen zijn, want de echtgenoot van tante Jouckje heette Gosse Bruins, een kuiper aan de Schoolstraat. 


Een document met naam Jansma bij de Burgerlijke Stand in Burgum.

 

De naam ‘Jansma is vanaf die datum officieel! Dit document bevestigd dat Tijs Jansma ingeschreven staat bij de Mairie Burgum (Marie is de gemeente). We hebben ook het naamgevings document van  zijn broer Doeke Jansma.



Okke:13-4-2012

"Op 27 Dec. 2001 soe it eins 200 jier lyn weze dat der yn Burgum 2 opsketten brourren tegearre besletten ha op deselde dei der oan it kantoar fan de Mairie Bergum, de namme Jansma oan te nimmen. Sunt 1995, doe ik begun bin mei dat famylje undersyk, ha’k om in reden socht werom se dy namme JANSMA oannommen ha mar bin der neat wizer fan wurden. It soe wat te meitsjen hawwe moatte mei in Jan, mar der wie ek gjin Jan yn dy tiid yn de famylje'. 

'Ik ha wol fun dat der yn 1811 Jansmas op de Burgumerdaam wennen mar dat wie ek hielendal gjin famylje.

Miskien hat der in ferbining fan de 2 frijgesellen DOEKE & SJOERD mar dy ha’k, oan’t no ta, nog net fine kint.

Harren susters Joukje en Baukje,steane ek net yn de registers dat se de namme yn de Mairie Burgum oannommen ha, mar skriuwe har wol as Jansma. De namme Joukje heart ek net by us famylje en ha de reden der ek fan utfun en wert dy namme dus dan weikomt – jildsaak wer he en der ek mear oer letter'.

 Volgens Okke moest Antje ook de kost als wasvrouw verdienen in Burgum tijdens de Napoleontische tijd. Haar dochters waren naaisters en konden waarschijnlijk meer elders verdienen dan bij moeder Antje. Er trokken veel soldaten door Burgum, vooral de trek naar Rusland was berucht.


In het hoofdstuk 'Sjoerd Doekes en Antje Tijsses vóór 1800' worden Doeke, Joukje en Baukje ook al beschreven, maar het gaat hier meer om het huwelijk en de data. 

Zus Joukje

Als eerste in het gezin trouwde in maart 1812 Jouckje met weduwnaar Tjeerd Hendrik Poutsma, een arbeider uit Suamar, en hij was journalier in het leger geweest. Hij neemt zijn zoontje mee (Hendrik Poutsma, 1801 geboren). Jouckje, 35 jaar is naaister bij haar moeder en broer geweest. Vreemd is dat er vermeldt staat in een document ‘niet weet waar haar moeder is’ en hiermee wordt haar moeder Antje Tijsses bedoeld. Volgens de geschriften was Antje overleden in augustus 1812. Een vreemde zaak waar 64 jarige wasvrouw Antje was…

Zus Baukje 

Bauckje  trouwde rond haar dertigste met de veenbaas en schipper uit Tietjerk; lbert Teunis van der Kooi, 35 jaar, uit een schippersgezin en weduwnaar van Mettje Staphorstius uit Garyp. Albert was vader van twee jonge kinderen: Romke van der Kooi (5 jaar, 1809) en Wytske van der Kooi (15 maand, 1813). Baukje en Albert trouwden in november 1814.  Baukje en Albert kregen 5 kinderen: Antje, Mettje, Teunes en Sjoerd van der Kooi. Albert werd 86 en Baukje 83 jaar en beiden woonden hun laatste jaren in Tytjerk.  

Broer Doeke

Op dezelfde dag in november 1814 traden ook Doeke Sjoerds Jansma (38 jaar) met weduwe Maria Procé (39 jaar) uit Burgum van de Lageweg in het huwelijk. Doeke was zoals gezegd Meester Kleermaker ('tailleur' volgens de telling. Maria was weduwe geworden van Arjen Cornelis van Dijk, en zoals ik het kan bekijken, was ook Arjen kleermaker. Maria en Arjen hadden twee kinderen:  Kornelis ( 1802 en jong overleden), Kornelis (1803) en Trijntje van Dijk (1805). Toen Maria trouwde, waren haar kinderen 11 en 9 jaar. Maria veranderde van godsdienst na het huwelijk met Doeke en noemde haar vanaf die tijd Marijke. Met Doeke kreeg ze drie kinderen: Sjoerd (1816), Doeke (1816) en Antje (1820). Alleen de kinderen Sjoerd en Antje worden in de telling nog genoemd, dus nemen we aan dat Doeke, misschien een tweeling, overleden was als zuigeling.  

Data: Kinderen: 

  1. Doeke  Sjoerds Jansma, 1816- 1843. De oudste zoon Doeke Sjoerds (1816-1843) overleed met 26 jaar als soldaat (fuselier). Ook de ouders sterven in dat jaar. 
  2. Sjoerd  Doekes Jansma, 1816
  3. Antje Doekes Jansma, 1820

Het is zeker verwarrend, al die patroniemen (Doekes, Sjoerds) en geërfde familienamen die erg op elkaar lijken.. 

Broer Tijs

Tijs trouwde halsoverkop in mei 1814 met de jonge Antje Bosgra in Burgum. Ze zijn dan 25 en 17 jaar. Thijs is was van leerling kleermaker leerling boomkweker geworden bij de Bosgra’s. Antje Bosgra was de oudste dochter van de bekende boomkweker Okke Bosgra in Bergum. De stamboom gaat verder met Tijs en zijn Antje Bosgra.  



   
















De zoon van Doeke en Maria Procé, Sjoerd Jansma, overleed met 26 jaar als soldaat (fuselier) in 1843. Zijn vader Doeke Sjoerds was net een half jaar eerder gestorven in januari 1843 en zijn moeder Maria stierf ook in hetzelfde jaar. Hieronder de verklaring van het overlijden van de zoon Sjoerd, die als fuselier stierf.  De vraag is waarom jongemannen vanuit Burgum helemaal naar Den Haag trokken en daar fuselier werden (in welk leger?)

Okke: 28-5-2012

"Moarn Sytie,

Sjoerd Doekes Jansma wie berops soldaat yn den Haag als fusilier bij het 8ste Regiment der Infanterie.
Hij stierf op 6 Juli 1843 maar weet verder ook geen detailles over hem en in welke kazerne hij zat of de oorzaak van zijn overlijden.
Groetsjes,
Okke". 


 

Okke: 

'dizze Sjoerd Doekes Jansma hiest ek al en hjir syn stjerberjocht dan ek út Den Haach, hij wie net trouwt hjer'. 

Okke: 29-5-2012

"Hoi Sytie,
Nog wat meer over de Fusilier uit Burgum:
In de ingekomen stukken van de gemeente Tietjerksteradeel van Nov. 1836 vond ik – Ontslag miliciens Albert Theunis de Vries en Sjoerd Doekes Jansma.
Een milicien betekent een dienstplichtige militaire soldaat en dit betekent dus dat hij zijn dienstplicht als Ned. burger had gedaan en dus weer als vrij man in de gemeenschap kon leven.
In tijden van oorlog of conflict zou hij dus ook later weer opgeroepen kunnen worden.
Tot 1898 had je ook de situatie waar b.v. een boerenzoon opgeroepen werd voor militaire dienst die af kon kopen tegen een behoorlijke geldvergoeding aan degene die zijn plaats dan nam.
Dit waren de remplacants en in het Fries werden ze ramplesanten genoemd – een vriend van mijn pake Okke – Tsjibbe van Minnen ( 1874 – 1973) heeft zo van 1894 tot 1896 in Atjeh, Sumatra gevochten.
Tjibbe heeft me daar prachtige verhalen van verteld – hij was pake’s beste freon en als jonge bazen gingen ze elk jaar naar de grote paardenmarkt in Oldenburg en kochten daar dan zo’n 30 of 40 paarden en liepen dan met de beesten weer naar Friesland.
Het 8ste Regiment van de Infanterie (1841) was samengesteld uit verschillende bataljons, het 9de Bataljon der Infanterie van Linie, het 1ste, 2de en 3de Bataljon Infanterie Nationale Militie en deze manschappen waren hoofdzakelijk afkomstig uit de Provincies Friesland, Groningen en Drente.
Het 8ste Regiment bestaat nog en heeft o.a veel doden op de Grebbeberg in WO 2 moeten laten liggen.
Het is mogelijk, via de uitvoerige bestanden, alles na te zoeken en detailles moet je dan opvragen tegen een vergoeding.
Ik heb die instantie een e-mail gestuurd maar moet nog een antwoord terug hebben – als ik wat hoor dan zal je het ook weten hoor".


Okke 29-5-2012:

"Ik zoek over verdere gegevens over Doeke Sjoerds Jansma.Hij is in Den Haag gestorven op 6 Juli 1843 en stond inschreven als fusilier bij het achtse regiment der infanterie.Doeke was toen 26 jaar oud en ongehuwd.Ik zou graag willen weten of hij inderdaad een beroeps soldaat was en waar hij is aan gestorven en ook wat verder bekend mag zijn over deze verre neef van me.Met vriendelijke groeten.

Okke Jansma".   (Bedoeld wordt Sjoerd Doekes)

 

Leave Sytie,
Sa’k sei – 
Ik bin benijd wat se us te fertellen ha.
Groetnis he,
Okke.


Geachte heer Jansma,

wij ontvingen via de website uw onderstaande vraag. Deze wordt doorgestuurd naar onze buurinstelling, het Centraal Bureau voor de Genealogie (CBG). Zij hebben met ingang van dit jaar de beantwoording van de persoonsvragen die bij ons binnenkomen, overgenomen. U krijgt van hen een nadere reactie.

Met vriendelijke groet,
Marjolein Jorna
Nationaal Archief
Medewerkster Dienstverlening



Geachte heer Jansma,

Sinds 1 januari behandelt het Centraal Bureau voor Genealogie  (CBG) de ‘genealogische’ correspondentie van het Nationaal Archief. Uw verzoek om inlichtingen werd daarom ter beantwoording aan ons doorgezonden. Door de vele vragen zijn wij helaas achterop geraakt. Daarom onze excuses voor deze late reactie.

De belangrijkste bron voor gegevens over de militaire loopbaan van uw voorouder zijn de militaire stamboeken. Voor het doen van onderzoek in deze bronnen bij het Nationaal Archief verwijzen wij u naar de online onderzoeksgids Ik zoek een militair van na 1813, zie http://www.gahetna.nl/vraagbaak/onderzoeksgids/ik-zoek-militair-na-1813. Hierin leest u hoe u het beste te werk kunt gaan. Aangezien u weet welke functie hij vervulde en bij welk legeronderdeel hij diende, kunt u goed zoeken in de militaire stamboeken.

Met vriendelijke groet,

Centraal Bureau voor Genealogie


Opmerkelijke jaartallen in het leven van Doeke Jansma

Mij vielen een aantal jaartallen op:

  • 1843 overleden ouders Doeke (67) en Maria (67) en hun zoon Sjoerd wordt gedood als fuselier;
  • 1844 en 1846 de volwassen kinderen van Maria; Cornelis (40, kleermaker te Bergum, vader van 4 kinderen, in 1842 een tak van geneeskunde uitgeoefend zonder bevoegdheid met een boete van 25 gulden- gedaagde bij de rechtbank Leeuwarden, , in 1844 Certificaat van onvermogen tijdens overlijden opgemaakt) en Trijntje (42,moeder van 8 kinderen, getrouwd met Wytse Lieuwes van der Wal, arbeider te Veenwouden). 

 Doodsoorzaken rond die tijd waren TBC, mond en klauwzeer, de pokken, en in 1885 hongersnood door de aardappelziekte.