Jansmabergum.nl 

op zoek naar betekenis 


Hoofdstuk 18. Maaike Douwes Wadman uit Tytsjerk; huwelijk met Dirk de Boer, haar kinderen en personeel Staphorstius

Maaike, geboren 21 september 1811 Hurdegaryp en overleden op 12 februari 1855 Burgum; 43 jaar geworden. Kijk ook bij hoofdstuk 17, 18, 19, 20 en 21. 


Als eerste had ik een naam en de geboorte en de trouwdatum, want Maaike trouwde met mijn voorvader Sjoerd Tijsses Jansma in 1829 in Bergum. Toen ik mij in de data van haar leven verdiepte, kwam er langzamerhand een beeld bij mij op, over hoe haar leven verlopen moest zijn. 

De beschrijving van Maaike, enigst kind, echtgenote en moeder is gereconstrueerd aan de hand van akten en oude kaarten. De reconstructie is geen makkelijk te lezen familieverhaal en wat lastig te lezen. Voor mij was het essentieel om informatie over Maaike te vinden. Het werd een zoektocht naar landjes oostelijk van Leeuwarden en westelijk van Tietjerk en langs de Zomerweg - een oud gebied - en voor mij in eerste instantie moeilijk omdat ik niet uit die buurten vandaan kom en alles vanaf internet moest zoeken. 


Ouders en locaties van weid-en bouwland.

Douwe Hendrik Wadman en Grietje Pieters Sikkema waren de ouders van Maaike. Het is onduidelijk of er meer kinderen waren in dit gezin. Douwe Wadman en Grietje Sikkema waren middenstanders uit Tytsjerk. Beide echtelieden namen weid- en bouwland mee wat ze hadden verkregen uit erfenissen van de Wadman’s en Sikkema’s.  Bij de familie Wadman was er een lappendeken ontstaan van kleine stukjes land aan de Zomerweg onder Burgum, bij Hurdegaryp en Tytsjerk en dat gold ook voor de familie Sikkema. Douwe Hendrik Wadman had koopmansbloed in de aderen want er zijn erg veel transacties met hem gepasseerd bij aankoop van land. Douwe was koopman en herbergier en dat ging goed samen in die tijd. Als er wat aan land te verdienen viel dan wist de herbergier dit vaak als eerste. Ik neem aan dat hij strijkgeldschrijver was en hij hoorde ook veel omdat hij armvoogd was. Al met al was Douwe een sociaal man. Douwe en Grietje hadden hun herberg bij de brug in Tytsjerk.


Sijtie, 3-11-2017:


 














Bron: http://www.walmar.nl/inscripties.asp 

http://http://www.kerktytsjerk.nl/kerkhistorie.htm  'Op 3 juni 1801 heeft Maike H.Wadman gelegd den eersten steen. De bestuurders van dit tooren werk geweest zijn Henk F. Wadman Oege Aukes als voogden van Tietjerk maar door 't versterven van dees laast is verkoosen Gerrijt Andrijs in zijn plaats'. 






De inscriptie op de kerktoren van Tytsjerk gaat over Maike Wadman. Haar vader, Hendrik Wadman, was een van de twee kerkvoogden van Tytjerk, tevens was hij kastelein. De jonge Maike legde de muursteen. Maike werd niet oud. Ze was de tante van mijn voormoeder Maaike Wadman. Misschien dat mijn voormoeder Maaike naar haar is vernoemd; Maike, het jongste zusje van haar vader. 

Hendrik Folkerts Wadman was getrouwd met Antje Jans Wyminga (hoofdstuk 7). De families handelden zoveel mogelijk in land. Hendrik en Antje kregen 7 kinderen in Tytjerk: Antje Wadman, Folkert Wadman, Jan Wadman ( hoofdstuk 6 en 7), Hinke Wadman, Douwe Wadman (hoofdstuk 18), Gepke Wadman en Maike Wadman. 


Hoi Okke, 4-11-2017

Ik ha sjoen dat dizze lytse Maaike (of Maike) Wadman, dy’t al jong wei rekke, de tante wie fan myn foaralder Maaike Wadman en dyn foaralder Janke Wadman. 


Okke 5-11-2017

Re. Skiednis fan de Tsjerke yn Tietsjerk :

Hjir is it dan Sytie en ek in moaie foto fan de 1ste stien dyt lein ir troch it seisde berntsje fan Hendrik Folkerts Wadman en Antje Jans Wijmenga ( ien fan de grutte fecunde (=fruchtbare) famyljes ut Garyp en Sumar). Sjoch ek mar ris nei Alle Friezen under Maaike Hendriks Wadman.

Ik tink dat alles no sa’n bytsje toplak is.

Maaike wie de tante fan dyn Wadman tuokke en ek dy fan minen as dochter fan Douwe H. Wadman en Grietsje Pieters Sikkema en Jan Hendriks Wadman en Dieuwke Pieters Veninga resp. en nichtsjes fan mekoar. Doog, Okke. 

Landerijen op de kaarten 

Toen Douwe Hendriks Wadman (vader van Maaike) overleed in 1826 rond de leeftijd van 42 of 43 jaar, was er vrij veel land:

A. Langs  de Zomerweg onder Burgum, het oostelijke deel

B. Westelijk van Tytjerk, vallende onder Hurdegaryp. 

Hieronder de situaties op de kaarten (via Hisgis, historische kaarten van Friesland)


















De Zomerweg bij Burgum, een oude verbindingsweg tussen Leeuwarden en Groningen; van oost naar west. Herberg Huis ter Heide (land nummer 512) is afgebroken in 1912 toen de noord-zuid verbindingsweg tot stand kwam; de Oude Commissie weg. De kaarten van Hisgis zijn van 1832.

Huis ter Heide behoorde aan Maaike Wadmans ouders Hendrik Wadman en zijn vrouw Grietje Sikkema. Zij woonden eerst als kasteleins in Tytjerk, maar door landaankoop en erfenissen kwam ook Huis ter Heide in hun bezit.

In de site Hisgis is een kaart van de Zomerweg rond 1832, toen Maaike’s moeder Grietje Sikkema weduwe was, ‘kasteleinsche werd genoemd. ‘Gele kleuren geven het bezit aan, aan de Zomerweg en in het centrum van Bergum en bij de Burgemerdaem. De Wadmans, de Sikkema;s en en de aanverwante families Wymenga hadden veel land. 

 




















Ik kwam de naam Wadman vaker tegen, ook westelijk van Tytjerk, vallende onder Hurdegaryp, ook van weduwe Wadman:

  

  •  ten noorden van de Merriedobben bij Hurdegaryp, zuidelijk van de Kleine Wielen bij Leeuwarden (nummer 448). Het lag vroeger aan een oude vaarroute);
  • een weidland te zuiden van het Ketelerdiep of Ketelermar bij Lytse Geast (Hurgegaryp 448)
  •  een hooiland (ook Hurdegaryp 448) langs een vaarroute;
  • nummer Hurdegaryp 451 was van Haye Wadman, een naam die ik nog moest uitzoeken. Haije Wadman bleek de neef van Douwe Wadman, Maaike's vader. 

 



















Een zelfde kaartje met de landjes Hurdegaryp 448, zo zie je dat het noordelijk van Suawoude lag en bij Kleinegeest. 


















De Merriedobbe, is deel van een doorvaart route, evenals het hooilandje langs de uitloper van het water De Santing. Uiteindelijk komen deze waterlopen westelijk uit in Leeuwarden, via het water de Potmarge. 
















De familie Wadman (Maaike’s ouders Douwe en Grietje Wadman) woonde bij de brug in Tytjerk, in de herberg. Google maps zegt dat er een straat ’t Herberchfintsje' heet. De brug is er nog, als ik op de goede plek heb gekeken. Maar dan is dat waarschijnlijk alles wat er nog over is wat op deze herberg in Tytjerk wijst.














Ik ben er langs geweest en heb fotos gemaakt. Dit is de moderne versie van het Herberchfintsje in Tytjerk,  (Foto Sytie, 2014) . Het water wordt de Burgummerfeart genoemd, een doorvaart waar vroeger veel bedrijvigheid door ontstond. 


De koop in 1814 van Huis ter Heide (bron:Tresoar)

23-5-1814 Verkoper Beernd Jans Oenes wonende te Stroobos, Groningen

Diversen: gehuwd met Anskjen Douwes Douma
Bedrag: koopsom fl. 7000
herberg Het Huis ter Heide en 2 stukken land
Verkoper 
 Anskjen Douwes Douma wonende te Stroobos, Groningen
Koper Douwe hendriks Wadman en Grietje Pieters.
 


Kinderen van Haije Wadman en Fetske Bouwes van der Meulen:

1.   Catharina Wadman;

2.   Douwe Haaijes Wadman; (de latere tolgaarder, ongehuwd)

3.   Bouwe Haaijes Wadman;(ongehuwd)

4.   Froukje Haaijes Wadman. 


Het Boshuis (nummer 451) aan de Zomerweg was ook in het bezit geweest van Haije Wadman.    




















Haije Wadman. 



'Bosch en zomerhuis' (het oude Huisterbosch aan de Zomerweg)

Tresoar: Kadastrale gemeente: Hurdegaryp, Sectie: D   Minuutplan: Hurdegaryp D1   Eigenaar: Haije Douwes Wadman     Beroep: Herbergier Woonplaats: Tietjerk  Legger nr: 451   

  

Perceelnrs

  

  

In gebruik als

  

  

Oppervlak

  

  

Klasse

  

  

Belasting

  

  

2

  

  

Bosch en Zomerhuis

  

  

780

  

  

1

  

  

 

  

  

















Het Bosch huis aan de Zomerweg, een uitspansel waar je wat kon eten en drinken. In de zomer waren er harddraverijen en ringsteken. Een geliefde wandelplaats en pleisterplaats op de doortocht van Leeuwarden naar Groningen. 

Grietje Sikkema

Wat nam Grietje Sikkema, de moeder van Maaike, mee uit erfenissen? Vaak komt de naam Klaas Andries Sikkema voor, maar het is mij nog niet duidelijk welke relatie Klaas Sikkema met Grietje Sikkema had. Klaas Sikkema had veel land rondom Bergum. De onderstaande kaart geeft aan dat Grietje ook erfd van Klaas Andries Sikkema. De gele landjes behoren allemaal toe aan Grietje Sikkema, ook verworven met haar man Douwe Wadman. 














Zomerweg, erfenis Grietje Sikkema. Ik heb opgezocht waar de landjes lagen en hoe ze heetten. Nummers A62 achter Huis ten Bosch (Boshuis), A 57 werd verkocht voor 1832 gulden, A 58 ook en A 58a. A60 is deels Huis ter Heide, B 743 is het land tegenover Huis ter Heide. 


De erfenis aan Maaike, van haar eerste man

Maaike Douwes Wadman huwde op 17 jarige leeftijd Dirk Jans de Boer op 23 april 1829 te Burgum. Dirk was 25 jaar tijdens zijn huwelijk, en had de Nationale Militie volbracht. Drie weken na hun huwelijk overleed de 19 jarige zus van Dirk: Trijntje Jans de Boer. Een dochtertje van Dirk, in zijn huwelijk met Maaike Wadman, zou hiernaar vernoemd worden. 

Dirk stierf tragisch jong in het zelfde jaar als 2 van zijn kinderen, waarschijnlijk aan een epidemie, in de zomer van 1840 op 35 jarige leeftijdOok Dirk de Boer’s vader Jan de Boer kan, een jaar eerder, hier aan overleden zijn. Dirk had dus ook van zijn vader geërfd. Dirks moeder was al jaren eerder overleden. Toen Jan stierf verviel de erfenis aan Maaike Wadman. 

   

Ouders van Dirk Jans de Boer: Jan en Welmoed

Jan Dirks de Boer overleed in juni 1839, 68 jaaren zijn vrouw Welmoed Annes Groenland, 59 jaar, was al eerder overleden. De erfenis van het echtpaar was  verdeeld onder hun kinderen de Boer; Tietje, Dirk en zus Eltje de Boer.

Dirk Jans de Boer had dus zijn aandeel al binnen vóór zijn huwelijk met Maaike Wadman. De bezittingen van Dirks’s ouders lagen bijna recht tegenover het Boshuis  aan de Zomerweg, ten noorden van het vaarwater van  Wijde EE en ten westen van Suawâld. Er liep een pad van de Wijde EE naar Tietjerk, misschien is het tegenwoordig is verdwenen. Op de oude kaart van Schotanus, 1718, heet deze doorgang Monike Sloot en in Google maps Bartesleat. Waarom daar land willen hebben? Waarschijnlijk werd het gebruikt als hooiland en kon het hooi afgevoerd werden via water. Ik zag dat een straat tegenwoordig de Monnikenweg heet, tussen wet vaarwater en de Wâldwei in Suwald.  












Het land van Jan Dirks de Boer in 1832, Maaikes schoonvader.


Hoeveel kinderen  kamen in aanmerking voor de erfenis van Jan en Welmoed de Boer? 

Jan Dirks de Boer en Welmoed Annes Groenland hadden 4 kinderen:

-         Tietje J. de Boer, geboren 1801 en 57 jaar geworden, getrouwd;

-         Dirk J. de Boer, geboren in 1804, getrouwd met Maaike en 35 jaar geworden;

-         Eltje J. de Boer, geboren 1806, 68 jaar geworden, getrouwd en moeder van vele kinderen;

-         Trijntje J. de Boer, geboren in 1810 en maar 19 jaar geworden in 1829, ongehuwd.

In ieder geval kreeg Dirk zijn part al voor zijn huwelijk met Maaike Wadman. Beide ouders zaten in de onroerend goed handel en hebben mekaar als strijkgeldschrijver zeker ontmoet. 

Samenvattend: De Sikkema’s, de Wadmans, de Boer’s bezaten aardig wat land aan de Zomerweg, en een bouwland in Bergum zelf. Maaike Wadman en Dirk de Boer erfden van hun ouders. Maaike's vader heeft heel veel aktes laten passeren bij de notaris in Bergum bij koop, verkoop en huur onroerende goederen en zijn huwelijk met Grietje Sikkema maakte hun bezit groter. Maaike Wadman was enigst kind en door haar huwelijk in 1829 met Dirk de Boer werd haar vermogen weer groter. Ze werd weduwe werd op 28 jarige leeftijd in 1840. 

  


Huis ter Heide (Huisterheide) Bergum aan de Zomerweg. 

Na reconstructie denk ik dat Maaike Wadman en Dirk de Boer waarschijnlijk woonden op Huis Ter Heide, de herberg aan de Zomerweg, die nog in het bezit was van Maaikes moeder, de weduwe Grietje P. Sikkema. Weduwe Grietje heeft waarschijnlijk haar enige dochter Maaike en schoonzoon bij haar laten inwonen, want Grietje was nog maar 40 jaar toen haar man overleed, en 43 jaar toen haar dochter trouwde. Dat was nog geen reden om zich bejaard terug te trekken. Grietje Wadman- Sikkema zal de hulp van haar dochter en schoonzoon goed hebben kunnen gebruiken. Haar kleinkinderen Grietje de Boer (naar haar vernoemd), Douwe (naar haar overleden man vernoemd)  zullen haar oogappeltjes zijn geweest. Ze konden gemakkelijk leven van de inkomsten uit huur, rente en Huisterheide. Grietje heeft waarschijnlijk nog veel jaren de scepter gezwaaid op Huis ter Heide, tot ze overleed met 61 jaar, in 1847.   











Maaike en Dirk J. de Boer kregen samen 5 kinderen:  

  1. Grietje de Boer         (geboren 21-2-1830).
  2. Welmoed de Boer     (geboren 31-5-1832) .
  3. Jan Dirks de Boer    (geboren 31-9-1834).
  4. Douwe de Boer         (geboren 29-1-1837).
  5. Trijntje de Boer        (geboren 21-6-1839).

Maaike was 18 jaar ten tijde van de geboorte van haar eerste kind, terugtellend heeft Maaike met 17 jaar waarschijnlijk geweten dat ze zwanger was van Dirk Jans de Boer

1840, een drama voltrekt zich in het gezin van Maaike en Dirk J. de Boer

  Het gezin van Maaike en Dirk kreeg een dramatische wending in 1840:

-         overlijden van Dirk de Boer, 35 jaar in juli van 1840 en een paar weken eerder het overlijden hun kind Jan de Boer, 5 jaar;

-         overlijden van kind Trijntje de Boer, 1,5 jaar in december van 1840. 

     

Schilderij van Sophie van Steenderen. 

Hoe kan het dat er 3 gezinsleden vlak na elkaar overleden, dat kan geen toeval zijn. Waarschijnlijk is een ziekte, misschien TBC, hun fataal geworden, of de veepest? Maaike bleef achter met haar moeder de weduwe Grietje Wadman-Sikkema, en 3 jonge kinderen. De administratie moest gedaan worden, in de herberg moest bediend, er was een paardenstal voor de reizigers, en een schuur waar koeien stonden die gemolken moesten worden. Ik kijk naar eventueel personeel. Een naam die veel voorkomt in akten als getuige, is Berend Staphorstius. Hij gaf Maaike’s man kastelein Dirk de Boer aan bij de gemeente als overleden evenals Maaike's zoontje Jan de Boer. Berend Staphorsius was koemelker en hij bezat een landje naast Huis ter Heide. Een goede buur en misschien tevens een koemelker op Huis ter Heide.

Ondertussen trouwde Maaike’s nicht, Janke J. Wadman met Okke Tijsses Jansma in augustus 1840 in Burgum. Maaike zal het gehoord hebben maar door haar eigen situatie in 1840 zal ze er niet veel aandacht aan hebben besteed.

Sjoerd Tijsses Jansma, van de Schoolstraat, bood misschien zijn hulp aan in 1840 bij Huis ter Heide; hij was toen 24 jaar en zijn Nationale Militietijd was voorbij. Hij mocht trouwen. En bovendien, Maaike was best een vermogende weduwe geworden van 28 jaar. 

  

Okke:

….”en Sjoerd Tysses wie der al rillegau oer de flier mei de skonken under de tafel”…

    

Maaike was niet alleen vermogend, maar zeker een kwetsbare jonge weduwe. Anderen hadden het al gauw op hun bezittingen voorzien. In november 1840, het sterfjaar waarin zij weduwe werd en haar zoontje verloor, werden kostbare trofeeën uit Huis ter Heide gestolen. Een laffe daad. Geen echtgenoot meer in huis, alleen Maaike met haar moeder en de kleine kinderen. In het an, en in onderstaande proces verbaal staat wat in een donkere nacht in november 1840 werd gestolen: zilveren zwepen voor de harddraverijen en prijzen.

Ik denk dat Maaike haar niet echt meer prettig voelde in het huis zonder man. 



In de familie van de 24 jarige Sjoerd werd het ene kind na het andere geboren, tot 1840 zelfs 10. Waarschijnlijk was er weinig aandacht voor de grotere kinderen. Wel een heel sociale familie, maar met een enorm groot gezin. Sommige kinderen stierven en moeder raakte weer opnieuw zwanger. Zijn vader was kleermaker en was een tijd in dienst bij zijn familie Bosgra in Bergum. Zijn beppe was Antje Bosgra, en deze familie had een grote planten- , bomen- en groente kwekerij. Maar in 1840 was Sjoerd daar nog niet mee bezig. Sjoerd moest door los en vast werk zijn inkomen verdienen en zal overal en nergens gewoond hebben. Sjoerds broer Okke had ook al een trouwdatum in de zomer van 1840. Sjoerd en Okke hadden kunde aan de Wadman familie; hier kwam jong Bergum bijeen in de herberg Het Roodhert. Okke had verkering en zou trouwen met het weesje Janke Wadman. Zodoende kwam Sjoerd ook in contact met haar nichtje Maaike Wadman, de weduwe. 




















Het land van Maaike aan de Zomerweg: A57, A58 A58a, A62 is Huis ter Heide, het land er tegenover 743 en 745 met de poel, 741 en Huistenbosch (Boshuis) met B120. Verder land achter Huistenbosch B17 en B19. 

Sjoerd en Maaike trouwen in december 1841
















Huis ter Heide, Douwe Petrus Bosma (aangetrouwde familie van Sjoerd en Okke Jansma) was er hospes. De koetsier is Albert Feenstra (ook aangetrouwde familie). De foto is door mij lichtelijk ingekleurd. 














Reinhart Dozy, Nederlands kunstschilder 'De kerkgang'. Op het schilderij is de kleding Drents trouwens. In het gezin van Sjoerd en Maaike kwamen twee wereld visies bij elkaar; trouwe kerkgang (orthodox) en het plezier in de handel en de herbergen (sociaal). 











Fries kostuum, rond 1850, collectie Fries museum.












Dames in Fries kostuum rond 1870












Fries kostuum rond 1820.





















Fries kostuum rond 1820 uit Oostermeer/Eastermar (mevrouw Maaike Ates Ypma). Met gouden oorijzer. 


Maaike heeft haar 3 kinderen meegenomen in het huwelijk met Sjoerd en waarschijnlijk zijn ze bij haar moeder weduwe Grietje Sikkema ingetrokken op Huisterheide aan de Zomerweg in Burgum, met behulp van personeel. Sjoerd was via Maaike aan het grote geld en bezit gekomen op de vrij jonge leeftijd van 24 jaar. Maaike kreeg uit 2 huwelijken in totaal 12 kinderen vanaf haar 18e tot haar 43e jaar. Een grote opgave voor het lichaam. Daarbij kwam dat haar man Sjoerd Jansma enorm gedreven en ambitieus met hun spaargeld omging. Hij had steeds nieuwe plannen; land aankopen en bezit ruilen en verwerven. Maar Sjoerd had ook de economische crisis rond 1954/1955 niet in de hand. Wat vooral hem vooral parten speelde waren de epidemieën die onnoemelijk menselijk leed in families veroorzaakten. Mensen stierven als ratten en de oorzaak kan TBC zijn, veepest, maar ook falende hygiëne bij bevallingen. Sterven hoorde bij elk gezin maar trof dit gezin wel erg vaak. 

Het gezin was rond 1854 verhuisd van Huisterheide naar de grote nieuw gebouwde ontginningsboederij Groot Veldlust, waar zij de eerste bewoners en pachters waren. In 1852 kwam de grote boerderij Groot Veldlust gereed, waar Sjoerd zijn zinnen op had gezet. Koning Willem de 3 e had het arme gebied bezocht, en de nieuwe Straatweg was aangelegd in 1830 zodat de heide kon worden ontgonnen. Zo kwamen er ook boerderijen op de ontgonnen gebieden te staan. Deze nieuwe boerderij kon betaald worden doordat Sjoerd landerijtjes uit de erfenissen verkocht. De landjes lagen allemaal verspreid rondom Bergum, aan de wateren en in de binnenlanden. Voor hem was het bijna ondoenlijk om vee te weiden op alle landjes. Bovendien was hij kastelein, en zal personeel moeten aanhouden om de landjes te bewerken. Sjoerd besloot zich op te geven bij de jonkheer Sminia om in aanmerking te komen voor de nieuwe grote pachtboerderij achter zijn huis, gelegen in de nog onontgonnen heide.

Sjoerd kocht en verkocht in 1854 grootschalig, zelfs in het centrum van Bergum werd Het Roodhert, met Koemarkt gekocht en diverse landerijen. Probleem was dat Sjoerd nog vrij veel geld uit had staan bij mensen die op zijn openbare verkoping waren afgekomen. Sjoerd en Maaike waren rijk in bezit, maar met enorm hoge schulden. Sjoerd had het op zich goed berekenend, maar veel mensen betaalden maar niet wat ze gekocht hadden. Sjoerd moet een grote optimist zijn geweest. Hij berekende dat de drie stiefkinderen, die huwbaar begonnen te worden, hun geld uit hun oude erfenis van hun vader, wel terug konden krijgen. 


Waarschijnlijk was Maaike in verwachting toen de verhuizing naar Groot Veldlust plaats vond, en had ze een aantal jonge kinderen om haar heen. Pas kort na de verhuizing en de bevalling is ze op Groot Veldlust overleden, 10 kinderen en een drukbezette echtgenoot achterlatend, maar zonder testament. Dat geeft aan dat het totaal onverwacht was. 















Schilderij van Tjeerd Bottema. Ik vind de sfeer treffend, van een de eenzame koude grote boerderij op de heide in Burgum, waar de moeder is gestorven. 


Het parenteel van het gezin van Maaike Wadman en Sjoerd Jansma, een jaar na haar overlijden. Een jaar nadat zijn moeder Maaike overleed, stierf ook Sikke van 5 jaar. Volgens mij omdat zijn moeder stierf, omdat zijn vader altijd aan het werk was en zaken moest regelen, omdat er taxateurs door het huis liepen en de familie bezig was de spullen te verdelen en omdat de oudste kinderen onder familieleden werden verdeeld... 


















PParenteel van de kinderen van Maaike en haar eerste en tweede man. 











De reconstructie van de kinderen van Maaike Wadman en Dirk Jans de Boer uit Burgum 

Hieronder is een reconstructie van deze drie kinderen van Maaike uit haar eerste huwelijk. Na haar dood heeft stiefvader Sjoerd deze kinderen grootgebracht samen met zijn eigen kinderen die hij van Maaike had. Hiervoor alle respect, want hij heeft de kinderen altijd als eigen beschouwd en ze deelden overal in mee Er werd met hen overlegd over hun toekomst. Sjoerd mag dan wel vaker ambitieus zijn, optimistisch en de zaken wat overschat maar altijd heeft hij ook oog voor deze drie stiefkinderen gehad. 


1. Grietje de Boer (21-2-1830-13-5-1862), een reconstructie.

Grietje is vrij lang ongetrouwd gebleven. Waarschijnlijk hielp ze haar moeder door de tijd met de jonge kinderen. Grietje werd vernoemd naar haar beppe Grietje Pieters Sikkema. Het is aannemelijk dat het gezin woonde in Huis ter Heide evenals de grootouders. Grietje was 10  jaar toen in hun gezin 3 doden vielen te betreuren; haar vader, broertje en kleine zusje. Het volgende jaar erop trouwde haar moeder met Sjoerd Tijsses Jansma. Grietje was 17 jaar toen haar beppe Grietje overleed, de erflaatster van Huis ter Heide. Haar moeder en stiefvader Sjoerd hebben het gezin meerdere malen verhuisd, en Grietje kreeg er nog 7 halfbroertjes en -zusjes bij. Toen haar moeder Maaike overleed, was ze 24 jaar en erfde ze een woning naast  Huis ter Heide en een stuk hooiland bij Hurdegaryp uit de boedel. Grietje was een godsdienstig meisje en had haar eigen plaats in de Kerk te Bergum, wat ook bij de boedelscheiding in 1856 officieel werd geregeld. Ze zat naast haar ongehuwde broer Douwe in de kerkbanken. Douwe heeft zijn stiefvader Sjoerd met het werk als knecht geholpen en hij stierf vrij onverwacht met 34 jaar. Toen Grietje 29 jaar was, huwde ze de timmerman Meinte Pieters Poelstra, geboren in Opeinde, in 1860. Meinte, 34 jaar, was een weduwnaar met 1 kind. Toen Grietje zelf moeder werd van een dochtertje in 1860, overleed ze, nog maar 32 jaar.  Haar dochtertje heette Maaike Poelstra. Meinte P. Poelstra, nu voor de tweede keer weduwnaar, trouwde weer opnieuw. Bij alle 3 echtgenotes had deze timmerman kinderen. Het leven van Meinte kenmerkte zich door sterfgevallen binnen zijn gezin. Gelukkig bleef zijn derde vrouw wel lang in leven. Grietje werd vernoemd in het gezin van haar jongere halfzus Trijntje Jansma, die getrouwd was met haar neef de herbergier Tijs Veenstra aan de Schoolstraat.  


2. Welmoed de Boer (31-5-1832- 10-4-1910), een reconstructie

Welmoed heeft ook veel opgepast op de jongere halfbroertjes en zusjes in het gezin toen ze nog in Huisterheide woonde. Ze trouwde in 1853 met Wybe van der Meulen uit  Burgum (beiden 20 en 21 jaar), vlak voordat het gezin naar de grote pachtboerderij Groot Veldlust op de net ontgonnen heide verhuisde.

Welmoed was dus al veel eerder de deur uit dan haar zuster Grietje. Wybe was de zoon van de kastelein Edze Wybes van Der Meulen in Sumar en bij zijn huwelijk werd Wybe ‘koopman’ genoemd. De van der Meulens moeten de Jansma’s goed hebben gekend omdat beide families herbergiers en handelaren waren. In Sumar woonde ook haar stiefvaders broer Okke Jansma, de beurtschipper. De neefjes en nichtjes zullen Welmoed ook net zo goed hebben beschouwd al familie, dus zij kende in Sumar ook al veel jonge mensen. Misschien hebben stiefvader Sjoerd en koopman en kastelein Edze van der Meulen de jonge mensen een duwtje in de rug gegeven, je weet maar nooit. Welmoed en Wybe eisten wel het erfdeel van Welmoeds vader op. Hier zal Sjoerd lang mee hebben gepiekerd en het gaf aanzet tot veel aan- en verkopen om de zaak rond te krijgen. In een aantal akten uit die tijd bleek dat ze tijdelijk aan de Zomerweg woonden, en huur aan Sjoerd moesten betalen. Na de dood van haar moeder Maaike, in 1855, kwam dit in een stroomversnelling. Vanwege deze afbetaling van de erfenis en de dood van haar moeder begon van alles te schuiven. Welmoed zal een aantal jonge broertjes en zusjes in huis hebben genomen.

Wybe was net als haar stiefvader een goede koopman en wilde uit de failliete boel Het Roodhert wel kopen, wat in een constructie ook is gebeurd. Het bleek voor hen een goede koop want de herberg werd voor veel minder te koop aangeboden dan Sjoerd er voor had betaald. Verder kocht Wybe de Koemarkt in Bergum en enkele stukken land van Sjoerd, alles ook vanuit de erfenis. Welmoed erfde meer dan haar toekwam, maar betaalde wel de grote som geld af aan de weduwe van Jan Douwe Wadman van Het Roodhert; een bedrag wat haar stiefvader Sjoerd nog steeds aan haar verschuldigd was. Na de boedelscheiding, de afwikkeling van het overlijden van haar moeder Maaike, zijn Welmoed en Wybe met de jonge kinderen, in 1856, naar Het Roodhert verhuisd.


Op de site ‘ Historie Roodhert’, staan Wybe en Welmoed als eigenaars van 1854-1869, maar dit is niet juist. Welmoed en Wybe werden pas in 1856 de eigenaars van het Roodhert en de Koemarkt en dan ook pas nadat zij betaald hadden. Dit is tegenwoordig veranderd op hun site nadat ik hen daarop attent had gemaakt. 

De kinderen van Welmoed en Wybe van der Meulen:

 

1.   Maayke  Wybes de Boer geboren in 1854 en met 9 jaar overleden in 1863. Het kind zal geboren zijn aan de Zomerweg in Huisterheide en overleden in Het Roodhert;

  

2.   Levenloos kind, 1856, ten tijde van de roerige gezinssituatie toen Welmoed’s moeder Maaike overleed, Welmoed zwanger raakte en zij ook bezig waren met de koop van Het Roodhert en gingen verhuizen. Tegenwoordig zouden we het stress noemen waar de moeder in verzeilde;

  

3.   Edze Wybes de Boer, geboren in 1857, overleden in Bergum thuis, op 17 jarige leeftijd in 1875. Na de verhuizing uit Het Roodhert (1869) zijn Welmoed en Wybe blijven wonen in Bergum. Waar ze woonden in onbekend. Jonge Wybe werd ten tijde van de aangifte van de dood van zijn zoon ‘koopman’ genoemd.

  

4.   Dirk  Wybes de Boer, in 1860 geboren in Het Roodhert en gestorven met 2 jaar, in 1863. In januari en oktober van dit jaar stierven hun oudste dochter en de peuter Dirk. De namen van Welmoeds ouders waren daardoor verdwenen.

  

5.   Johannes  Wybes de Boer, geboren in 1862 en geboren in Het Roodhert, overleden met 53 jaar. Hij huwde op 28 jarige leeftijd en werd landbouwer.

  

6.   Dirk Wybes de Boer, in 1865 geboren in Het Roodhert, overleden met 76 jaar. Hij huwde met 36 jaar in 1901, en werd  ‘veehouder’ te Bergum.

  

7.   Douwe Wybes de Boer, 1868 geboren in Het Roodhert en met 19 jaar overleden in 1888 in Bergum. Douwe was al jong onderwijzer en nog ongehuwd. Waardoor hij zo jong overleed is niet bekend. Hij zal een intelligente jongen zijn geweest. Douwe was vernoemd naar Welmoeds overleden broertje.

 

8.   Folkert Wybes de Boer, in 1872 geboren in Bergum. Folkert werd slager te Veenwouden en was hij gehuwd met Antje Muntinga. Folkert staat op de foto in hoofdstuk 20, een foto van de buren van de Lageweg in Bergum. Folkert staat erop met de familie van Trijntje Jansma en haar man (en neef) de kastelein Tijs Feenstra.

 

Jan Broos’ geschiedenis is ook interessant. Hij is geboren in Grijpskerk en bakkersknecht geworden in Bergum. Jan’s ouders waren bakker in Grijpskerk. Misschien dat Jan in de leer ging in Bergum. Hij lkreeg verkering met de bakkers dochter Rinske Lautenbach, met wie hij trouwde. Jan werd ook meesterbakker in Grijpskerk genoemd. Rinske was weduwe van een andere Broos. Jan en Rinske kregen vrij veel kinderen aan de Schoolstraat in Bergum:

a.      Jantje Broos, 1862 Bergum

b.      Cornelis 1863

c.      Trijntje 1865

d.     Timen 1866

e.      Levenloos 1867

f.      Harmen 1868

g.     Levenloos 1872

h.     Jan 1873, overleden met 3 maand

i.       Jan 1875

j.       Geertje 1877

k.     Aafke 1878

l.       Folkert 1880

m.   Lambertus 1881

                      

Toen broodbakker Jan Tymens Broos huwde met Welmoed was hij 55 jaar. Ze trouwden in Bergum op 25 juni 1891. Welmoed kon gelijk zorgen voor de kinderen van Jan Jan Broos van 16 jaar, Geertje Broos van 14 jaar, Aafke Broos van 13 jaar, Folkert Broos van 11 en Lambertus Broos van 10 jaar. Er waren dus bij Jan al 8 van de 13 kinderen overleden. Welmoed zal in de winkel hebben gestaan, waarschijnlijk met hulp van deze kinderen. Welmoed was ook al beppe van haar eigen kleinkinderen. Welmoed overleed met 77 jaar in 1910, en er waren toen nog 3 zonen van haar in leven. 

 

Hypothetisch: 

Het is even puzzelen hoe Welmoed in contact kwam met de bakkersknecht  Jan Broos uit Bergum. Bakker Jan Broos had een bakkerij op de Schoolstraat, dus dan kenden ze elkaar van leveringen aan het Roodhert. Afijn, bakkers kwamen aan elke deur dus ook bij Welmoed thuis.

Bij Jan Broos’ huwelijksakte staat, ‘verblijf houdende te Burgum’, hoe kwam hij daar terecht? Jan Broos’ vader Timen Broos, was al overleden toen Jan trouwde met zijn eerste vrouw Rinske Lautenbach (19 jaar) uit Burgum. Rinske Lautenbach’s ouders hadden een bakkerij te  Burgum, maar beiden waren overleden toen Jan Broos en Rinske trouwden. Jan ging als bakkersknecht voor zijn huwelijk in de leer bij bakker Lautenbach en trouwde met hun dochter.  De familie Broos komt uit de provincie Groningen en Jan Broos was geboren in Grijpskerk, bij Niezijl.

Ook een mogelijkheid is dat stieftante van Welmoed, Jantje Linthorst, dochter van een kasteleinsgezin uit Niezijl, bekend waren met de familie Broos uit Niezijl. We weten het niet al lopen er wel lijntjes van het bakkersvak naar Het Roodhert, en van het kasteleinsvak in Burgum naar Niezijl. Feit is dat Welmoed en bakker Jan Broos het goed met elkaar konden vinden en trouwden. De Lautenbachs en de Bosgra's waren ook weer aan elkaar verwant door huwelijken; eigenlijk was Burgum in die tijd een grote familie. 














Friese Straatweg te Grijpskerk. Bron: de interessante site https://twierstr.home.xs4all.nl/Grijpskerk/ 


3. Douwe de Boer 

Douwe werd maar 34 jaar, bij overlijden in 1871 een ongehuwde boerenknecht, niet meer thuis wonende, maar wel in Burgum aan de Schoolstraat. Uit de erfenis van zijn moeder Maaike had hij geërfd op 19 jarige leeftijd:

-         een huis (B 578, 2 roede en 20 el) tegenover Het Roodhert aan de Schoolstraat, erfenis en boedelscheiding 1856;

-          Een bouwland (B 119, 120) achter Huistenbosch (uitspansel het Boshuis), aan de Zomerweg.

Douwe en zijn stiefvader Sjoerd scheelden zo’n 20 jaar en ik denk dat Douwe Sjoerds knecht is geweest. Toen Sjoerd trouwde met zijn tweede vrouw Jantje Linthorst, en hij met de kinderen vertrok naar uithuizen bij Groningen, bleef Douwe achter in Bergum. In het gezin van stiefvader Sjoerd overleden op dat moment een aantal dierbare halfbroers van Douwe en kort na Sjoerds verhuizing overleed ook Douwe.  Waarom Douwe overleed is onduidelijk. Douwe stond niet ingeschreven bij de Nationale Milities.

Ik heb sterk het vermoeden dat er iets aan de hand was met Douwe. Hij was ongehuwd, sterk gericht op zijn familie en niet ingeschreven bij de Nationale Milities.   


Berend Staphorstius

Ik kwam vaker de naam ‘Staphorstius’ tegen, vooral in bij de Wadman familie. In hoofdstuk 1 trouwde de zoon van de dominee, Allard Staphorstius, met Joukje (dochter van Pietje Sjoerds, een stammoeder geboren in 1660). De naam Staphorstius is vaker verweven met de Wadmans, de Jansma’s en natuurlijk met Bergum sinds lange tijd.

Een uitzonderlijke naam die opvalt. In het document waarbij de geboorte van dochter Grietje de Boer werd aangegeven is Berend Staphorstius de koemelker (49 jaar) getuige evenals Thijs Klazes Feenstra, veenbaas (56 jaar). De Feenstra hadden weer familiaire banden met de Wyminga’s (veerschippers en kasteleins en koopmannen) en de Jansma’s uit Burgum en Sumar hadden dezelfde beroepen. Berend woonde naast/achter Huis ter Heide. Ook de aangifte van Maaike’s zoontje Jan de Boer gebeurde door Berend (54 jaar) evenals de geboorte van  Douwe Wadman; Berend, 56 jaar, arbeider. Ook gaf hij Pieter Wadman aan, Maaike’s neef. Het laatste kind van Maaike Wadman, Trijntje, werd ook door Berend gedaan (59 jaar). Berend Staphorstius woonde met zijn gezin aan de Zomerweg en bezat een lapje grond naast Huisterheide.