Hoofdstuk 34. Jantje Tijsses Jansma (1888 Bergum- 1977 Langezwaag) en Luite Annes Huisman (1885 Easterwierum -1966 Luxwoude).
Jantje is het meisje rechts. (Nina Peckelsen (mijn dochter): ..'vanaf 16 jaar waren meisjes van 16 jaar geacht het haar omhoog te steken, want ze hoorden met die leeftijd tot de jongedames'...)
De kinderen van Tijs Sjoerds Jansma en Wytske Klaszes van der Meulen. De foto is genomen in Bergum nadat hun vader Tijs in 1904 was overleden, en voordat de eerste vertrok naar Californië; Okke. Op de foto staat Okke, 22 jaar, geheel rechts, en Douwe is de jongen links, 11 jaar.
Staand achter van links naar rechts: Douwe/ David, 11 jaar. De 4 mannen achteraan Sjoerd/ Stewart, 31 jaar. Jelmer 21 jaar. Klaas 28 jaar. Okke/August 22 jaar.
Vooraan: Jan/ John 18 jaar, Aafke 23 jaar, Sikke/Sam 13 jaar, Jantje 16 jaar.
Jantje is geboren in Burgum, in een groot gezin. Er zijn hoofdstukken geschreven over haar ouders; Tijs Sjoerds Jansma en Wytske van der Meulen. De oudere jongens gingen al met een jaar of 15 aan het werk, eerst in de streek rondom Burgum bij een boer. Haar zuster Aafke werkte in Tietjerk als dienstmeisje. Het kan goed zijn dat Aafke werkte op het landgoed van Ypey. Haar vader Tijs werkte een tijd met haar pake Sjoerd in Uithuizen in de beplanting van de nieuwe ontginningen in Noord Groningen, na 1882. Tijs werkte na zijn vermoedelijke faillissement als boer en herbergier in Bergum, voor de familie Bosgra de tuinaanleggers in Burgum. Ze woonden een korte tijd in Hurdegaryp waar haar vader een tijdje met waarschijnlijk Gerrit Vlaskamp de tuinen in de omgeving heeft aangeplant. Haar broer Jelmer werd er geboren. Door vererving vanuit haar pake Sjoerd Jansma en haar beppe Maaike Wadman uit Bergum, via haar vader Tijs, had Jantje tot op hoge leeftijd nog een stukje land in bezit in Bergum. Door crisissen in de familie – overlijden, faillissementen – heeft vader Tijs een roerige jeugd gehad. Zijn moeder overleed al op jonge leeftijd en Tijs groeide op met een stiefmoeder. Maar wel meet veel familie, veel steun onder elkaar en sociale netwerken. Dat gold ook voor Jantjes moeder, Wytske van der Meulen. Zij kwam ook uit Burgum, uit een herbergiersfamilie die sterk verweven was met de Jansma’s. Ook Jantje groeide op in de familierijke omgeving in Bergum en verhuisde als 16 jarig meisje naar Earstermar met haar moeder en broertje, doordat haar vader Tijs onverwacht overleed. Hij werkte nog volop bij de Bosgra's. Het overlijden bracht een grote verschuiving in de familie teweeg.
Jantje's oudste broers hadden zich steeds meer georiënteerd op de gemeente Rauwerderhem omdat daar de lonen hoger lagen dan in de omgeving van Burgum. De een na de ander verliet Burgum en omstreken, want ze schreven zich in Raerd in. Ook broer Sikke van 15 jaar was al aan het werk bij een boer in Hallum aan de Waddenzee en woonde daar intern.
De reden dat Wytske van der Meulen naar Raerd verhuisde met Jantje van 16 en Douwe van 11 jaar, moet gelegen hebben in het feit dat de oudere kinderen al in Raerd en omgeving woonden; zelfs Jantje’s zuster Aafke had daar een dienstbetrekking. Wat ook meespeelde was de houding van de kerk. De jongens van Jantje kregen alleen werk als ze zich bij de geloofsgemeenschap aansloten. De Kerkenraad in Burgum besliste wie wel of geen werk kreeg bij de boeren, en de huizen werden ook op die manier toebedeeld. Dat vertikte Wytske haar zonen op te leggen. Ook werden de ritten van Raerd en omgeving naar Burgum bezwaarlijker en Wytske had na 1904 geen inkomen meer.
Ze verhuisden in april 1905 naar Raerd. Een heel nieuwe omgeving, waar Jantje vriendinnen maakte en waar ook nichtjes van dezelfde leeftijd woonden. Haar tante Jantje van der Meulen er ook. Tante Jantje van der Meulen had ook net haar man verloren, de dorpssmid Doeke van der Hoek overleed vlak voor Jantjes vader. Zo kwam de familie al vaker bij elkaar vanwege sterfgevallen. Jantje trok in Raerd op met haar nichtje Hylkje van der Hoek die net zo oud was als zijzelf. Hylkje schreef nog een versje in Jantjes poëziealbum (zie hoofdstuk 37).
De economische toestand was slecht in Friesland, haar broers verdienden weinig maar hadden wel trouwplannen. Haar broer Okke, nog ongetrouwd, had plannen om zijn leven voort te zetten in Amerika. Hij heeft de avonden bezocht waarin de emigratie naar het verre Amerika als het land van melk en honig werd beschreven. In Burgum werden die avonden ook al georganiseerd, en er werden vurioge4 pleidooien voor emigratie gehouden door Tjibbe Gearts van der Meulen en Jantje’s oudoom. Tibbe was oprichter van de Burgummer krant en hun huis staat nog steeds aan de Schoolstraat. Tibbe was ook een bekende schrijver (Wikipedia pagina) en had een reis naar Amerika gemaakt, waar hij graag over vertelde. Dat moet Jantjes broer Okke ook hebben geraakt. Bovendien waren Jantje’s tante, ook een Jantje Jansma, dochter van haar pake Sjoerd's tweede huwelijk, al geëmigreerd naar Grand Rapids in 1887, dus de brieven zullen tot de laatste letter gespeld zijn. Ze wisten ook, dat niet elke emigratie tot een goed liep, want Jantjes oom, toen nog een jongen van net 18 jaar, verongelukte toen hij zijn zuster achterna reisde. Het was zaak om er goed over na te denken en je reis voor te bereiden moet haar Okke hebben gedacht. Toen hij 23 jaar was, ging hij daadwerkelijk in 1905. Ze heeft haar broer nooit weer teruggezien. Maar 5 van haar broers volgenden in de loop van de jaren daarna dezelfde reis.
Broers en zusters van Jantje:
1. Sjoerd Tijsses Jansma (2-8-1873 te Burgum).
2. Klaas Tijsses Jansma (25-6-1876 te Burgum)
3. Okke Tijsses Jansma (23-12-1878 te Burgum), werd 3 maand oud.
4. Aafke Tijsses Jansma (5-10-1880 te Burgum)
5. Okke Tijsses Jansma (31-1-1882 te Burgum)
6. Jelmer Tijsses Jansma (1-12-1882 te Hardegarijp)
7. Jan Tijsses Jansma (8-3-1886 te Burgum)
8. Maaike Tijsses Jansma (4-9-1887 te Burgum) (19.00 uur geboren).Het kind wordt aangegeven door de vroedvrouw, omdat vader Tijs, ‘arbeider’, door werk afwezig was in Uithuizen. Maaike werd 2 jaar oud.
9. Jantje Tijsses Jansma (2-12-1888 te Burgum)
10. Sikke Tijsses Jansma (31-5-1890 te Burgum) Het kind wordt aangegeven door de vroedvrouw, omdat vader Tijs, ‘arbeider’, door werk afwezig was in Uithuizen.
11. Douwe Tijsses Jansma (12-3-1893 te Burgum). Het kind wordt aangegeven door de vroedvrouw, omdat vader Tijs, ‘arbeider’, door werk afwezig was in Uithuizen.
Okke 10-12-2014
Antje Bastiaans wie beromt yn Burgum as De poppeheinster dyt ek alle bern fan Thys Sjoerds en Wietske Klazes yn de wrald brocht hat. Op 30 April 2012 ha’k dy der in moai stik oer stjurd fan de Horizon – it tiidskrift fan it Burgumer Streek Museum.
In pear jier lyn koest it downloade mar dat kin no net mear spytiger genoch.
Samar mar net.
Tuut fan us hjir,
Jan & Okke.
Dit is vroedvrouw Antje Bastiaans. Er is een mooi stukje over haar geschreven door Klaas Henstra van de Sterrewacht Burgum. Antje was een flinke en intelligente vrouw met 9 kinderen die wilde bijverdienen omdat haar man langzamerhand te veel dronk en de inkomsten minder werden. Antje was niet alleen vroedvrouw maar later ook baakster. Volgens de verhalen was ze vaak s nachts onderweg naar een bevalling en keek dan naar de nachtelijke sterrenhemel, waar ze studie van maakte en boeken uit de bibliotheek leende. Ze woonden aan de Lageweg in Burgum, en beide echtelieden zijn erg oud geworden. Antje was een bekende Burgummer in haar tijd.
Antje Huizenga vroedvrouw: Klaas Henstra:
Streekmuseum/Volkssterrenwacht Burgum in nijsgjirrich gimmelearden muorreplaatsje mei de
tekst ‘A. Huizenga, vroedvrouw’. En dan begjint in syktocht mei de fragen: Wa wie dy frou, wêr
wenne hja en hoe ferrûn har libben. De foarste fraach wie net sa dreech te
beanderjen. Antje wie de dochter fan de Haagse tuinarsjitekt Sebastiaan Hoogendonck en Grietje
Bosgra, dochter fan de Burgumer beamkweker Tiete Bosgra. Antje libbe fan 1831-1922. Hja
troude yn 1851. Mei har man Johannes Tjallings Huizinga (1828- 1925), in rike Burgumer boeresoan, wenne hja oan de Legewei yn Burgum. It fierdere ûndersyk levere in tal bysûndere ferhalen op oer it libben fan Antje en har man. Derút hat bliken dien dat Antje in dreech libben hân hat. Mar hja hat der wat fan makke. Eins kinne jo sizze, dat hja in frou wie, dy’t net fan ien slach lei. Hja naam sels de leie en die wêr’t in soad froulju yn har tiid net iens oan tochten. Koartsein: in tige selsstannigge, emansipearre frou.
Ut it houlik van Antje en Johannes kamen njoggen bern fuort. Foar safier seach it libben fan it pear
der goed út. Mar nei in tal jierren rekke Johannes slim oan ‘e drank en Antje seach gjin kâns mear
har bern in goede opfieding te jaan. Om’t Antje sawol fan heite as memmeside fan goede komôf
wie, woe hja har bern ek wat meijaan. It jild rekke lykwols op oan ‘e drank en de ynkomsten fan
Johannes waarden yn de rin fan de tiid minder. Der moast in oplossing fûn wurde.Antje wie in yntelliginte en flinke frou. Hja assistearre de pleatslike dokters al by befallingen.
As in befalling dreech wie, sei de dokter faak: ‘Haal Antje Huizinga maar even’.
Kaam de dokter letter werom, dan wie de poppe der meast al. Sa kaam it, dat de Burgumer dokter Lambertus Bochardt tsjin oerbuorfrou Antje sei, dat hja mar foar kreamheinster leare moast. Der wie in deiskoalle yn Grins, mei in oplieding fan twa jier. Dokter makke alles yn oarder. Sa reizge Antje Huizinga eltse moandei mei tram en trein nei Grins en kaam earst de freeds wer thús. Wy prate oer de perioade om 1870 hinne. De âldste dochter Grietje soarge troch de wike foar de oare bern. Yn dizze perioade krige Antje ek nochris har njoggende bern. Yn de wykeinen moast der fan alles regele wurde: it wie ien en al drokte. Sa kaam it wol ris foar dat Antje oan it begjin fan in nije leswike siet te knikkeboljen. Dan seine har klasgenoaten: ‘Professor, Antje Huizinga slaapt’. Meast wie it antwurd: ‘Laat Antje maar slapen, die weet meer met de ogen dicht, dan jullie met de ogen open’.
Nei Antje’s eineksamen waard hja fuortdaliks troch it gemeentebestjoer fan Tytsjerksteradiel beneamd ta kreamheinster, in berop dat hja fjirtich jier útoefene hat. Alle besites troch de hiele gemeente waarden geandefoet ôflein. Tidens har nachtlike kuiertochten hie hja in grutte belangstelling foar de stjerrehimel. Dy ynteresse waard sa grut dat hja stúdzje fan de stjerrekunde begûn te meitsjen.
Derta liende hja boeken fan Weremeus Buning fan Eastermar.
Op twa febrewaris 1921 wiene Antje Hoogendonck en Johannes Tjallings Huizinga santich jier troud. It waard in grut feest. Hja waarden mei de auto fan dokter Aris Zwart fan hûs helle foar in feestlike rit troch de gemeente. Dokter’s feint Bienze Haanstra siet oan it stjoer. Doe’t it pear in lange tocht makke hie, waarden hja mei muzyk fan de beide Burgumer korpsen ynhelle en alles waard op foto fêstlein.
Ek de parse makke melding fan it barren. De skribent wist lykwols fan de foarke en de stâle. Hy skreau: ‘En hoewel hun huwelijksbootje door stormen soms geteisterd werd, kwam het eindelijk in kalmer water’.
Johannes Tjallings Huizinga waard 96 jier âld. Antje Hoogendonck berikte de leeftiid fan 91 jier. In sterke frou mei in sosjale ynslach. By earme minsken die hja net allinne de befalling, mar bleau hja ek nochris dwaande as baakster.
Raerd.
Moeder Wytske, pas weduwe, besloot – waarschijnlijk op aandringen van haar kinderen –in Raerd te wonen. Met dochter Jantje (16) en zoon Douwe (12) verhuisden ze naar Raerd 57. Na de dood van Jantje’s vader in 1904, stond sowieso de wereld op z’n kop. Haar broer Okke was in 1905 naar Noord Amerika gegaan, omdat hij daar zoveel goede verhalen over had gehoord. Trouwens, heel veel jonge mensen vertrokken naar dat land. Jantje’s oudere broers - behalve Okke - en zuster, kregen op zekere dag verkering met de dienstmeisjes of arbeiders uit de omgeving van Raerd. Haar oudere broers werkten of hadden gewerkt in de plaatsen Oldeboarn, Oosterwierum, Jorwert en IJsbrechtum.
Raerd was een kleine gemeenschap met veel boerderijen in de omgeving. Wanneer de dienstbodes en landarbeiders zich elk jaar wilden in schrijven rond 12 mei, moesten ze de registratie in Raerd doen, zich aanmelden bij de werkplaatsen. Die werden vaak mondeling aan elkaar doorgegeven. De jongerengroepen van arbeiders, knechten en dienstmeiden waren hecht vanwege hun onderlinge afhankelijkheid, hun vaak verweven families van grote gezinnen en doordat ze allemaal in hetzelfde schuitje zaten. Het kerkgenootschap maakte ook deel uit van de sterke verbanden.
Omdat er al familie woonde – ook Jantje’s nichtje woonde er met haar man Van der Hoek, de smid - werd er vrij snel een huis gevonden voor weduwe Wytske en haar jongste twee kinderen. Zo was er contact in Raerd via Jantje’s broer Klaas Jansma, want hij had verkering met Aaltje Tuinhout. Aaltje Tuinhout kwam van Poppingawier, een dorpje naast Raerd, en de neef Aaltje’s pake - Hiddema- was herbergier in Raerd. De herbergen waren destijds bekende netwerkplaatsen. Ook was er contact via Jantjes zuster Aafke Jansma, omdat zij verkering had met Rients Bijlsma. Familie Bijlsma had grootouders wonen op Raerd 57 en woonden zelf op de boerderij in Easterwierum (Oosterwierum), een buurdorpje van Raerd.
Jantje staat vermeld in het register dienstbodes, kerkelijke gezinde werd Nederlands Hervormd. Ze werkte en woonde in Raerd 46 en haar moeder en Douwe woonden op Raerd 57. Het kost veel puzzelwerk om er achter te komen waar deze huizen stonden. Het lijkt qua nummers dat dit buurhuizen zijn, maar dat blijkt van niet. De kadastrale nummers van die tijd gaan kriskras over de landjes rondom Raerd.
Op 21 juni 1910 (=22 jaar) werd ze ingeschreven als ‘huishoudster” bij Marten van der Hem, waar ook haar broer Douwe had gewerkt. Marten van der Hem was veehouder, Nederlands Hervormd. Zijn vrouw Grietje Teijema/Teyma (geboren in 1873 in Langezwaag) en Marten van der Hem (geboren in 1872 in Wirdum) hadden 5 kinderen, waarvan de oudste 10 jaar jonger was dan Jantje. Jantje zal geholpen hebben in de huishouding en de kinderen verzorgd, maar woonde op Raerd 57.
Een reconstructie naar de vindplaats van het huis van haar moeder Wytske Jansma - van der Meulen, Raerd 57. Als ik goed tel, zou dit het huis in Raerd moeten zijn (zie hieronder).
Hisgis 1832.
Ik heb de oude kaart van Hisgis bekeken (teljaar 1832) en naar de bewoners namen gekeken. Toen ben ik foto's gaan nemen in Raerd aan de Buorren. Dit zou dan huis 'Raerd 57' moesten zijn waar Jantje met haar moeder en broertje Douwe woonden. Raerd 57 was van de familie Bijlsma. Aafke Jansma trouwde in 1909 met Rients Bijlsma.
Waarschijnlijk Raerd 57. Foto van Sytie oktober 2014.
Jantje werkte in Raerd ook bij de familie Bottema (/Raerd nummer 60 bij Tjirk Bottema), die een pension op De Dille hadden. Jantje deed het huishouden en paste op de jongere kinderen. Zij hebben in Jantje's poëziealbum geschreven (zie hoofdstuk 37- poëziealbum van Jantje Jansma). Ook Jantje’s jongere broer heeft bij de familie Bottema. Doordat Jantje goede referenties achterliet, kon Douwe zo beginnen. Kadastraal blijkt Raerd 46 ook de herberg en logement De Dille te zijn en misschien ligt Raerd 47 er dan vlakbij. De nummers in het programma Hisgis zijn niet altijd gemakkelijk te vinden, want bij mij doet de zoekfunctie het niet. Nu is er een theetuin bij De Dille, aan de rivier de Zwette.
De Dille, het logement.
Raerd, met zicht op de oude Kerk op de terp (foto Friesland Wonderland).
Raerd, Buorren.
Dat is de straat rondom de oude kerk waar Wytske Jansma - van der Meulen, Jantje en Douwe woonden (foto Friesland Wonderland).
Jantje Jansma
Een paar jaar later schreef Jantje zich in bij Raerd nummer 3. Dat moet een grote boerderij zijn geweest want 14 mensen schreven zich in waaronder Rients Bijlsma. Ik zou graag weten waar nummer 3 zich bevond. Kadastraal is Raerd 3 een boerderij ten zuiden van Raerd en ten zuiden van het dorp Flansum. Ik weet niet of dit kadastrale nummer Raerd 3 overeenkomt met de nummers op de persoonskaart. Tot nu toe lijkt het daar wel op.
Nadat hun moeder Wytske’s alleen woonde omdat alle kinderen de deur uit waren, werd besloten haar onder te brengen bij haar dochter Aafke Bijlsma- Jansma in hun boerderijtje in Easterwierum (Oosterbierum) op 12 mei 1912. De bejaarde ouders van Rients Bijlsma gingen toen weer wonen in Raerd 57. Kennelijk was het huis Raerd 57 in de familie van de Bijlsma’s, want vóór en na Wytske en de kinderen gingen de grootouders van Rients Bijlsma er wonen. Waarschijnlijk had Wytske weinig hiertegen in te brengen, er was geen sociale bijstand voor weduwen – of veel te weinig. Toen Wytske in 1912 bij haar dochter Aafke en schoonzoon Rients Bijlsma in ging wonen, was ze 61 jaar.
"Wat gebeurde er zoal in de kom van Oosterwierum
Hier woonde de middenstand, en er stond ook een rog en pelmolen, 2 cafés’s , een wagenmakerij,en er een woonde een hoefsmid, 3 timmerlieden, 1 bakker, 2 kooplieden, een paardenkoper, een snijder, 2 schippers, 2 schoenmakers, en een kûper ( tonnenmaker) dit alles zo rond 1749. In 1627 hield men vanuit het voormalig huis van “Jentsje Piet” (dit huis stond voor het huis van Jelle Bouma aan de weg Pietsje had hier een winkeltje) gebedsdiensten van de Roomskatholieke kerk.
Twee maal per week was het er een drukte van belang, dan kwamen de veedrijvers door het dorp. Zij gebruikten de kom van het dorp om even uit te rusten. Dit was ook voor de middenstand van Oosterwierum van groot belang, het was vaak nacht wanneer de veedrijvers langs kwamen maar van vaste winkeltijden was toen nog geen sprake.
Dan rest nog de Dille met zijn 2 herbergen en de kleine herberg of stille kroeg van frou Pool. Hier stond ook nog een rog en pelmolen op het erf van Tj. Miedema. De Dille herberg was van groot belang, als laatste voor de paarden die hier werden gewisseld. Het vervoer over de Zwette was van Leeuwarden naar Sneek een drukke route. Wij moeten wel bedenken dat de scheepjes niet boven de 20 ton kwamen, zo waren er in Baarderadeel in 1886, 55 schepen met een totale tonnage van 947 ton totaal. Ook als IJsherberg was de Dille belangrijk, zo las ik in de notulen van de kerk dat er vaak ook het verhuur van de landerijen plaatsvond op de Dille. Dit was vast om een breder publiek te bereiken. Zowel zomers als ’s winters was het er altijd een drukte van belang, met vooral het vrachtverkeer door de Zwette. Menig dorpsschipper bezorgde voor de boeren, de kaas en boter op de markt, want van zuivelfabrieken was toen nog geen sprake. En dan natuurlijk wanneer er ijs lag zocht men ook zijn vertier in de IJsherberg.
Rintje de Schiffart". site Easterwierum.
Jantje (zittend) en haar oudere zuster Aafke.
Verkering.
Het moet rond die tijd zijn geweest, rond haar 22 e/23 e jaar (1910-1911) dat ze met Luite Huisman verkering kreeg. Volgens Thijs Huisman en mijn vader, zoon van Luite en Jantje, werkte Jantje in de omgeving van Raerd en Luite in Oosterwierum. Ze werkten beiden op een boerderij en moeten, zegt mijn vader, naar elkaar gezwaaid hebben op beider het achtererf. Er zat nog een water tussen zei hij. Ik ben nog altijd benieuwd, als ik over de Snitserdyk rijdt op weg naar mijn dansgroep in Boazum. Enkele boerderijen staan vrij dicht bij elkaar. Een sfeer impressie van het landschap, hieronder.
De familie Huisman kwam van oorsprong uit de dorpen Muggebeet en Nederland en kwamen als verveners richting Bantega en Delfstrahuizen. De namen van deze voorouders zijn Albert Kleijsen Huysman en hun zoon Albert Alberts Huisman werd vervenersbaas in Echten. Vandaaruit trok men met de vervening verder en vanuit Echten trokken ze naar Delfstrahuizen, Nieuwe- en Oudehorne, Tjalleberd, Jubbega Schurega. Een tak trok verder naar de verveningen rondom Emmen. Onderweg settelden families zich en bleven daar wonen.
Er is een mooie site over de trektocht van de Huismannen:
http://http://www.huismangenen.nl/
Zo trouwde Luite Alberts Huisman met Janke Althuisius en werkte deze Luite al een tijd in de vervening rond Delfstrahuizen en kregen ze daar 7 kinderen. Luite en Janke hadden een baggerschip en hun jongste 2 kinderen Anne en Klaas Huisman, werden geboren op het schip rond Puttershoek/Oranjekanaal/ Zweeloo in 1850. Anne Luites Huisman is de vader van Luite Annes Huisman. Anne Luites zag dat ooms en tantes verder trokken met de opkomende vervening rondom Emmen, maar in die tijd schreef Anne Luites zich als arbeider in Raerd in, als melker en boerenknecht. Sterke jongen die zo zijn geld gemakkelijk kon verdienen. Anne Luites trof er zijn bruid Loltje van Teijen, ook in die contreien werkzaam als meid. Loltje van Teijen haar voorouders komen vanuit Jubbega Schurega en de buurten van Beetsterzwaag. Dus ook zij was tijdelijk in Reard als meid aan het werk. Loltje had al een zoontje, Freerk, wat bij haar ouders in Jubbega Schurega werd opgevoed. Als ongehuwde moeder moest ze zelf haar kost verdienen.
Tijdens de verkering raakte Loltje in verwachting en besloot het paar te trouwen en na 3 maand werd zoontje Luite geboren, vernoemd naar zijn pake Luite Alberts Huisman – boer, tolgaarder en turfmaker en huurder van de onoverdekte aak “De jonge Albert’ – en overleden in Nieuw Amsterdam bij Emmen. Een maand later vertrokken Anne en Loltje met de jonge zoon naar Nieuwehorne.
Tresoar: 2 november 1885 ingekomen in Raerderahem; Anne en Loltje met zoon Luite. Op 16 dec 1886 vertrokken naar Nieuwehorne.
Anne Huisman en zijn vrouw en de kinderen hebben een boerderij gekocht aan de weg van Akkrum naar Oldeboorn. De boerderij staat er nog, al heeft er wel een brand gewoed. Alleen een zij muur van het staldeel is nog origineel.
Luite schreef zichzelf als jongeman ook in Raerd als arbeider in, nog maar 14 jaar. Hij werkte en woonde telkens op de boerderijen, dan weer in Katlijk, dan Mildam, vaak samen met zijn broer Eldert Huisman. Hij woonde en werkte in Ysbrechtum, Raerd, Oudehorne en voor zijn huwelijk in Friens, een buurdorp van Raerd. We spreken hier over de jaartallen 1910/1911. Waarschijnlijk heeft hij toen Jantje leren kennen. Een half jaar voor het huwelijk met Jantje woonde en werkte Luite in Ysbrechtum – in september 1911, 25 jaar - (waar ook Jantjes broer Sjoerd Jansma met zijn jonge gezin woonde tot mei 1911- ze emigreerde toen naar Billings Montana). Emigratieplannen hadden toen heel veel jonge mensen. Na Ysbrechtum vertrekt Luite in september 1912 naar de Tijnje, waar zijn ouders een boerderij hadden op dat moment. Maar hij komt weer terug, trouwde met Jantje en het paar ging wonen in Terzoal, waar Luite arbeider was en Jantje een winkeltje in de voorkamer.
De gerestaureerde trouwzaal in het kerkje in Raerd.
In mei 1913 tijdens de trouwerij waren niet alle broers aanwezig vanwege de emigratie; Okke en Sjoerd Jansma met zijn jonge gezin waren al vertrokken naar Billings Montana. Jantje en Luite zullen een emigratie ook besproken hebben, maar misschien lag het niet in hun karakter om te emigreren. Luite had sterke familiebanden in de plaatsen rondom Tijnje, Tjalleberd en Nieuwehorne en Jantje had haar zuster en moeder in Easterwierum in de buurt. Het jonge echtpaar vestigde zich dus in Tersoal. Jantje's broer Klaas met zijn jonge gezin woonde in Poppingawier op een boerderij en daar liep je langs als je naar Tersoal wilde. Een prachtige looptocht langs de velden, ook nu nog. Ook haar broer Douwe, 19 jaar, werkte in Poppingawier op een boerderij. Tijdens het huwelijk was Wytske aanwezig en Luites ouders Anne en Loltje.
Jantje en Luite, trouwdag mei 1913 in Raerd, 24 en 27 jaar
Verder met Luite Annes Huisman en Jantje Tijsses Jansma.
Het jonge echtpaar heeft kort gewoond bij de ouders van Luite in de Tijnje en betrok toen een woning in Tersoal.
In de persoonskaart bevolkingsregister Rauwerderhem van Luite staat dat hij ingeschreven stond met zijn gezin dat waren zijn vrouw Jantje, en twee zoontjes Anne (1914) en Sjoerd (1916) met als Kerkgenootschap Hervormd. Het jonge gezin woonde in Tersoal 63 waar de beide jongens werden geboren. Ze vestigden zich op 19-6- 1913 in Tersoal, een maand na hun huwelijk. Luite werkte als landarbeider en Jantje had een kruidenierswinkeltje aan huis. Tersoal, een echt agrarisch dorp met een vaart - waar de pramen met melk langsvoerden naar de nieuwe coöperaties.
Jantjes broers Okke Tijsses Jansma was in 1905 al geëmigreerd naar de V.S, evenals Sjoerd Tijsses Jansma en zijn vrouw en de twee jonge kinderen in 1911. Ondertussen vertrokken Jantje's broers Jan en Sikke naar Amerika. Jan met zijn vrouw Wietske Jansma- Stol en twee kleine kinderen, en Sikke, net een paar dagen getrouwd met Wietske Jansma - Liemburg , op dezelfde boot in februari 1914. Het werd weer een emotioneel afscheid. Jantje was hoogzwanger van haar eerste zoontje, die geboren werd begin mei 1914, dus het kind hebben ze niet meer gezien. Jantjes broer Sjoerd Tijsses Jansma kwam door een ongeluk om het leven in Billings Montana, in januari 1915, na een schop van een paard. Het nieuws per brief zal ingeslagen zijn als een bom. Zelfs haar broer Okke Tijsses Jansma kwam in 1915 over uit de VS om de onheilstijding aan de familie en moeder Wytske te vertellen. Jantje besluit haar tweede zoontje niet te vernoemen naar haar vader Tijs, maar naar haar overleden broer Sjoerd, in 1916.
Een kort overzicht van de emigratiejaren van de zonen van Tijs en Wytske:
Jaartal | Naam | Wie gaan mee | Woonde in | Gaat naar |
Oktober 1905 | Okke Jansma (23 jaar) |
| Poppingawier | Noord Amerika. |
November 1910 | Jelmer Jansma (27 jaar) | Aafke Jansma- Liemburg (24 jaar), Antje (1,5 jaar) | Oldeboarn | Californië. |
Mei 1911 | Sjoerd Jansma (37 jaar) | Hieke Jansma- Lycklama a Nijeholt (35 jaar) en Maaike (5 jaar) en Tijs (1 jaar). | Ysbrechtum | Montana, Billings |
Februari 1914 | Jan Jansma (27 jaar) | Wietske Jansma- Stol (27 jaar) , Jan (bijna 3 jaar) en Wietske (13 maand). | Oldeboarn | Montana, Billings |
Februari 1914 | Sikke Jansma (23 jaar) | Wietske Jansma- Van der Eems (23 jaar). | Oosterwierum | Montana, Billings |
1915 | Douwe (22 jaar) | Na de dood van Sjoerd Jansma gaat Okke Jansma terug naar Friesland voor bezoek en neemt Douwe Jansma mee. | Poppingawier |
Tersoal.
Kinderen van Jantje en Luite:
Kinderen van Jantje Tijsses Jansma en Luite Annes Huisman:
- Anne Luites Huisman, geboren 2-5- 1914 in Tersoal.
- Sjoerd Luites Huisman, geboren 18-10-1916 in Tersoal
- Freerk Luites Huisman, geboren 11-12- 1920 in Langezwaag
- Thijs Luites Huisman, geboren 24-8- 1927 in Langezwaag
- Eldert Luites Huisman, geboren 17-7- 1930 in Langezwaag.
Hieronder 3 foto’s van oud Terzool (Bron Tresoar). Terzool/ Tersoal was een dorp omgeven door vaarten.
Fries foto archief, 1920. Terzool, een groep dorpsgenoten voor het pand van Yde Durks Beeksma, winkelier en fouragehandel. Yde Durks zelf staat voor zijn deur.
Er waren volgens familie Abma, tegenwoordig groentehandel, vroeger veel winkeltjes in Tersoal. Ik kwam per toeval aan de praat met een Abma familielid, dit mij dit vertelde.
Jantje en Luite met 2 zoontjes woonden op Terzool nummer 63, waar Luite arbeider was en Jantje een winkeltje aan huis had. In Tersoal hebben ze bijna 5 jaar gewoond voordat ze naar Langezwaag vertrokken.
Anne en Sjoerd Huisman, ongeveer 3 en 2 jaar. Tersoal, omstreeks 1917.
Hier had Luite Huisman een huis op het oog, de prijs van 1500 gulden. Op 7 februari 1918 vertrok het gezin naar Langezwaag en hier woonden ze tot 1921. Dit huis in Langezwaag werd verkocht aan Luites’ broer Albert Annes Huisman (32 jaar), toen nog ongehuwd, ook weer voor 1500 gulden. Deze broer Albert trouwde in mei 1919 met Pietje van der Wal (‘tante Piet’, volgens heit). Deze broer Albert woonde nog in Raerd en wilde ook terug naar de omgeving van de Tijnje of Langezwaag.
Tresoar: 23 november 1917 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland Koopakte.
Betreft de verkoop van een huis met grond te Langezwaag, koopsom fl. 1500
- Jan Atema te Langezwaag, verkoper
- Luite Huisman te Terzool, koper
d.d. 23 november 1917
Tresoar: 1921 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland. Koopakte. Betreft de verkoop van een huis met weiland te Langezwaag, koopsom fl. 1500
- Luite Annes Huisman te Langezwaag, verkoper; ook genaamd Lute Huisman
- Albert Annes Huisman te Rauwerd, koper
d.d. 28 december 1921.
Eenmaal aangekomen in het huis in Langezwaag, in februari 1918, werd er geld geleend in april 1918. Misschien dat de bank in Gorredijk nog niet bestond.
Tresoar: 30 april 1918 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland Hypotheek.
Betreft een kapitaal van fl. 2000
- Saapke Posthuma te Gorredijk, schuldeiser
- Luite Huisman te Langezwaag, schuldenaar
d.d. 30 april 1918.
Het costcontract met oom Albert en tante Geesje.
Enkele transacties:
In december 1921 komt een aparte constructie tot stand (Luite is 35, Jantje 32, Anne 7 Sjoerd is 5 jaar en Freerk is net geboren in 1920). Luite heeft een oom, Albert Luites Huisman (72), die met zijn vrouw Geesje Oenema (64) kinderloos is gebleven. Kennelijk kan dit echtpaar wel een huishoudster en tuinhulp gebruiken en zijn er al gesprekken gaande met Luite en Jantje.
Luite en Jantje besluiten de stap te wagen als oom Albert en tante Geesje zeggen dat ze met kost en inwoning, door hun arbeid, later het huis gratis kunnen overnemen als zij sterven. Het kleine boerderijtje was eerder gekocht door oom Albert van een veenbaas (Jan Sijpkes Luxwolde).
Oom Albert Luites Huisman (72 jaar) en tante Geertje Oenema verkochten ook een huis met land. Hoe dit in het verhaal past, weet ik niet.
Tresoar: 21 december 1921 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland. Provisionele en finale toewijzing. Betreft de verkoop van een huis met land te Langezwaag, koopsom fl. 4601
- Albert Luites Huisman te Langezwaag, verkoper
- Hamke Brugts de Vries te Terwispel, koper
d.d. 21 december 1921
Luite en Jantje verhuisden met hun 3 kinderen even verderop in het gebied van De Plasse, naar huis boerderijtje van oom Albert en tante Geesje.
Tresoar: 1922 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland: Kostcontract
- Albert Luites Huisman te Langezwaag
- Luite Huisman te Langezwaag
d.d. 29 april 1922
Opgevraagd het kostcontract bij Tresoar in augustus 2015 door Sijtie:
In het kort: Luite en Jantje spreken bij notariële akte af dat zij de zorg dragen voor Albert Luites Huisman, eigenaar boerenbedrijf Langezwaag en zijn vrouw Geertje Oenema:
- huisvesting en bewonen van het hoofdvertrek
- kost en inwoning
- hulp en bijstand lichamelijk en moreel
- als Luite overlijdt gaat de zorg door voor zijn vrouw of erfgenamen.
- Ze krijgen hiervoor een som van 3000 gulden.
- Als Albert en Geertje niet tevreden zijn moet het contract ontbonden worden en verplichtten zij zich 3000 gulden terug te betalen, bovendien betalen ze dan 1000 gulden terug die Albert betaald heeft voor de vertimmering van het huis in Langezwaag.
29 april 1922- Een kostcontract... Definitie: ‘een soort lijfrente overeenkomst. Het bestaat hierin dat een persoon die van een ander een kapitaal of een goed gekregen heeft, er zich toe verplicht zich de vervreemder gedurende diens hele leven te onderhouden, voeden, verzorgen, huisvesten, dit is kost en inwoning’. Luite en Jantje zorgden dus waarschijnlijk voor oom Albert Luites Huisman (72) en Geertje Oenema (64 jaar).
Omke Albert Luites Huisman.
Er is ook een foto van Geesje Oenema in mijn bezit (met oorijzer en mutsje).
Tresoar: 1922 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland Testament, akte niet aanwezig
- Geertje Oenema te Langezwaag, gehuwd met Albert Luites Huisman
d.d. 27 april 1922.
In april 1925 overleed omke Albert en in februari 1931 Geertje Oenema. De afspraak was dat Luite en Jantje het zouden overnemen en 3000 gulden zouden krijgen wegens de verzorging. Maar dat laatste bleek anders te lopen.
Het boerderijtje.
Luite en Jantje hebben oom Albert 3 jaar verzorgd en tante Geertje tot haar overlijden in februari 1931. De verzorging van de dementerende oude oom en tante vergde vooral van Jantje veel inzet, tante was elke winter flink ziek. Jantje moest haar bij de kachel verzorgen. In de koude decembermaand 1920 werd ook kleine Freerk geboren, en Jantje had haar handen vol aan de drie kleine jongens en de twee dementerende oudjes. (Thijs Huisman: ‘us mem hat wat hawn mei dy twa dementearjende âlde minsken. Se droechen de snie yn it bûthús en seinen dat se de súker net buten lizze litte koenen. Allegearre sûker!!!” )
Er was een afspraak tussen oom Albert en tante Geertje waarbij Jantje en Luite voor de oudsjes zouden zorgen en daar na hun sterven in natura voor terug zouden krijgen. Hoe dat precies op papier is gezet, zou in het testament van tante Geertje kunnen staan maar dat is onvindbaar. Het tegendeel bleek waar, de mensen waren zo dement dat ze zich dit niet konden herinneren en Luite moest vol voor het boerderijtje betalen. ‘Ik bin besodemietere’, moet Luite vaak kwaad gezegd hebben.
Het boerderijtje van oom Albert en tante Geertje was verkocht voor fl 4601 in december 1921 aan een voor mij onbekende koper, waarschijnlijk strijkgeldschrijver. Er is wel sprake van een royement; dat is een doorhaling van een hypotheek, omdat deze afbetaald was. Het zou interessant zijn deze akte te bekijken, maar hij blijkt niet aanwezig.
Tresoar: 1922 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland Hypotheek
Betreft een kapitaal van fl. 4600
- Coöp. Boerenleenbank te Langezwaag, schuldeiser
- Luite Huisman te Langezwaag, schuldenaar
d.d. 2 mei 1922 Gorredijk, notaris J.F. Houwing Gemeente: Opsterland Royement, akte niet aanwezig - Luite Huisman
Tante Geertje maakte haar testament al in april 1922, wat niet ingekeken kan worden omdat het er niet meer is, jammer, want dat had ook nog inzicht kunnen geven. Het is de vraag of in 1922 het boerderijtje afgelost was en vrij stond voor Luite en Jantje. Volgens heit waren de twee oudjes dement geworden en konden ze zich het niet herinneren. In mei 1922 moesten Luite en Jantje waarschijnlijk nog 4600 gulden lenen. De 3000 gulden hebben ze ook niet gekregen. Het blijkt uit de verhalen van mijn vader, dat moeder Jantje elke week naar de Raiffeissenbank in Gorredijk om met een paar gulden hun schuld af te lossen. De bankmedewerker: ‘Frou Jansma, Jo hoeche net else wike wike trou de gounens te bringen, je mei eek wol ris een kear oerslaen, Jo komme yn waer en wyn’.
Locatie De Plasse in Luxwoude
Langezwaag 1926, historische kaart ('Friesland op de kaart').
Van Luxwoude tot Gorredijk loopt in een zuidelijke boog een weg De Hooge Dijk (= Hegedyk) . In het noordelijke deel waren de ontginningen waar Luite en Jantje woonden waaronder De Plasse. Het landschap is straalvorming ontgonnen.
De lichtgekleurde weg is de tegenwoordige A7 van Heerenveen naar Drachten/Groningen.
De Hegedyk in Langezwaag met enkele locaties (kaart 1926 "Friesland op de kaart"):
- Het boerderijtje waar Jantje en Luite met 2 kinderen vanuit Raerd naar toe verhuisden in begin 1918.
- Het boerderijtje van oom Albert Luites Huisman en tante Geertje, waar Jantje en Luite met 3 zoontje een 'costcontract' voor hadden getekend. Tegenwoordig staat er nog een boom, en het boerderijtje is afgebroken. Er is een modern woonhuis op gebouwd, weinig toegankelijk vanuit de Hegedyk, eerder verscholen te noemen.
Anne, Sjoerd en Freerk als jongens. Rechts de ouders Luite en Jantje met Thijs voor het boerderijtje in De Plasse.
De foto zal omstreeks het voorjaar 1929 gemaakt zijn, want Thijs, geboren in augustus 1928 is al een half jaar, bij zijn moeder Jantje op de arm.
Schilder Tjeerd Bottema, een huisje aan de Hegedyk Langezwaag.
Ik dacht dat dit het boerderijtje kon zijn, maar niet alle onderdelen kloppen. Het blijkt het boerderijtje van de ouders van de schilder te zijn rond 1920.
Tjeerd Bottema: geboren: 6 februari 1884 Langezwaag
overleden: 8 maart 1978 Katwijk.
Nogmaals, overzicht kinderen van Luite Annes Huisman en Jantje Tijsses Jansma.
- Anne Huisman, geboren 2-5- 1914 in Tersoal.
- Sjoerd Huisman, geboren 18-10- 1916 in Tersoal
- Freerk Huisman, geboren 11-12- 1920 in Langezwaag
- Thijs Huisman, geboren 24-8- 1927 in Langezwaag
- Eldert Huisman, geboren 17-7- 1930 in Langezwaag.
Luite werd boer op het ‘pleatske’ in de Plasse, waar de 5 jongens moesten meehelpen. In de crisistijd werd Eldert in 1930 geboren.
Freerk, foto omstreeks 1922.
Anne en Sjoerd, foto omstreeks 1921/1922.
Freerk en zijn moeder Jantje rond 1922. Jantje is ongeveer 36 jaar.
Jantje heeft altijd gezorgd voor een goede sfeer in huis. Ik herinner mij een tafel met Perzisch kleed met een grote bewerkte, gekleurde Jugendstil lamp boven de tafel. Haar lievelingsbloemen waren kamperfoelie die ze graag in huis had.
Omdat er in De Plasse veel en hard gewerkt werd, was er nauwelijks tijd voor het eten. Eten op en weer werken. De koeien werden per praam vervoerd naar de verweid landen. Het was en is een mooi natuurlijk gebied ten noorden van Langezwaag; De Deelen.
Luite heeft zijn werkzame leven op het boerderijtje in de Plasse in Langezwaag gewerkt, landbouwgrond ontstaan uit de vervening. Een prachtig natuurgebied met blauwgrassen, de sloot naast huis met de praam waarin de koeien werden overgezet als ze verweidt moesten worden.
Moeder Jantje met Thijs, mijn vader, rond 1929. Thijs zat achter gaas, in de tuin.
Thijs Huisman - links - en zijn broer Eldert Huisman, op de lagere school.
Het moet ongeveer 1937 zijn, ik denk dat Thijs 10 jaar is en dan is Eldert misschien 7 jaar.
Jantje heeft altijd gezorgd voor een goede sfeer in huis. Ik herinner mij een tafel met Perzisch kleed met een grote bewerkte, gekleurde Jugendstil lamp boven de tafel. Haar lievelingsbloemen waren kamperfoelie die ze graag in huis had.
Omdat er in De Plasse veel en hard gewerkt werd, was er nauwelijks tijd voor het eten. Eten naar binnen werken en weer werken. Jantje wastte de jongenskleren/ boerenkleren met de hand en gebruikte het spoelwater uit de feart naast huis. Daar was het stap. Jantje is geboren in De Romantiek en veel bloempatronen in hun huis herinnerden mij daaraan.
De koeien werden per praam vervoerd naar de verweid landen. Het was en is een mooi natuurlijk gebied ten noorden van Langezwaag; De Deelen.
Luite heeft zijn werkzame leven op het boerderijtje in de Plasse in Langezwaag gewerkt, landbouwgrond ontstaan uit de vervening. Een prachtig natuurgebied met blauwgrassen, de sloot naast huis met de praam waarin de koeien werden overgezet als ze verweidt moesten worden. Luite fietste naar zijn zoons om die ook een handje te helpen op de boerderijen. Alleen zoon Eldert koos een ander beroep, namelijk vertegenwoordiger bij Nestlé.
De Deelen, schilder Sjoerd de Vries.
De Deelen, Bart Bosma- kikkervisjes zoeken.
De Deelen, Walter Stoelwinder.
Tijdens hun pensioen verhuisden Jantje en Luite naar Luxwoude, naar een klein huisje aan de Hegedyk. Jantje heeft Luite verzorgd in zijn tijd van maagkanker. Hij lag voor het raam - herinnerde ik mij. Hij had een hok met gereedschap achter het huisje. Jantje en Luite hadden voor huis een grote bloementuin tot aan de weg.
Schilder Jan Groenhart (1956 Oostmahorn) grazend vee.
Het verweiden van koeien per praam.
Jantje Jansma, Wietske en Sipke Platt, Rients Bijlsma, Roelie Bijlsma, Alie Bijlsma, Jaap Bijlsma.
Jaap en Roelie zijn getrouwd en Rients en Alie hun kinderen. Jaap en Wietske Bijlsma zijn broer en zus (kinderen van Jantjes zuster Aafke Jansma), en Wietske Jansma en haar man Sipke Platt waren over uit Californië. Ze zijn op bezoek bij hun tante Jantje Jansma in Luxwoude. De foto is na de dood van Luite Huisman genomen dus na 1966. Volgens de kleding is hij genomen rond 1975 en is Jantje is rond 86 jaar.
Als er familie uit Amerika kwam, was Jantje op haar best. Er werd gezongen en lekker gegeten.
Het huisje in Luxwoude, nu van andere bewoners en afgebroken rond 2021. Foto van Sijtie april 2012.
Het huisje in Luxwoude, nu van andere bewoners en afgebroken rond 2021. Hier woonden Luite en Jantje tijdens hun pensioen. Na het overlijden van Luite in 1966 heeft Jantje er nog ongeveer 10 jaar gewoond, tot er bejaarden woninkjes kwamen in Langezwaag. Hier woonde ze vlakbij het kerkje van Langezwaag. Jantje kwam daar ongelukkig ten val toen ze er nog maar kort woonde. Daarna werd ze dementerende en is ze jarenlang inwonend geweest in Tjalleberd bij haar zoon Sjoerd Huisman en haar schoondochter Grietje - tot 1977.
Ze heeft tijdelijk gewoond in het bejaardenhuis Anna Schotanus in Heerenveen na haar val.
Jantje's schoonouders. Anne Luites Huisman en Loltje Freerks van Teijen.
Anne en Loltje trouwden in 1885 Raerd, waar ze tijdelijk woonden in Easterwierum. Na de geboorte van Luite gingen terug naar de Tijnje/ Langezwaag waar veel familie woonde.
Jantje (links) en haar oudere zuster Aafke. Aafke op bezoek in Langezwaag. Foto rond 1928.
Freerk. Hij woonde het langst thuis.
Jantje en Luite voor hun mendeuren in Langezwaag.
Jantje en Luite hadden een prachtige tuin.
Jantje en Luite achter in Langezwaag.